12e Week in De Kreek

Het is de elfde van de elfde. Start van het carnavalsseizoen en zingen met Sint Maarten. Heeft de heilige ooit zelf geschaakt? Dat moet haast wel; hij (geboren in Szombathely) komt uit het gebied dat nu Hongarije heet.

Zeker is dat er in Sint Maarten is geschaakt. Dorp bij Schagen, waar in 1884 dokter Adriani woont en hij wint begin mei een prijs in een schaakwedstrijd in Sint Maartensbrug. Half januari 1941 overwegen liefhebbers om een schaak- en damclub op te richten. Hoofdonderwijzer Wolters is de initiatiefnemer en de burgemeester zal simultaan geven, in dammen en schaken tegelijk. Dat gebeurt op zaterdagavond 25 januari in café De Tuinbouw, waar de grote zaal te klein is om alle deelnemers (27 schakers en 16 dammers) te herbergen.

De derde keer dat er sprake is van schaken in Sint Maarten is in januari 1984, als schaakclub ’t Centrum een rapidtoernooi houdt. Arie Breidenbach (de bekende wedstrijdleider van Wieringermeer) wint, voor VVV’er Gerard de Geus. Piet Weel uit Ursem, oud-lid van Caïssa, wordt in groep 3 tweede.

Als op deze dinsdagavond in De Kreek alle partijen zijn begonnen, trekken de twee nog open staande bekerduels extra aandacht. Lex Griffioen neemt het op tegen Bas van den Berg en zij spelen op dezelfde tafel als Jan Schagen en Arnold van der Wolff die voor de clubcompetitie in actie komen. Als ik bij ze sta, hoor ik de vier bijna gezamenlijk zeggen: ,,Het is de elfde van de elfde en de elfde ronde.’’

,,En Erwin Brouwer staat elfde’’, voegt Arnold er nog aan toe. Erwin zit in een hoek van de zaal tegenover jeugdspeler Niels Appelman. Ik kijk even naar de elfde zet: Dxe2 c6. Zojuist zijn de witveldige lopers geruild en er is van beiden een pion van het bord. De stelling ziet er gelijkwaardig uit en zal dat nog eens tien zetten blijven. Als de strijd ontbrandt, verslikt de met wit spelende Niels zich in een loperzet, waardoor hij de kwaliteit verliest. De partij krijgt een abrupt einde met een schaakvork en dameverlies. Erwin stijgt een plaatsje, Ron Deen wordt de nieuwe nummer 11.

De tweede bekerpartij is die tussen onze clubtoppers Peter Holscher (koploper in de clubcompetitie) en Ton Wessels. Die is heel snel afgelopen, omdat Peter een vergissing maakt en een beroerde stelling krijgt. Dat hij verliest is tot daar aan toe, ,,maar dat ik uit het bekertoernooi lig, daar baal ik het meeste van.’’

Ondertussen voert Bas tegen Lex de druk op en na een spannende strijd en tijdnood voor zijn opponent kwalificeert ook hij zich bij de laatste zestien. Alle namen zijn nu bekend en in de bar vindt weer de loting, nu voor de derde ronde, plaats. Dat gebeurt op een stil plekje, met Frank Tieken weer als trekkingsvrijwilliger. ,,Moet er nog een getuige bij?’’ vraag ik, als Johan Paul Hendriks de geplastificeerde lootjes controleert. ,,Het is geen bruiloft’’, antwoordt Frank. Maar Frank loot goed. Er liggen weer veel spannende partijen te wachten; Frank moet overigens zelf tegen Ton Wessels.

Door Arend Stapel en Aad Laan wordt de clubsfeer in optima forma uitgebeeld. Ze hebben een meeslepende partij gespeeld met kansen over en weer. Op de grote stamtafel bij de bar wordt een bord gezet om alle voors en tegens te analyseren, met eigen commentaar en dat van verschillende van de twintig clubgenoten die nog aanwezig zijn.

De elfde van de elfde nadert zijn einde. Carnaval is er al geweest op het bord van onze eigen prins Wim. Hij staat verloren tegen Rinus van de Krol die echter een onmogelijke slotzet uitvoert met pat als resultaat. Er klinkt nog net geen alaaf in de speelzaal.