De Eenhoorn – HSG 2e ronde KNSB 2B 2 november 2013

Zo’n competitiewedstrijd staat al maanden van tevoren gepland, laten we eerlijk zijn. Maar Nova had daar geen enkele boodschap aan: twee dagen voor de match achtte ze de tijd rijp om mee te gaan doen aan deze wonderlijke wereld, wat betekende dat Daan voor de tweede keer vader werd – waarvoor natuurlijk hulde en felicitaties!

Voor de Eenhoorn betekende dit een zoektocht naar een invaller.

En toen deze niet gevonden werd in de vorm van een Van Ojik of in welke vorm dan ook, wist onze non-playing captain dat er maar één ding opzat: zelf het Eenhoorn-tenue aantrekken. De Hongaarse Gullit.

Op papier bezien hadden gemiddeld een kleine honderd ratingpuntjes meer dan onze tegenstander HSG, maar daar zijn we wel vaker ingetrapt. Daarbij was onze tegenstander vers gedegradeerd uit de 1e klasse. Zorgwekkender dan dit alles is dat bij ons de bezieling en scherpte bij veel spelers weg lijkt te zijn. De competitiedagen zijn de enige dagen dat er nog serieus naar een schaakbord wordt gekeken. Ondergetekende is daar zeker debet aan, en dit verslag is dan ook een poging de schaakspirit wat op te vijzelen.

Dat gezegd hebbende zijn we natuurlijk stuk voor stuk talentvolle schakers, en is de sfeer alles behalve mineur te noemen tijdens de ronde zelf.

We komen binnen bij een stand van 0 – 0. Al gauw noteren we het eerste resultaat:

Balla (bord 4, wit)

Recentelijk in het Brainwave toernooi te Amstelveen liet Balla weer eens zien dat er ook een hoog promillage schaken door zijn bloed stroomt, want hij haalde daar netjes de ratingprijs op. Tevens gaf hij zowel Moll als ondergetekende geduchte tegenstand. Uiteraard moest hij dat toch beide keren met een nederlaag bekopen - scherp houden voor belangrijkere partijen is dat.

En die belangrijkere partij kwam bij deze al gauw. Met groot vertrouwen zag ik deze invalbeurt tegemoet, en geheel terecht, want zonder veel moeite kwam hij met wit tot een solide Benoni-achtige stelling. Dit werd later een goede Wolga: wit had een pion geofferd voor veel druk op de zwarte damevleugel. Op zet 15 deed Balla reeds een vredesaanbod, doch zijn tegenstander had nog 5 zetjes langer nodig om te zien dat winnen er vandaag echt niet inzat. Achteraf op rating bezien een matig resultaat overigens, maar daar hebben we het nu niet over; als invaller op bord 4 een halfje pakken is uitermate netjes.

TUSSENSTAND: 0,5 – 0,5

Gilbert (bord 8, wit)

Over matig gesproken: na een kansrijke stelling te hebben opgebouwd tegen de Pirc, dacht ik slim te zijn en liet me vrijwillig in op een trucje:

Vrancken - R. De Jong (stelling na 16...Da5)

Met zijn laatste zet dreigt zwart 17...Txf3 en 18...Dxg5. Ik zag echter dat ik na het geplande Th4 ook nog iets klaar had liggen op Txf3. Aldus geschiedde: 17.Th4 Txf3! 18.Dxg6 Ha! Dreigt mat op h7 en dekt de loper op g5.

Vrancken - R. De Jong (stelling na 18.Dxg6)

Edoch, op mijn tegen-truc had mijn tegenstander nog een (tegen-tegen-)truc klaarliggen. Ja, daar heb ik tegenwoordig echt de kracht niet meer voor. 18...Lh6! was dat - dekt het mat en valt mijn dame aan door de penning te onderbreken.

Gelukkig blijkt de stelling nog in evenwicht na 19.Txh6 Pxh6 20.Dxh6, en valt er nog genoeg te rommelen, dus het team maakte zich nog geen zorgen. Tijd voor koffie en een wandeling.

Dikkie (bord 7, zwart)

Peter had naar eigen zeggen na enige zetverwisselingen vanuit een Kan-Siciliaan nu Frans met een tempo meer. “Helaas speel ik nooit Frans” aldus Peters. Nou ja, een tempo is een tempo, en in een scherpe partij met tegenovergestelde rokades kan dit van doorslaggevend belang zijn.

