Wie pakt de sleutel naar succes?

Het begint er langzaam op te lijken dat de sleutel naar succes in de tweede klasse B in Leiden hangt. Caïssa-Eenhoorn versloeg net als in de thuiswedstrijd tegen Philidor het tweede team van meesterklasser LSG/IntelliMagic met 5½-2½ en beide Leidse teams – die op 10 maart tegen elkaar spelen – en ons vlaggeschip vormen na zes ronden de top drie. Maar wie pakt die sleutel en opent daarmee de deur naar promotie? Philidor won ook met 5½-2½ en blijft op één punt achterstand van Caïssa-Eenhoorn staan.

De overwinning op LSG 2 wordt opgedragen aan teamleider en kersvers vader Tom Balla, stralend middelpunt van de Hoornse schaakfamilie.

De Hoornse supporters genoten weer van een ouderwets spannende zaterdagmiddag met aan het einde een prachtig moment. Tom Balla en zijn vrouw Tineke zijn sinds kort de trotse ouders van Alexander Attila en de teamleider was direct na afloop van de bondswedstrijd het stralende middelpunt. De vele felicitaties gingen vergezeld van een fraai cadeau, aangeboden door de spelers van het eerste team. Opvallend in het midden van de mand lag een bekend speelgoeddier: de eenhoorn. En natuurlijk wenst de hele Hoornse schaakfamilie Tineke en Tom een mooie toekomst met hun zoon toe.

De eenhoorn voor Alexander Attila Balla. Vader Tom is blij met de cadeaumand van het eerste team.

Tom had zijn werk als teamleider zaterdagmiddag overgedragen aan Mark van Ojik die de honneurs met verve waarnam. De rust tijdens zijn rondjes in de speelzaal langs de liveborden werd in de barruimte verlengd bij de tafel waar IT-deskundige Sernin van de Krol met zijn laptop alle acht stellingen in één blik kon overzien. Geen spoortje van ongerustheid over de afloop. Gebruikelijk nam na een uur of drie spelen de spanning toe, maar Caïssa-Eenhoorn heeft steeds een voorsprong gehad en gaandeweg, toen een paar cruciale partijen waren beëindigd, begon het er voor de thuisploeg steeds beter uit te zien.

Het Leids Schaakgenootschap en Caïssa-Eenhoorn hebben een respectabele historie. In de oudheid van onze denksport kwamen beide clubs samen in de persoon van dominee Alfred Bolland. Hij is in 1957 overleden en zonder hem verliep de thuiswedstrijd van de Hoornse tweedeklasser tegen LSG 2 in alle rust, maar met de predikant in de speelzaal zou er ongetwijfeld wel iets zijn voorgevallen. Hij had immers een nogal omstreden karakter.

De huidige bondscompetitie is in het seizoen 1920-1921 voor het eerst opgezet. Er werden evenwel al in 1903 pogingen ondernomen om de sterkste schaakclubs van Nederland tegen elkaar te laten spelen. Die lukten en op zondag 8 november had Leiden de primeur van de eerste wedstrijd: LSG – Utrecht. Alfred Bolland zat als lid van LSG aan het negende bord en versloeg Wetter. Zijn ploeg won met 5½-4½. VAS (Amsterdam) en DD (Den Haag) deden ook mee. Het ging toen om het bordpuntentotaal en VAS pakte de meeste.

Bolland ging op 2 mei 1912 in Schellinkhout wonen, waar hij was aangesteld; beroepen zoals dat officieel heet. Caïssa werd op 15 januari 1922 opgericht en niet veel later begon de schakende dominee (die zich als lid had aangemeld) aan zijn wekelijkse fietstocht van de pastorie naar de binnenstad van Hoorn. Hij gold als een van de sterkste spelers van Caïssa en mede door een winstpartij van Bolland in de beslissende wedstrijd tegen VVV 2 (Alkmaar), het werd 6-4, kroonde de Hoornse ploeg zich in zijn eerste bondsjaar tot kampioen.

De dominee – ook bekend als ‘de zwarte kater van Schellinkhout’ – trok vooral de aandacht door zijn kritiek op personen en toestanden. Bolland, gek op sigaren, had een vurig karakter. Soms letterlijk. Een van zijn preken droeg als titel ‘En er zij licht’. Prompt gooide hij brandende lucifers tussen de kerkgangers. Maar in De Kreek mag niet worden gerookt en die kans had hij in de speelzaal van Caïssa-Eenhoorn niet gekregen.

