Derde van Caïssa-Eenhoorn pakt eerste punt

Nu moest het toch maar eens gebeuren : punten pakken. Met nul punten onderaan is toch niets.  Erik Van Tooren koos er voor om op de lange latten te gaan staan en was dus verhinderd.

Hopelijk waren ze in Haarlem al  in een feestelijke stemming  : koploper HWP zou een dag later 75 jaar worden.

Nou, die hoop mochten we de hele middag koesteren…. : punten halen… : dat moest zeker mogelijk zijn.

Maar ook in het schaakspel gebeurt van alles : af en toe staat het verstand op nul en na een hotse-knotsbegoniaschaak is er van goed spel geen sprake : de uitslag us dan onvoorspelbaar. Spectaculair was het hier en daar weer wel : schaken is immers een prachtig en sensationele kijksport. Je moet dan  natuurlijk wel goed opletten : als je niet kijkt, zie je het niet.

Bart Voorn speelde aan het eerst bord een moeizame partij : hij stond de hele partij minder en moest vechten voor zijn schaakleven. Uiteindelijk kwam hij een pion achter en moest in het eindspel capituleren.

Ton van Dijk speelde een prima partij, op bord twee, tegen Indra Polak: bijna driehonderd ELO punten meer.

Hieronder volgt Tons visie :

“ Ik kende mijn tegenstander niet maar had als snel door dat hij goed kon schaken : in de Franse Tarrasch-variant, werd ik in de opening zwaar onder druk gezet. ( Ik zei tegen Bert Spil : “ Ik kan snel naar huis”).

Na 1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pd2 c5 4.exd5 Dxd5 5.Pgf3 Pc6 6.Lc4 Dd8 7.Pb3 cxd4 8.Pbxd4 Lc5 9.Le3 Pxd4

10.Pxd4 Lb6 11.Dg4 stond mijn stelling onder druk. Met Pf6 dacht ik alles op te lossen en na Lb5+ wilde wit de druk opvoeren . Toen begon de zon te schijnen : Kf8 gaf me een stuk voorsprong maar wel een krukstelling. Ik loste de problemen goed op maar na 13.Dh4 Lxd4 14.Dxd4 Da5+ 15.c3 Dxb5 16.Dd8+ De8 17.0-0-0 Ld7 18.Dc7 b6 19.Lg5 Dc8 20.De5 Pd5 21.Txd5 deed ik het niet goed door  toe te slaan op de loper : exd5 22.Lh6 gxh6. Zoals de rating van mijn tegen stander al aangaf kon hij zeker schaken, door druk te zetten op mijn loper. Met een naderende tijdnood wist hij zijn achterstand terug te brengen tot  één dubbel pion.  23.Dxh8+ Ke7 24.Te1+ Le6 25.De5 Dd7 26.f4 Dd6 27.Dd4 Kd7 28.Te5 Dc5 29.f5 Dxd4 30.fxe6+ fxe6 31.cxd4. Het was nu echt tijdnood  … : ik bood met een pion voorsprong toch maar remise aan. Tf8 32.Th5 Tf1+ 33.Kc2 Tf2+ 34.Kc3 Txg2 35.Txh6 Tg7 36.h4 Ke7 37.Kb4 a6 Hij ging toch maar voor de winst : dat was misschien mijn geluk, na 38.a4 Kd6 39.h5 Tf7 40.a5 b5 41.b3 Tg7 42.Tf6 Tg5 43.h6 moet ik Tf5 spelen, maar speelde Th5 44.Tf7 Th4 45.Txh7 Txd4+.

Nu had ik het gevoel dat ik de partij weer onder controle had en dat ik zou gaan winnen. Dat deed ik ook na 46.Kc3 Th4 47.Ta7 b4+ 48.Kd3 Txh6 49.Txa6+ Kc5 50.Tb6 Th3+ 51.Kc2 e5 52.Tb8 Th6 53.Kd3 e4+ 54.Kc2 Ta6 55.Tc8+ Kd4 56.Tb8 Txa5 57.Txb4+ Ke3 58.Tb8 Ta2+ 59.Kb1 Tf2 60.b4 d4 61.b5 d3 62.Td8 Tf5