Jerrel (bord 6, wit)

Jerrel ("Ik ben niet tegen zwarte piet, ik ben tegen sinterklaas") had zich weer prima voorbereid op zijn tegenstander, en zat deze lekker vanuit het boekje helemaal te jerrelen. Meer ruimte, beetje veldjes afpakken, beetje duwen, wat vragen stellen. Het was weer een genot om te zien.

Arlette (bord 5, zwart)

Arlette had een hele andere kijk op het schaakspel dan haar tegenstander; volgens haar was het een redelijk normale partij, waarin ze wel al spoedig het loperpaar bemachtigde en lekker stond. Haar tegenstander bleek echter al vanaf zet drie met afschuw naar zijn stelling te kijken. Toen hij in het middenspel via een petit combinasion een vol stuk verblunderde, werd het dan ook niet geheel duidelijk of dit wel een blunder was, mede door de woorden: "dan ben ik er tenminste vanaf". Op dat soort momenten stellen wij geen kritische vragen, en het puntje werd gretig bijgeschreven. We moeten immers weer eens een wedstrijd winnen.

TUSSENSTAND: 1,5 – 0,5

Henkie (bord 3, zwart)

Visser had een week eerder op het Eijgenbrood toernooi aardig wat elo-punten uitgedeeld aan jong en oud, man en vrouw. Dit gebeurde niet lang na een ijzersterk toernooi in Wenen, waar hij de ene na de andere titelhouder het nakijken gaf. Visser is daarmee de Robin Hood van de Eenhoorn: punten pakken van GMs om ze uit te delen aan 1900-baasjes. Het bleek echter onbedoeld genereus en daarmee onverklaarbaar. Het overkomt (dus) zelfs de besten onder ons. Het probleem is: zoiets gaat toch in je hoofd zitten spoken.

In deze competitiepartij kwam Henk-Jan naar eigen zeggen iets te rustig uit de opening, waardoor de sterkere schaker pas later in het middenspel zou blijken. Het kostte Henkie wel veel tijd om een voordeeltje uit te bouwen; net toen hij klaar stond om het puntje binnen te tikken, liep hij in tijdnood eerst tegen een plaagstoot en een paar zetten later vol tegen een rechtse directe aan:

Van der Wijk – Visser (stelling na 30.g3)

Wit heeft net sneaky 30.g3 gespeeld, en lokt daarmee Visser uit de tent: 30...d4 31.Le4!

Vervelend in tijdnood, als je denkt materiaal te gaan winnen. Dat kost dan weer een minuutje. Maar zwart staat nog steeds prima na het gespeelde: 31...Txe3 32.fxe3 Lxe3 33.Dd3:

Van der Wijk – Visser (stelling na 33.Dd3)

Met nog 1 minuut op de klok mist Visser hier echter een belangrijk stellingsmotief: 33...Txe5?? Eerst even ruilen op d3 is beter. Nu heeft wit namelijk: 34.Txe3!. Chop! Iets met onderste rij. Gelukkig zag Henk-Jan dit nog op tijd, ruilde dames en wist waggelend de tijdnoodcontrole te halen. Met een diepe zucht en een blauw oog (een kwaliteit minder) ging Henkie in de touwen hangen. We wrijven ons even door de ogen en lopen verder.

Moll (bord 2, wit)

Moll had met wit vanuit 1.d4 weer een fraaie, dynamische stelling op het bord getoverd. Op zet 7 waren beide spelers op zichzelf aangewezen waarbij Moll de stelling had die gemakkelijker speelde. Toen zwart zich een al te actieve damezet veroorloofde, kon Arne met tempo zijn stukken ontwikkelen, wat hem een kwaliteit meer opleverde:

Moll - Pandelaar (stelling na 18...Db4)

Met 18.a4! Db4 19.a5 Lxa5 20.Pxa5 Dxa5 21.Lxa8 Txa8 pakte wit de kwaliteit mee. De druk was nu wel van de ketel, dus hiermee begon ‘de tweede partij’, zij het met wat meer materiaal. Minimaal remise en we lopen weer even door.