De informatietafel wordt gesierd met een fraai demonstratiebord dat jaren geleden door Yvonne Holscher is gemaakt en aan Caïssa-Eenhoorn is geschonken. Daarop staat een 'antieke' probleemstelling, door Julien Guillaume Henri Karis (de eerste Hoornse probleemcomponist) is 1849 gemaakt. De stelling: wit: Kc4, Ta2, Lc5, Pd7; zwart: Ka5, pionnen op a4, a7, b2 en c6. Ter lering ende vermaak tijdens bondswedstrijden. Wit geeft mat in drie.

En hier is-ie iets groter.

De topper Caïssa-Eenhoorn - LSG 2 (rechts) is begonnen. Links zitten de spelers van Caïssa-Eenhoorn 2 en DSC Delft 3.

LSG 2 was met een internationaal meester, een vrouwenmeester en drie FM-spelers naar Zwaag gereisd en Jeroen Edeling – Marco de Rooij was een van de twee partijen zonder een titelhouder aan het bord. Daar viel de eerste beslissing van de middag. Wit trok snel het initiatief naar zich toe. Op een doorschuivende e-pion werd passief gereageerd en met een mooie aanvallende actie op de damevleugel won Jeroen een pion. Die ging overigens na een grote afruil verloren, maar met actief spel bracht hij zijn opponent – die een ongelukkige opstelling met zijn overgebleven toren en loper had – in de problemen. Na dertig zetten kon zwart niet aan kwaliteitsverlies ontsnappen: 1-0.

 

Jerrel Thakoerdien redde het niet tegen Michiel van Wissen (FM) die bij ESGOO (Enschede) en LSG ruim veertig meesterklassepartijen heeft gespeeld. Daar zag het aanvankelijk niet naar uit. Wit had de stelling onder controle, toen zijn opponent wat actie ondernam op de damevleugel. Een Leidse toren lonkte naar een pion op b2, een loper naar een paard op c4. Jerrels dame verdedigde beide aanknopingspunten, maar had de druk met 15. b3 kunnen verlichten. Er volgde nu een verrassende aanval door het midden en via de andere flank, al kostte die een stuk en bood de zwartspeler de mogelijkheid tot een succesvol tegenoffensief. Dankzij een sterk paard en meer ruimte was de matzet niet ver weg meer.

 

Volop spektakel bij Linda Jap Tjoen San – Martijn Monteban en dat zat er aan te komen, nadat beiden tegenovergesteld hadden gerokeerd. Martijn won een pion, waarop de WIM-speelster een paard in de aanbieding deed ten faveure van twee pionnen. Dat kon, omdat haar stukken veel actiever waren. De LSG’ster bleef offeren. Op de achttiende zet ging het om de kwaliteit en eventjes keek zwart tegen een voorsprong van toren plus paard (maar dat waren de beide stukken die nog op de beginvelden a8 en b8 stonden) aan. Linda – inmiddels een loper teruggewonnen –  boog een gelijkwaardige stelling om in een voordelige. Nadat ook de materiële achterstand was weggewerkt, ging zij op zoek naar de aanval, maar verzwakte de verdediging rondom haar koning. Het slaan van een giftig pionnetje op a7 door wit leidde naar een mat in vijf voor Martijn: 2-1.

 

Aan het tweede bord stuitte Peter Doggers, net als Jerrel Thakoerdien, op een speler met veel meesterklasse-ervaring. FM-speler Martin Roobol heeft in de periode 1996-2011 voor LSG nauwelijks een wedstrijd op het hoogste niveau gemist. In een Gesloten Spaans bleef lang al het materiaal staan en pas op de 23e zet ging de eerste pion eraf. Snel daarna stond de stelling in vuur en vlam en dat pakte voor wit verkeerd uit. Een loper op de eerste rij had geen verdediger en dreigde via een torenschaak te sneuvelen. Peter koos voor een afwikkeling, waarmee hij twee lichte stukken gaf voor een toren. Mede door een sterk Leids loperpaar had Caïssa-Eenhoorns routinier geen tegenspel meer.