Ik wist niet wat voor rating mijn tegenstander had maar naar klein onderzoek had hij een rating van 2142, ik heb volgens mij  nog nooit gewonnen van zo’n sterke speler. “

Aan bord drie mocht ik in een aangenomen Slavisch al snel aan de bak : al snel volgde mijn tegenstander David Joziasse met 4. …. e5…: het lijkt op the Mouse sleep Slav-Gambitvariant, maar dan een zet eerder… Tja, dat was even schrikken… Ik had de hele partij het idee, dat ik wel wat beter stond. In ieder geval had ik geen moment het idee, dat zwart beter stond. Houdini haalde mij al snel uit de droom : op de twaalfde zet had zwart zijn dame kunnen offeren door een loper op f4 te slaan, om vervolgens met een paardvork op d3 de dame weer terug te veroveren…. Zwart zag dat, net als ik, tijdens de partij niet, waarop ik de druk hoe langer hoe meer kon opvoeren… Het bleef nog wel even goed opletten na allerlei creatieve gevaarlijke zetten van zwart, maar echt in gevaar kwam ik niet meer Ik mocht mijn eerste winstpunt noteren, zwarte zijn eerste nul.

 

Een dag later, tijdens de receptie van HWP, kwamen we elkaar weer tegen en hebben de partij nog weer uitgebreid doorgenomen… Op de site van HWP is zijn visie van de partij, en de hele bondswedstrijd terug te vinden.

 

Abel speelde aan bord vier een partij met wisselende kansen :

 

Abel over zijn partij  :

 

“ Met zwart kwam ik met voordeel uit de opening en kon ik dus tevreden zijn. Door wat minder accurate zetten kwam mijn tegenstander weer langzaam terug, en de computer beoordeelt de stelling als gelijk. Hierbij moet ik  zeggen, dat ik de stelling als beter voor wit beoordeelde. Door het oprukken van mijn centrum pionnen waren er wat gaten gevallen : mijn tegenstander kon met zijn paard mijn stelling binnendringen. Nadat zijn paard op e6 verscheen, gedekt door een pion op f5, besloot ik dat het welletjes was en offerde ik de kwaliteit voor wat tegenspel. Een foute beslissing achteraf, want de pion op e6 werd levensgevaarlijk. De computer geeft aan dat er eigenlijk helemaal niets aan de hand was als ik gewoon niets gedaan had. Mijn situatie werd steeds penibeler… Op een gegeven moment speelde ik met de gedachte op te geven. De witte koning stond echter ietwat onveilig waarop ik besloot voor mijn laatste kans te gaan. Terecht zo bleek achteraf, want mijn tegenstander begon vervolgens vreemde dingen te doen. Hij gaf wat pionnen weg, ik had een mogelijkheid voor eeuwig schaak. Wit dacht echter uit dit schaak te kunnen lopen, en niets vermoedend speelde hij Kg2. Tg8+ was plotseling dodelijk, omdat er nog een sneaky loper op b8 stond die de koning vluchtvelden ontnam. Mat of dameverlies was onvermijdelijk… : mijn tegenstander koos voor het laatste. Een aantal zetten later besloot mijn tegenstander alsnog de handdoek in de ring te gooien Ietwat gelukkig dus, maar minder blij ben ik er niet om.”

 

Marten speelde weer eens een boeiende partij : het blijft een genot om naar zijn spel te kijken : de ene na de andere fraaie zet rolt uit zijn vingers, hij wist een kwaliteit te veroveren, maar gaf plotseling zijn dame weg.. : de stukken konden meteen in de doos..

 

Bas Dudink :

 

Ik speelde tegen Harry Lips in mijn herinnering een van de sterkste spelers van HWP. Toch apart als je op bord 5 zit. HWP had wat dat betreft een bijzondere opstelling.

 

Dan de partij Grünfeld!! Dat moet jaren geleden zijn dat ik dat tegen me heb gehad. Toch verliepen de eerste 12 zetten nog op bekend theoretisch terrein. Ik heb de zetten uit mijn hoofd genoteerd dus er kunnen een paar zetten zijn verwisseld.

