Op een prachtige lentedag, zoals vele eerdere dagen in een winter die geen winter was, boekte het eerste team een stralende overwinning op de Westlandse Schaakcombinatie. De cijfers, 2.5-5.5 voor de bezoekers, waren niet geflatteerd te noemen - er zat zelfs meer in. Tegelijkertijd was 4.5-3.5 voldoende geweest: grip houden op De Wijker Toren, die in de volgende ronde koste wat kost verslagen dienen te worden.
Op zaterdag 29 maart stond de verste uitreis van het seizoen op het programma, die ons ons met twee treinen en een bus in een klein paradijs bracht. Buurtcentrum De Ark in De Lier bleek over een misschien wel perfecte speelzaal te beschikken: ruimte voor acht verspreide tafels en een arbitersplek - en niet meer dan dat - en een directe doorgang naar een buitengewoon verleidelijk terras, alweer Henk-Jan zijn intenties kenbaar maakte door nog voor het begin van de ronde een bankje te slopen! Op dat moment kon hij nog niet bevroedden dat een zekere verwoestingswens zich later andermaal meester van hem zou maken. Gelukkig was er, zo'n tien minuten voor één, nog niets vernomen van de tegenstanders, zodat dit wapenfeit, zonder er nog meer woorden aan vuil te maken, de annalen in kan.
Dan de wedstrijd, die voor even spannend was. Vanaf het begin zag het er prima uit voor “de onzen” en met een ratingoverwicht op vrijwel alle borden (2212 vs. 2087 gemiddeld) kon dat niet echt misgaan, zo dacht Arne ongetwijfeld toen hij als een gelouterde grootmeester in deze stelling een solide halfje pakte.
Aagaard (2105) - Moll (2233)
Stelling na 20...Pd3
(Later zou blijken dat de heer Moll toch voornamelijk een afnemende scherpte in het vijfde speeluur vreesde. “Ik weet dat van mezelf al jaren, vandaar dat ik af een toe een snelle remise niet erg vind,” zo vertrouwde hij zijn teamgenoten toe. We worden oud!)
En hij vreesde nog meer. Na een korte analyse in de stralende zon maakte Arne een rondje langs de velden en kreeg opeens het schrikbeeld dat we weleens met 0.5-7.5 zouden kunnen gaan winnen! Dan ben je met je halfje toch wel de schlemiel van de avond. 'Gelukkig' voor hem liep het al snel anders: vrijwel iedereen had de stelling van Jerrel overschat, inclusief hijzelf.
Thakoerdien (2147) - Van Dijk (2076)
Stelling na 21...cxb5
Dit ziet er heerlijk uit, toch? Die zwakke witte velden bij de zwarte koning, een 'doepieloper', die c-lijn... We geven Jerrel zelf het woord.
“Een partij waar ik al snel voordeel had. Ik overschatte de stelling echter volledig en i.p.v. aan de noodrem te trekken, deed ik vanaf zet 22 eigenlijk geen goede zet meer.”
22.Df5
“In de partij dacht ik steeds wat staan mijn paarden slecht. Helaas vond ik vandaag de zetten niet. 22.Pe1 Pb6 23.Pd3 Pc4 24.Pc5 Tc6 25.Pe2 Df7 26.Pc3 was het plan.”
22...Pb6 23.Tc5 g6 24.Dd3 a6 25.Tfc1?!
“En vanaf hier kan ik achter elke zet van mij minimaal één vraagteken zetten. 25.Db3 was de laatste kans om de stelling in ieder geval in evenwicht te houden.”
25...Le7 26.Tc7 Ld6 27.Tb7 Pc4
28.Ph5 Le7 29.Pg3 Dc6 30.Txe7 Txe7 31.Pe5
31...Pxe5 0–1
Oeps. Zou het dan toch tricky worden? Was het wel terecht dat we aanspraak menen te maken op de eerste klasse? Wat was dit oude vriendengroepje eigenlijk nog waard?
Maar, op een knotsgek tijdnoodduel na, was dit het eigenlijk wel wat WSC betreft. Eén voor één vielen de thuisgasten om.
Allereerst de partij van Arlette, die soepel en gedecideerd de sterkste WSC-speler ombracht en dus sterk terugkwam na een slecht verlopen Reykjavik Open:
Pietersma (2188) - Van Weersel (2173)
Stelling na 27.Db6
Zwart heeft de typische damevleugelmeerderheid van het Grünfeld-Indisch, maar wit lijkt te irriteren met de dame op b6. Da's echter maar schijn: het nuchtere 27...Td7! dreigt met 28...Ld4 een volle dame te winnen en wit doet er dan het beste aan om met 28.e5 een boer te geven. Maar Arlette's
27...Db4 28.Dxb4 Pxb4 29.Tc1 Lh6
was ook niet slecht! Na
30.Tc4?! Pc6!
bleek opeens hoe slecht de witte stukken stonden. Er is geen tijd voor 31.Pd5 vanwege 31...Pe5 en dus
31.Le2 Lxf4! 32.gxf4 Pd4
Hier was 33.Ld1! Pe6 34.Lg4! het taaist (vanwege 34...Pxf4 35.Tc8!). In de partij was
33.Lg4 Pxb3
niet moeilijk te winnen.
Het volgende punt was voor Gilbert, die goed gekeken heeft naar een dvd van Viktor Bologan.
Brasser (2156) - Vrancken (2213)
Wit heeft zojuist 11.Ph4 gespeeld en dat paard wil natuurlijk naar f5. Volgens Vrancken is zijn volgende reactie standaard:
11...exd4! 12.Dxd4 Pc5 13.Pf5 Lxf5 14.exf5 d5
“Wit heeft wat strategische plannen door elkaar gehaald. Zwart zag de kans de fraaie loper op a2 buitenspel te zetten, en wit vindt geen manier hem weer in het spel te betrekken,” aldus Gilbert.