 

Rond half vijf kwamen kort achter elkaar Henk-Jan Visser en Daan Zult met een grote lach het grand café van De Kreek binnenlopen. Zij hadden de gelijke tussenstand naar 4-2 omgebogen. Henk-Jan keerde terug achter het schaakbord na een hopeloos Tata Steel-optreden (drie remises, zes verliespartijen in groep 1B) en was het bijzonder dat hij een week later zich zo knap herstelde. Raoul van Ketel (FM), ook een gelouterde topamateurschaker, werd met wit al snel tot passiviteit gedwongen. De LSG’er probeerde met een wandelende h-pion onrust te zaaien, maar die bood na 19. hxg7 opvallend genoeg bescherming aan de zwarte koning. Zwart gaf een toren voor twee lichte stukken, maar de winstweg was nog niet direct zichtbaar. In een van twee kanten open stelling liet Henk-Jan zich niet misleiden door valstrikken en verslikte zijn opponent zich daar wel in, wat hem de kwaliteit kostte. Met een loper meer stelde de Caïssa-Eenhoorn-speler vlot het bordpunt veilig en heeft extern met vijf uit zes een prima score.

 

In een symmetrisch Engelse partij ging Daan Zult lange tijd gelijk op met Justin Senders. Er leek een vervelend Leids pionnetje op f3 te staan, maar daar maakte wit zich niet druk om. Hij veroverde juist op de andere flank een pion en dat vormde het begin van een gevecht in het centrum dat voor Daan veel beter uitpakte. Er kwam nog een pion bij en hij had alle zware stukken op de ontstane open d-lijn geposteerd. Uiteindelijk sneuvelde de zwarte f-pion en waren beide spelers in een toren-met paard-eindspel beland. De overmacht aan pionnen (in de slotstelling was de witspeler op weg naar nummer vier) kon de LSG’er niet pareren.

 

Ron Deen of Arlette van Weersel moest de winst over de streep trekken. Ron keek in zijn eindspel tegen een pion minder aan, Arlette had er eentje meer. De Hoornse kopman was het eerste klaar: remise tegen IM-speler Stefan van Blitterswijk.

Kopman Ron Deen en Arlette van Weersel onderweg naar de beslissende scores om de wedstrijdwinst veilig te stellen.

Van de status van zijn opponent – zo’n honderdvijftig partijen in de meesterklasse gespeeld, zo’n honderdvijftig ratingpunten meer – lag Ron niet wakker en hij trok snel en energiek ten aanval. Zo stond de witte damevleugel na achttien zetten nog volledig onontwikkeld. Zwart kreeg kwaliteitswinst in het vizier, maar pakte dat voordeel later in de partij: op het juiste moment. In een stelling met wederzijdse spanning snoepte de Leidse eerstebordspeler een pionnetje mee en na een spectaculaire afruil was er een eindspel van toren, lopers van gelijke kleur en vier witte om drie zwarte pionnen ontstaan. De damevleugel werd ontmanteld, inclusief loperruil. Gedurende veertien zetten probeerde de IM-speler nog iets te bereiken met zijn pionnenmeerderheid op de koningsvleugel (g- en h-pion contra de Hoornse g-pion), maar Ron gaf geen krimp en stelde met de puntdeling de wedstrijdwinst veilig.

 

Arlette van Weersel rondde het duel tegen LSG 2 uitstekend af. Marcel Wubben richtte zijn pijlen op de koningsvleugel, omdat zijn spel op de andere flank was lamgelegd. Druk op met name zwarts f6-pion werd weggenomen door die op te spelen, toen Arlette daar de kans voor kreeg. Het Leidse offensief ebde steeds verder weg, naarmate meer materiaal van het bord verdween en bovendien bleek de eindspeltechniek van de zwartspeelster beter. Dat begon in een stelling met toren en zes pionnen voor beiden. Een tiental zetten later had wit drie isolani’s en Arlette drie verbonden pionnen; beide torens deden nog steeds mee. Uiteindelijk bleef één (zwarte) pion over die niet van promotie kon worden afgehouden. Mede door haar winstpartij behoudt de koploper zijn stevige bordpuntenvoorsprong op concurrent Philidor.

 

De spanning in de competitie wordt nu verplaatst naar de zevende ronde. Beide Leidse tweedeklassers treffen elkaar op 10 maart en Caïssa-Eenhoorn neemt het dan in Amsterdam op tegen Caïssa 2. En ook die twee kampen kennen elkaar.

1 thought on “Wie pakt de sleutel naar succes?

Reacties zijn gesloten.