 

De partij wordt interessant op zet 17. e5 lijkt anti positioneel maar is dat niet, aldus letterlijke woorden van Harry. Het idee wordt een paar zetten later duidelijk: f6 is zwak en allerlei mat patronen worden zichtbaar. Zwart idee om een en ander te redden is om zo spoedig molgeijk  torens en dame te ruilen. Dit lukt maar kost wel een aantal tempo's. De witte koning wordt diep in de zwarte stelling geposteerd. In de hoop de a en b pion op te kunnen eten. Ik zet zelfs de pionnen op zwart om de koningzijde dicht te metselen, ook anti positioneel, maar daarom des te leuker.

 

Pionnen snoepen lukt niet en zelfs als het lukt de a pion te eten dan gaat de zwarte koning op c6 staan en kom je nog geen stap verder. Ergo de zwarte stelling heeft net iets te kort zwakke plekken om de winst binnen te halen.

 

 

[White "Dudink"]

[Black "Lips"]

[Result "1/2-1/2"]

 

1. d4 Nf6 2. c4 g6 3. Nc3 d5 4. cxd5 Nxd5 5. e4 Nxc3 6. bxc3 Bg7 7. Be3 c5 8.

Bb5+ Bd7 9. Bxd7+ Qxd7 10. Ne2 cxd4 11. cxd4 Nc6 12. Rb1 O-O 13. O-O b6 14. Qd2

e6 15. Rfd1 Rfd8 16. Bg5 Re8 17. e5 Ne7 18. Nc3 Nd5 19. Ne4 Rec8 20. Rbc1 Rxc1

21. Rxc1 Rc8 22. h3 Rxc1+ 23. Qxc1 Qc7 24. Kf1 Qxc1+ 25. Bxc1 Bf8 26. Nf6+ Nxf6

27. exf6 Bb4 28. Ke2 Kf8 29. Kd3 a6 30. Kc4 Be1 31. Be3 Ke8 32. d5 b5+ 33. Kc5

exd5 34. Kxd5 Kd7 35. g4 Bb4 36. g5 Bd6 37. Bc5 Bf4 38. Be3 Bd6 39. Bc5 Bf4 40.

h4 h6 41. Be3 (41. h5 Bxg5 42. hxg6 fxg6 43. Ke5 a5 44. f4 Bh4 45. f7 Be7 46.

f8=Q Bxf8 47. Bxf8 h5 48. Kf6 (48. Kd5 b4 49. Ke5 h4 50. Ke4 Ke6 51. Bc5 h3 52.

Kf3 Kd5) 48... h4) 41... hxg5 42. hxg5 Bd6 43. f4 1/2-1/2

 

Dirk Lont speelde in een Slavische partij lange tijd heel gedegen. De tijdnoodfase speelde hem weer parten : de tweeëndertigste zet stond hij bijna, volgens Houdini, plus 1.56, alhoewel dat voor spelers van ons niveau niet direct uit de stelling was af te leiden… Op de drieëndertigste zet had Dirk zijn pion op e5 moeten opspelen : iets agressiever, dan het gespeelde Tb6. Dirk probeerde drie zetten later, in flinke tijdnood, de stelling te consolideren, met Td6, maar dat kostte hem ene pion op e5. Dirk spartelde nog bewonderenswaardig lang tegen, maar moest uiteindelijk zijn koning omleggen.

 

En dan nu Bert Spil :

 

Hij behaalt , zoals hij dat zelf formuleert, remise met een “ schwindel”. : “ In een Spaanse opening gaat het gelijk op en Fritz geeft mijn tegenstander Jan Seeleman (met wit) een kleine plus.  We belanden in het eindspel . Ik heb de koning, twee torens, twee paarden en acht pionnen Mijn tegenstander heeft de koning, twee torens, twee lopers, en acht pionnen.

Je zou zeggen gewonnen voor wit. Dat dacht ik althans. Ruim de pionnen op en de lopers beslissen het eindspel. Jan komt er echter niet doorheen, ik probeer de stelling gesloten te houden. Van ellende ruilt hij zijn zwartveldige loper voor één van mijn paarden. Met mijn andere paard probeer ik elke keer een vorkje in het spel te houden op zijn toren en loper.