Monty (bord 1, zwart)

Monty had wat lichte druk te verduren in de opening, maar het leek daar allemaal niet heel erg uit balans. Wit had echter een plezierig ruimtevoordeel in het centrum en toen Monty op de damevleugel een pion snoepte, stonden wits stukken optimaal opgesteld voor een krachtige doorbraak over de e-lijn. Nadat de rookwolken waren opgetrokken bleek de schade een kwaliteit te zijn, in ruil voor een pion:

Nagtegaal - Monteban (stelling na 40...Txe5)

Dat werd bikkelen. Een kansrijk eindspel voor wit, maar deze koos ervoor om het een eindspel verder te vereenvoudigen tot T+P+pion tegen T+3 pionnen:

41.Tfxf6 Lxf6 42.Txf6 Te4 43.Pf3 Txc4. Waarschijnlijk had het eerdere eindspel meer kansen geboden, want Monty ging nu taai doen waardoor wit niet verder leek te komen.

Gilbert (bord 8, wit)

Terug bij mijn eigen bord was ik inmiddels van de schrik bekomen. Ik had maar weer geaccepteerd dat normaal proberen te schaken me vaak nergens brengt, en na twee rommelzetten tastte mijn tegenstander gelukkig alweer mis, waarna ik materiaal won en uiteindelijk een dame-eindspel met drie pionnen meer overhield. Ondanks mijn bedenkelijke spel liet hij zich dit niet meer te bewijzen en ik nam dankbaar het punt in ontvangst.

TUSSENSTAND: 2,5 – 0,5

Jerrel (bord 6, wit)

Jerrel had ondertussen een kans op een snel punt aan zich voorbij laten gaan:

Thakoerdien - Henseler (stelling na 23...h4??)

Hier kun je prozaïsch 24.Pd5! spelen, waarna hele zware zwarte stukken in de doos verdwijnen en je aan het bier kan. Maar dat hoeft niet. Dat doe je niet, als je in ‘the zone’ zit. En daar zat Jerrel. Hij speelde, nee, schoof 24.c5, eigende zich consequent weer wat veldjes toe, ruilde wat overbodige stukken en met twee verbonden vrijpionnen gaf hij een passender einde aan de partij:

Thakoerdien - Henseler (stelling na 39...Td7)

Wit bekroonde de partij met: 40.Dh6+ Ph7 41.e6 Txd6 42.exf7, want op 42...Txh6 volgt 43.Tg8 mat. Fraai, en met 2 uit 2 laat Jerrel zien een grote aanwinst te zijn voor het eerste.

TUSSENSTAND: 3,5 – 0,5

Dikkie (bord 7, zwart)

Hoewel zwarts stelling erg kansrijk oogde, was een wit aanvalsplan gemakkelijker te verzinnen:

Bes - Doggers (stelling na 21.Dg5)

Het is niet meteen duidelijk hoe zwarts aanval verder hoort te verlopen, maar 21...axb3 22.cxb3 Lb5! was een goede poging geweest, om vervolgens een toren op de c-lijn te zetten en met de dame naar de a-lijn te gaan om a2 te belegeren. Zwart koos echter begrijpelijk voor 21...Kh8?! om uit nare penningen te blijven, maar na 22.Tg1 met het plan Tg1-g3-h3 wordt duidelijk dat de zwarte koning in moeilijkheden blijft verkeren. Dikkie kreeg de coördinatie niet rond tussen verdediging en aanval, en kon even later twee witte torens op de h-lijn niet meer verweren.

TUSSENSTAND: 3,5 – 1,5

Nog drie partijen bezig, maar waar bleef dat ene puntje? Ging Moll dat wel winnen? Want Monty stond bedenkelijk en Visser nog bedenkelijker.

Henkie (bord 3, zwart)

De tegenstander van Henk-Jan had schijnbaar grote morele bezwaren een wankelend persoon tegen de grond te werken, want hij knoopte na de tijdnood een hele reeks onverklaarbare zwakke zetten aan elkaar. Visser krabbelde op, keek weer een stuk helderder uit zijn ogen en durfde zelfs weer rechtop te gaan staan. Toen kwam de gedachte in hem op: “ik ga hem gewoon nog pakken!”. Zoals gezegd, na zo’n Eijgenbrood-toernooi zit je toch net wat anders achter het bord.

