Schaakavonturen in Leuven

Deze zomer ben ik voor mijn studie naar Leuven getrokken en dit weekend was het dan zover: mijn eerste schaaktoernooi in België. Het Open Leuven is een open toernooi over zeven rondes volgens het Zwitsers systeem. Iedere speler heeft twee uur voor de eerste 40 zetten, gevolgd door nog eens 15 minuten per persoon na de tijdcontrole. Met 105 deelnemers waaronder negen titelhouders beloofde het een uitdagend toernooi te worden. 

De eerste ronde begon vrijdagavond om half acht, en de indeling gaf aanleiding tot voorzichtig optimisme. Ik had wit tegen Peter Taverniers en diens rating van 1712 maakte dat ik mezelf als favoriet beschouwde. In het Boedapestgambiet ging zwart al snel de fout in, en ik had de kans om het meteen af te maken. In plaats daarvan won ik een pion, maar zwarts stukken kwamen actief te staan. Uren lang probeerde ik mijn pion te verzilveren, maar mijn tegenstander bood taai verzet. Om half één ’s nachts hadden we uiteindelijk nog ieder een koning over en werd de vrede getekend.

Een wat teleurstellend begin, zeker omdat ik meerdere winsten had gemist. Gelukkig had ik nog zes partijen voor de boeg, te beginnen met twee op zaterdag. De eerste partij speelde ik tegen Stein Dewitte, een medestudent met een rating van iets meer dan 1500. Met zwart haalde ik in een Tarrasch makkelijk gelijk spel, maar Stein deed niets geks en zijn stelling had geen zwaktes. Mijn geïsoleerde d-pion was wel zwak, maar in wits pogingen om die te veroveren veronachtzaamde hij zijn koningsvleugel. Mijn paard kwam op f3 te staan en toen mijn tegenstander een tussenschaakje miste was het uit.

1.5 uit 2 dus, maar mijn tegenstanders behoorden niet tot de sterkere spelers in het toernooi. Dat veranderde in ronde drie, toen ik op het livebord tegen FM Fabrice Wantiez mocht aantreden. Deze speler had een Fide-rating van 2278 en zelfs een Belgische rating van 2350, dus ik kon mijn borst wel nat maken.

Met zwart speelde ik de Caro-Kann, en na 1.e4 c6 2.Pe2 d5 3.e5 d4 4.f4 h5 5.d3 h4 hadden we na vijf zetten een volgens mij unieke stelling op het bord. Dit resulteerde in lang nadenken aan beide kanten, waarbij ik zeker niet de mindere stelling had. Toen de tijdnood begon te naderen en de zetten sneller moesten komen was mijn tegenstander toch handiger dan ik, en na een aantal sterke zetten kon hij mijn opgave afdwingen.

Na drie partijen dus op 50%, en het was zaak om de vierde partij te winnen. Ik mocht zondag middag met wit aantreden tegen de Engelsman Mark J Huba, die een rating van 1734 bezat. Wéér kreeg ik een Boedapestgambiet op het bord, wéér deed mijn tegenstander al snel iets fout en wéér had ik het sneller kunnen afmaken. Toen mijn tegenstander aan de druk leek te ontsnappen zag hij een matnet over het hoofd en moest hij twee pionnen inleveren om mat te voorkomen. Nadat de stukken werden geruild kwam ik in een gewonnen pionneneindspel terecht dat mijn tegenstander zich niet meer liet bewijzen.

Weer op een plusscore dus, maar dat betekent ook dat de tegenstanders sterker worden. Die avond speelde ik met zwart tegen Arne van der Vurst, een speler met een Fide-rating van 2064. In mijn beste partij van het toernooi behaalde ik in de Caro-Kann gelijk spel, en wist zelfs al snel druk op de witte pionnen te ontwikkelen. Mijn tegenstander koos voor een actieve verdediging en gaf twee pionnen om met de dame binnen te kunnen komen. Ik hield mijn hoofd echter koel en na de nodige complicaties wikkelde ik precies af naar een dame-eindspel waar een zwarte pion op g3 de witte koning in het nauw bracht. Langer verzet was zinloos en mijn tegenstander besloot zich mat te laten zetten.