Hij heeft nog weinig tijd en we spelen een paar keer hetzelfde stuk. (Paard en loper). Ik kijk eens in mijn boekje en zie drie maal Pf6 en drie maal Lc5 staan. Bij mijn laatste zet zeg ik: ”Ik claim remise, driemaal de zelfde stelling”. Mijn tegenstander is totaal verbouwereerd. Er komt geen woord meer uit. Ik denk en wat nu? Ik vraag nog even aan mijn teamgenoot of ik de klok stil moet zetten maar hij weet het ook niet.  Teruggekomen bij mijn bord steekt mijn tegenstander zijn hand uit die ik snel aanneem. De remise is een feit. Ik heb het thuis nog even nagespeeld, maar het was helemaal niet drie maal de zelfde stelling. Mijn tegenstander had de klok stil moeten zetten en de wedstrijdleider erbij moeten halen om het te controleren”

 

Een dag later, op de receptie, kwam ik Berts tegenstander tegen : Seeleman. Hij was wat teleurgesteld, dat hij die stelling niet had kunnen winnen. Het maakte hem weinig uit of die stelling nu drie maal dezelfde stelling was of niet : hij geloofde het ook wel, dus om die reden accepteerde hij het remisevoorstel.

 

 

Tja, het eerste puntje is binnen. Handhaven is nauwelijks nog mogelijk, maar mededegradatie-kandidaat De Uijl moet de eerste winstpartij toch eens gaan opleveren.

 

HWP Haarlem 2 - Caïssa-Eenhoorn 3 4 - 4

 

1          Peter Beerens 1874           -           Bart Voorn 1920                  1-0

 

2          Indra Polak 2150                 -           Ton van Dijk 1860               0-1

 

3          David Joziasse 1888          -           Fred Avis 1906                    0-1

 

4          Eduard Leinwand 1932     -           Abel Romkes 1838             0-1

 

5          Harry Lips 2034                   -           Bas Dudink 1896                ½-½

 

6          Pepijn Steenbergen 1927 -           Marten Ploeger 1895          1-0

 

7          Adrie Pancras 1864            -           Dirk Lont 1752                    1-0

 

8          Jan Seeleman 2003           -           Bert Spil 1798                      ½-½

Nu moest het toch maar eens gebeuren : punten pakken. Met nul punten onderaan is toch niets.  Erik Van Tooren koos er voor om op de lange latten te gaan staan en was dus verhinderd.

Hopelijk waren ze in Haarlem al  in een feestelijke stemming  : koploper HWP zou een dag later 75 jaar worden.

Nou, die hoop mochten we de hele middag koesteren…. : punten halen… : dat moest zeker mogelijk zijn.

Maar ook in het schaakspel gebeurt van alles : af en toe staat het verstand op nul en na een hotse-knotsbegoniaschaak is er van goed spel geen sprake : de uitslag us dan onvoorspelbaar. Spectaculair was het hier en daar weer wel : schaken is immers een prachtig en sensationele kijksport. Je moet dan  natuurlijk wel goed opletten : als je niet kijkt, zie je het niet.

Bart Voorn speelde aan het eerst bord een moeizame partij : hij stond de hele partij minder en moest vechten voor zijn schaakleven. Uiteindelijk kwam hij een pion achter en moest in het eindspel capituleren.

Ton van Dijk speelde een prima partij, op bord twee, tegen Indra Polak: bijna driehonderd ELO punten meer.

Hieronder volgt Tons visie :

“ Ik kende mijn tegenstander niet maar had als snel door dat hij goed kon schaken : in de Franse Tarrasch-variant, werd ik in de opening zwaar onder druk gezet. ( Ik zei tegen Bert Spil : “ Ik kan snel naar huis”).