Hier had wit nog aardig spel kunnen behouden met 15.b4!? gevolgd door 16.b5, zoals aangegeven door Arne. In de partij was de loper op a2 werkelijk niet meer dan een jurylid van The Voice wiens stoel maar niet wil omdraaien. Tot aan het volgende moment van onachtzaamheid.
45...c5
Laat een (kansloos, laten we wel wezen) stukoffer toe waar Gilbert bang voor was. Hoewel het correct is dat 45... bxc3 correct is, had Gilbert na 46. cxb4!?, de laatste praktische kans voor wit, ongetwijfeld ook gewonnen.
En zo werd een achterstand al snel een voorsprong. Ergens daarna verloste mijn tegenstander zich uit zijn lijden door de partij op te geven. Zeker niet te vroeg, want het was zo goed als pat:
Doggers (2143) - Kindt (1964)
Stelling na 41...Te5
Zwart kan werkelijk nog maar één ding doen hier: Te7-e5-e7-e5. Ik heb zelden iemand zo met de rug tegen de muur gekregen. Natuurlijk was ik op zoek naar een daadwerkelijke zetdwangstelling, maar na een tijdje turen merkte ik dat ik gewoon een volle toren voor kom te staan door op het juiste moment de zwarte toren, Pe8 en Lc7 te slaan.
42.Lg3! (om veld e1 te dekken) 42...Te7 43.La4 en opgegeven. Ik was van plan verder te gaan met (sadistisch, maar wat moet je anders) 43...Te5 44.Tb7 Te7 45.Lc6! Te5 en dan alles eraf slaan.
Daan Zult won daarna en op het oog (sorry, oor) geruisloos. Hij stond al een kwal voor, offerde die daarna weer terug en maakte het karwei vervolgens af. Toch? Nou, we laten hem zelf maar aan het woord:
Valstar (2048) - Zult (2287)
Stelling na 45.Pfg4
“Hier voer ik in principe de (een) winnende combinatie uit, om halverwege vanwege een gemist zetje toch in paniek te raken. Een zeer prima partij eindigt toch nog slecht.”
45...Th3 46.Pf2 Tg3 47.Ph1 Th3 48.Pf2 Dh4 49.Pxh3 Lxh3 50.Dxa4
50...Lxg2+
“In lichte paniek gespeeld. Hier was ik oorspronkelijk het (toch) winnende 50...Dg3 van plan. Maar ineens schrok ik me wezenloos vanwege 51.Da7+ Kh6?? 52.Pg4+ (gemist, dat verdomde paardje daar in de hoek) met winst voor wit! Echter, i.p.v. 51...Kh6 kan de zwarte koning gewoon naar f6–e6 wandelen waarna wit mat gaat... Zeer slecht dat ik dit gemist heb, maar het wordt nog erger...”
51.Kxg2 Dg3+ 52.Kh1 Pxf3?
“En hier, i plaats van 53.Dd7+ te spelen, gaf de man op! We hadden beide het volgende paardoffer + eeuwig schaak gemist: 53...Kh6 54.Pg4+! Kg5 55.De7+! Kxg4 56.Dd7+ en remise zou het resultaat geweest zijn.”
Martijn had vanuit de opening een lekkere stelling gekregen, maar vlak voor de veertigste zet leek hij de controle te verliezen.
Monteban (2248) - Hofman (2142)
Stelling na 35...Tcc1
Waar 36.a4 of 36.Pe4 goed zijn speelde Monty
36.f5?! Lc7! 37.fxe6+ Kxe6 38.Pf5?! Th1! 39.h4 Th3+ 40.Ke4 Tg1 41.Pd4+ Kf7 42.Tc2
Gelukkig verslapte de zwartspeler vlak na de tijdcontrole met...
42...Le5?
...en Monty was er als de kippen bij:
43.Pf3! Txg4+ 44.Kf5 Tg7 45.Pxe5+ fxe5 46.Tc7+ Kg8 47.Txg7+ Kxg7 48.Kxe5
Zo, da's andere koek. Ongetwijfeld gedemoraliseerd wist zwart zich niet heel taai te verdedigen.
48...Txh4 49.e4 Kf7 50.Tc3 Th5+ 51.Kd6 Tb5 52.e5 Tb6+ 53.Kd7 a5 54.Tf3+ Kg6 55.e6 1–0
En dan missen we nog één partij: die van Henk-Jan. Helaas heb ik die nog niet mogen ontvangen, dus we moeten het zonder doen. Het komt erop neer dat hij enkele eerder genoemde concepten (een opgesloten loper op a2, een paard op f5) fraai wist te combineren tot een winststelling, maar die eeuwige, vermaledijde tijdnood degradeerde de partij andermaal tot een loterij.
Dan kan het gebeuren dat je een geforceerde winst (als in: schaak, schaak, schaak, tok, opgegeven) mist en met een ruïne blijft zitten na de veertig. Eigenlijk viel dat nog mee en misschien kon Henk-Jan nog steeds op winst spelen, maar ook in het vijfde uur dacht hij buitengewoon lang na voor zijn eerste paar zetten, en in de tweede tijdnoodfase had Caïssa geen medelijden meer. Een onnodig verlies die hard aankwam, maar aan de andere kant kunnen we in de volgende wedstrijd wel een Henk-Jan gebruiken die iets komt slopen.


















Leuk verslag, leest lekker weg met mooie fragmenten en leuke frases. Succes volgende wedstrijd. Groeten van een Eenhoorn-fan uit Zaandam 😉