Inmiddels op een score van plus twee, en met nog twee partijen voor de boeg hoop je natuurlijk met een plusscore te eindigen. Maandagochtend speelde ik met wit tegen Patrick Boons, die een rating heeft van 2055. We kregen via een aparte zetvolgorde Oud-Indisch op het bord, en het leek erop dat de partij zou uitdraaien op een lang gevecht. Mijn tegenstander speelde op zet 11 echter niets vermoedend 11…Ld7, om er na 12.Lxc5 achter te komen dat na 12…dxc5 13.d6 zijn loper op e7 geen velden meer heeft. Ik won dus een stuk tegen een pion en dat vond mijn tegenstander wel genoeg.

Een score van plus drie dus, en dat betekende dat ik het in de laatste ronde weer op een livebord tegen een FM mocht proberen. Dit keer had ik wel wit, en mijn tegenstander Johan Goormachtigh bezat een wat lagere rating van 2177.  In een Grünfeld-Indiër kreeg ik al snel een vrijpion op d5. Allemaal theorie, onder andere gespeeld in de Kasparov-Karpov matches, alleen was het voor ons beiden een tijdje terug dat we het bestudeerd hadden. Mijn tegenstander had het moeilijk en na een verkeerde zet kon ik zo met mijn pion tot d7 doorlopen. De stelling was echter nog lastig te winnen en met een welgetimed remise aanbod wist mijn tegenstander mij zover te krijgen de vrede te tekenen. Remise was voor mij genoeg om eerste te worden in groep C, en na een heel weekend schaken was ik tevreden met mijn score.

Met 5 uit 7 ben ik dus eerste geworden in groep C, spelers van 1700-1900. Dit was mogelijk omdat ze uitgingen van mijn Fide-rating, die nog onder de 1900 ligt. De eerste prijs bedroeg 175 euro en het was naast een leerzaam dus ook een lucratief toernooi! Uiteindelijk ben ik 12e geworden van de 105 deelnemers, met een tpr van 2093. Winnaar van het toernooi werd IM Steven Geirnaert die onder andere GM Ralf Akesson en IM Mher Hovhanisian voorbleef.

Al met al heb ik een heel leuk toernooi gehad, en ik hoop dat de Belgische schaakgoden mij in de toekomst net zo gunstig gezind zijn!

2 thoughts on “Schaakavonturen in Leuven

  1. Het leuke van live borden is dat je de partijen thuis op de luie stoel kunt volgen dan wel naspelen. De partijen van Abel tegen de FM-spelers staan er ook op en zijn te vinden op de website ‘leuvencentraal.be’. De partij tegen Fabrice Wantiez is nummer 29 en tegen Johan Goormachtigh is nummer 66.
    Eerstgenoemde partij ziet er inderdaad bijzonder uit. Na dertien zetten zit de complete damevleugel, zowel wit als zwart, op één stuk na (het witte paard) nog in de beginstelling. Abel, met zwart, doet het prima, maar raakt rond de 26e, 27e zet de controle over de stelling kwijt en dan blijkt wit vooral een sterk loperpaar te hebben. In de andere partij is Johan Goormachtigh een zeer ervaren opponent. Hij heeft jarenlang in de meesterklasse bij HWP Sas van Gent gespeeld en in die wedstrijden een flink aantal bordpunten gesnoept. Op de elfde van de elfde trakteert Abel hem op geduchte tegenstand.
    Beide partijen zijn de moeite van het naspelen waard. En Abel heeft de Hoornse eer in Leuven (gedeeld zevende tot en met dertiende in een veld met negen titelhouders) knap hooggehouden. Mooi verslag.

Reacties zijn gesloten.