Na 1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pd2 c5 4.exd5 Dxd5 5.Pgf3 Pc6 6.Lc4 Dd8 7.Pb3 cxd4 8.Pbxd4 Lc5 9.Le3 Pxd4

10.Pxd4 Lb6 11.Dg4 stond mijn stelling onder druk. Met Pf6 dacht ik alles op te lossen en na Lb5+ wilde wit de druk opvoeren . Toen begon de zon te schijnen : Kf8 gaf me een stuk voorsprong maar wel een krukstelling. Ik loste de problemen goed op maar na 13.Dh4 Lxd4 14.Dxd4 Da5+ 15.c3 Dxb5 16.Dd8+ De8 17.0-0-0 Ld7 18.Dc7 b6 19.Lg5 Dc8 20.De5 Pd5 21.Txd5 deed ik het niet goed door  toe te slaan op de loper : exd5 22.Lh6 gxh6. Zoals de rating van mijn tegen stander al aangaf kon hij zeker schaken, door druk te zetten op mijn loper. Met een naderende tijdnood wist hij zijn achterstand terug te brengen tot  één dubbel pion.  23.Dxh8+ Ke7 24.Te1+ Le6 25.De5 Dd7 26.f4 Dd6 27.Dd4 Kd7 28.Te5 Dc5 29.f5 Dxd4 30.fxe6+ fxe6 31.cxd4. Het was nu echt tijdnood  … : ik bood met een pion voorsprong toch maar remise aan. Tf8 32.Th5 Tf1+ 33.Kc2 Tf2+ 34.Kc3 Txg2 35.Txh6 Tg7 36.h4 Ke7 37.Kb4 a6 Hij ging toch maar voor de winst : dat was misschien mijn geluk, na 38.a4 Kd6 39.h5 Tf7 40.a5 b5 41.b3 Tg7 42.Tf6 Tg5 43.h6 moet ik Tf5 spelen, maar speelde Th5 44.Tf7 Th4 45.Txh7 Txd4+.

Nu had ik het gevoel dat ik de partij weer onder controle had en dat ik zou gaan winnen. Dat deed ik ook na 46.Kc3 Th4 47.Ta7 b4+ 48.Kd3 Txh6 49.Txa6+ Kc5 50.Tb6 Th3+ 51.Kc2 e5 52.Tb8 Th6 53.Kd3 e4+ 54.Kc2 Ta6 55.Tc8+ Kd4 56.Tb8 Txa5 57.Txb4+ Ke3 58.Tb8 Ta2+ 59.Kb1 Tf2 60.b4 d4 61.b5 d3 62.Td8 Tf5

Ik wist niet wat voor rating mijn tegenstander had maar naar klein onderzoek had hij een rating van 2142, ik heb volgens mij  nog nooit gewonnen van zo’n sterke speler. “

Aan bord drie mocht ik in een aangenomen Slavisch al snel aan de bak : al snel volgde mijn tegenstander David Joziasse met 4. …. e5…: het lijkt op the Mouse sleep Slav-Gambitvariant, maar dan een zet eerder… Tja, dat was even schrikken… Ik had de hele partij het idee, dat ik wel wat beter stond. In ieder geval had ik geen moment het idee, dat zwart beter stond. Houdini haalde mij al snel uit de droom : op de twaalfde zet had zwart zijn dame kunnen offeren door een loper op f4 te slaan, om vervolgens met een paardvork op d3 de dame weer terug te veroveren…. Zwart zag dat, net als ik, tijdens de partij niet, waarop ik de druk hoe langer hoe meer kon opvoeren… Het bleef nog wel even goed opletten na allerlei creatieve gevaarlijke zetten van zwart, maar echt in gevaar kwam ik niet meer Ik mocht mijn eerste winstpunt noteren, zwarte zijn eerste nul.

 

Een dag later, tijdens de receptie van HWP, kwamen we elkaar weer tegen en hebben de partij nog weer uitgebreid doorgenomen… Op de site van HWP is zijn visie van de partij, en de hele bondswedstrijd terug te vinden.

 

Abel speelde aan bord vier een partij met wisselende kansen :

 

Abel over zijn partij  :

 