Van der Wijk – Visser (stelling na 52.Kf6)

In goede doen onderkent Visser hier dat er gevaar dreigt. Dan speelt hij 52...Tf2+ en haalt zo een hoop narigheid uit de stelling. Door vormcrisis en waarschijnlijk door zijn hernieuwde enthousiasme ging Henkie hier echter frivool aan de koningswandel met 52...Kg4??. Na het voor de hand liggende antwoord 53.Td4+ trok hij wit weg. De koning zit in een matnet. Gelaten wierp Henkie de handdoek in de ring – wat hem weer op een reprimande kwam te staan van Moll: “Een echte vechter geeft niet gelaten op na zo’n blunder. Die pakt vol zelfhaat meteen de eerste bus naar huis.” Hoe het ook zij, bij thuiskomst had Henkie deze partij alweer meteen onder de loep genomen en netjes geannoteerd, wat hoop geeft op een spoedig herstel.

TUSSENSTAND: 3,5 - 2,5

Moll (bord 2, wit)

Zelf liet Moll in lichte tijdnood het touw af en toe vieren, maar zijn tegenstander greep telkens mis. De laatste kans was in onderstaande stelling:

Moll - Pandelaar (stelling na 41.Ld6)

Als witspeler zit je hier niet te wachten op 41...f5! met actief tegenspel voor zwart. Er volgt bijv. 42.Kh2 fxe4 43.fxe4 Pf6 44.e5 Pd5 45.Tf3 Tb6 46.Da2 Db7 en het is lastig te zien of wit dit nog gaat winnen.

Zwart speelde echter 41...Pf6? waarna wit meteen dames ruilde met 42.Db8! Hiermee verdwenen zwarts grootste tegenkansen tegen wits verzwakte koningsstelling, en restte hem niet veel anders dan lijdzaam toezien hoe Moll het puntje binnenhaalde. Overigens werd dit lijden ernstig verlengd, omdat Moll principes had in een glad gewonnen eindspel:

Moll - Pandelaar (stelling na 60...Ke8)

Rond dit tijdstip ben ik vaak moe en wil ik eten, speel ik Kg5 en Th7xh5, geef ik een hand, ruim ik de stukken netjes op, en stap in de auto. Zo niet Moll. "Ik wilde met de d-pion winnen". Nou ja, ieder zijn fetisj, zeggen we dan. Als de vis al op het droge ligt, hoef je de beste man niet meer te leren vissen (vrij naar Confucius). Op zet 71 stopte het spartelen.

TUSSENSTAND: 4,5 - 2,5

En daarmee was de eerste overwinning van het seizoen een feit.

Monty was ondertussen onbuigzaam en zijn tegenstander kon niet langer voorkomen dat zwart afwikkelde naar een theoretisch remise-eindspel:

Nagtegaal - Monteban (stelling na 88.Tc4)

De laatste pionnen werden geruild middels 88...g3 89.hxg3 hxg3 90.Kxg3 en dat luidde de laatste beproeving in: K+T+P tegen K+T.

Dat l'Ami dit eindspel enkele jaren geleden nog van Carlsen verloor is voor de Eenhoorn niets meer dan een statistiek, en Monty houdt zoiets dan ook soepel remise. Toch willen tegenstanders dat dan zien, en Monty was zo vrij om tot zet 138 door te gaan, alvorens hij aangaf dat hij toch echt een keer thuis verwacht werd. Loon naar werken en een knappe remise aan het eerste bord.

En zo noteren wij een nette 5 – 3 overwinning. Naar mijn idee een passende uitslag.
Alle uitslagen nog in een handig overzichtje:

     Caissa-Eenhoorn                     2186   – HSG                                   2062        5     3

1. FM Martijn Monteban                2255   – Kees Nagtegaal               2210        ½    ½

2. Arne Moll                                     2232   – Vincent Pandelaar          2078        1     0

3. Henk-Jan Visser                        2238   – Wim van der Wijk             2143        0     1

4. Tom Balla                                    2044   – Herman van Engen         1978        ½    ½

5. WIM Arlette van Weersel          2181   – Martijn Benschop             2010        1     0

6. Jerrel Thakoerdien                     2154   – Jorgen Henseler              2043        1     0

7. Peter Doggers                             2148   – Daan Bes                          2127        0     1

8. Gilbert Vrancken                        2233   – Roel de Jong                    1909        1     0

 

Gilbert Vrancken

1 thought on “De Eenhoorn – HSG 2e ronde KNSB 2B 2 november 2013

Reacties zijn gesloten.