“ Met zwart kwam ik met voordeel uit de opening en kon ik dus tevreden zijn. Door wat minder accurate zetten kwam mijn tegenstander weer langzaam terug, en de computer beoordeelt de stelling als gelijk. Hierbij moet ik  zeggen, dat ik de stelling als beter voor wit beoordeelde. Door het oprukken van mijn centrum pionnen waren er wat gaten gevallen : mijn tegenstander kon met zijn paard mijn stelling binnendringen. Nadat zijn paard op e6 verscheen, gedekt door een pion op f5, besloot ik dat het welletjes was en offerde ik de kwaliteit voor wat tegenspel. Een foute beslissing achteraf, want de pion op e6 werd levensgevaarlijk. De computer geeft aan dat er eigenlijk helemaal niets aan de hand was als ik gewoon niets gedaan had. Mijn situatie werd steeds penibeler… Op een gegeven moment speelde ik met de gedachte op te geven. De witte koning stond echter ietwat onveilig waarop ik besloot voor mijn laatste kans te gaan. Terecht zo bleek achteraf, want mijn tegenstander begon vervolgens vreemde dingen te doen. Hij gaf wat pionnen weg, ik had een mogelijkheid voor eeuwig schaak. Wit dacht echter uit dit schaak te kunnen lopen, en niets vermoedend speelde hij Kg2. Tg8+ was plotseling dodelijk, omdat er nog een sneaky loper op b8 stond die de koning vluchtvelden ontnam. Mat of dameverlies was onvermijdelijk… : mijn tegenstander koos voor het laatste. Een aantal zetten later besloot mijn tegenstander alsnog de handdoek in de ring te gooien Ietwat gelukkig dus, maar minder blij ben ik er niet om.”

 

Marten speelde weer eens een boeiende partij : het blijft een genot om naar zijn spel te kijken : de ene na de andere fraaie zet rolt uit zijn vingers, hij wist een kwaliteit te veroveren, maar gaf plotseling zijn dame weg.. : de stukken konden meteen in de doos..

 

Bas Dudink :

 

Ik speelde tegen Harry Lips in mijn herinnering een van de sterkste spelers van HWP. Toch apart als je op bord 5 zit. HWP had wat dat betreft een bijzondere opstelling.

 

Dan de partij Grünfeld!! Dat moet jaren geleden zijn dat ik dat tegen me heb gehad. Toch verliepen de eerste 12 zetten nog op bekend theoretisch terrein. Ik heb de zetten uit mijn hoofd genoteerd dus er kunnen een paar zetten zijn verwisseld.

 

De partij wordt interessant op zet 17. e5 lijkt anti positioneel maar is dat niet, aldus letterlijke woorden van Harry. Het idee wordt een paar zetten later duidelijk: f6 is zwak en allerlei mat patronen worden zichtbaar. Zwart idee om een en ander te redden is om zo spoedig molgeijk  torens en dame te ruilen. Dit lukt maar kost wel een aantal tempo's. De witte koning wordt diep in de zwarte stelling geposteerd. In de hoop de a en b pion op te kunnen eten. Ik zet zelfs de pionnen op zwart om de koningzijde dicht te metselen, ook anti positioneel, maar daarom des te leuker.

 

Pionnen snoepen lukt niet en zelfs als het lukt de a pion te eten dan gaat de zwarte koning op c6 staan en kom je nog geen stap verder. Ergo de zwarte stelling heeft net iets te kort zwakke plekken om de winst binnen te halen.

 

 

[White "Dudink"]

[Black "Lips"]

[Result "1/2-1/2"]

 

1. d4 Nf6 2. c4 g6 3. Nc3 d5 4. cxd5 Nxd5 5. e4 Nxc3 6. bxc3 Bg7 7. Be3 c5 8.

Bb5+ Bd7 9. Bxd7+ Qxd7 10. Ne2 cxd4 11. cxd4 Nc6 12. Rb1 O-O 13. O-O b6 14. Qd2

e6 15. Rfd1 Rfd8 16. Bg5 Re8 17. e5 Ne7 18. Nc3 Nd5 19. Ne4 Rec8 20. Rbc1 Rxc1

21. Rxc1 Rc8 22. h3 Rxc1+ 23. Qxc1 Qc7 24. Kf1 Qxc1+ 25. Bxc1 Bf8 26. Nf6+ Nxf6

27. exf6 Bb4 28. Ke2 Kf8 29. Kd3 a6 30. Kc4 Be1 31. Be3 Ke8 32. d5 b5+ 33. Kc5

exd5 34. Kxd5 Kd7 35. g4 Bb4 36. g5 Bd6 37. Bc5 Bf4 38. Be3 Bd6 39. Bc5 Bf4 40.

h4 h6 41. Be3 (41. h5 Bxg5 42. hxg6 fxg6 43. Ke5 a5 44. f4 Bh4 45. f7 Be7 46.

f8=Q Bxf8 47. Bxf8 h5 48. Kf6 (48. Kd5 b4 49. Ke5 h4 50. Ke4 Ke6 51. Bc5 h3 52.

Kf3 Kd5) 48... h4) 41... hxg5 42. hxg5 Bd6 43. f4 1/2-1/2

 

Dirk Lont speelde in een Slavische partij lange tijd heel gedegen. De tijdnoodfase speelde hem weer parten : de tweeëndertigste zet stond hij bijna, volgens Houdini, plus 1.56, alhoewel dat voor spelers van ons niveau niet direct uit de stelling was af te leiden… Op de drieëndertigste zet had Dirk zijn pion op e5 moeten opspelen : iets agressiever, dan het gespeelde Tb6. Dirk probeerde drie zetten later, in flinke tijdnood, de stelling te consolideren, met Td6, maar dat kostte hem ene pion op e5. Dirk spartelde nog bewonderenswaardig lang tegen, maar moest uiteindelijk zijn koning omleggen.

 

En dan nu Bert Spil :

 

Hij behaalt , zoals hij dat zelf formuleert, remise met een “ schwindel”. : “ In een Spaanse opening gaat het gelijk op en Fritz geeft mijn tegenstander Jan Seeleman (met wit) een kleine plus.  We belanden in het eindspel . Ik heb de koning, twee torens, twee paarden en acht pionnen Mijn tegenstander heeft de koning, twee torens, twee lopers, en acht pionnen.

Je zou zeggen gewonnen voor wit. Dat dacht ik althans. Ruim de pionnen op en de lopers beslissen het eindspel. Jan komt er echter niet doorheen, ik probeer de stelling gesloten te houden. Van ellende ruilt hij zijn zwartveldige loper voor één van mijn paarden. Met mijn andere paard probeer ik elke keer een vorkje in het spel te houden op zijn toren en loper.

Hij heeft nog weinig tijd en we spelen een paar keer hetzelfde stuk. (Paard en loper). Ik kijk eens in mijn boekje en zie drie maal Pf6 en drie maal Lc5 staan. Bij mijn laatste zet zeg ik: ”Ik claim remise, driemaal de zelfde stelling”. Mijn tegenstander is totaal verbouwereerd. Er komt geen woord meer uit. Ik denk en wat nu? Ik vraag nog even aan mijn teamgenoot of ik de klok stil moet zetten maar hij weet het ook niet.  Teruggekomen bij mijn bord steekt mijn tegenstander zijn hand uit die ik snel aanneem. De remise is een feit. Ik heb het thuis nog even nagespeeld, maar het was helemaal niet drie maal de zelfde stelling. Mijn tegenstander had de klok stil moeten zetten en de wedstrijdleider erbij moeten halen om het te controleren”

 

Een dag later, op de receptie, kwam ik Berts tegenstander tegen : Seeleman. Hij was wat teleurgesteld, dat hij die stelling niet had kunnen winnen. Het maakte hem weinig uit of die stelling nu drie maal dezelfde stelling was of niet : hij geloofde het ook wel, dus om die reden accepteerde hij het remisevoorstel.

 

 

Tja, het eerste puntje is binnen. Handhaven is nauwelijks nog mogelijk, maar mededegradatie-kandidaat De Uijl moet de eerste winstpartij toch eens gaan opleveren.

 

HWP Haarlem 2 - Caïssa-Eenhoorn 3 4 - 4

 

1          Peter Beerens 1874           -           Bart Voorn 1920                  1-0

 

2          Indra Polak 2150                 -           Ton van Dijk 1860               0-1

 

3          David Joziasse 1888          -           Fred Avis 1906                    0-1

 

4          Eduard Leinwand 1932     -           Abel Romkes 1838             0-1

 

5          Harry Lips 2034                   -           Bas Dudink 1896                ½-½

 

6          Pepijn Steenbergen 1927 -           Marten Ploeger 1895          1-0

 

7          Adrie Pancras 1864            -           Dirk Lont 1752                    1-0

 

8          Jan Seeleman 2003           -           Bert Spil 1798                      ½-½