Van medaille tot digitale klok

Op de laatste clubavond van het afgelopen seizoen (dinsdag 16 juni) hebben Robbert van Dijkhuizen, Joseph Molenaar en Arend Stapel de prijzen van Caïssa-Eenhoorn en vooral zijn illustere voorgangers gefotografeerd. Dat leverde de ontdekking op van een unieke medaille: de kampioensmedaille van het seizoen 1924-1925.

DSC_2601

Caïssa werd op 15 januari 1922 opgericht. In het begin waren er weinig activiteiten behoudens het spelen op de clubavonden. Wedstrijden tegen andere verenigingen stonden nog niet op het programma. Er waren in de Kop van Noord-Holland sowieso weinig clubs; welgeteld vijf: Aris de Heer (Middenbeemster), Lasker (Uitgeest), Morphy (Den Helder), VVV (Alkmaar) en Caïssa.

Een enkele keer nam een Caïssa-speler deel aan een vierkamp. Het 50-jarig bestaan van de Nederlandsche Schaakbond in 1923 werd onder anderen gevierd met een tweedaagse wedstrijd in Alkmaar. Op 21 en 22 mei speelden 68 man tegen elkaar in vierkampen en na afloop gaf Max Euwe simultaan in een wedstrijd die drieënhalf uur duurde. Zijn score: 32 overwinningen, 9 remises, 3 nederlagen. De latere wereldkampioen – winnaar in de hoogste vierkampengroep – verloor van C. Terra (Uitgeest) en de Caïssa-spelers Johan Hinke en Wim Tensen. Hinke was ingedeeld in de eerste klasse B en veroverde net als P. Hartog (Alkmaar) en  P. Bol (Amsterdam) twee punten. Door loting ging de tweede prijs naar de schaker uit Spierdijk; de eerste naar Hartog. In de derde klasse C won clubgenoot Gerard Haring, de latere voorzitter van Caïssa, zijn drie partijen.

Caïssa’s jaarvergadering van maandag 29 september 1924 was een belangrijke. De Nieuwe Courant van woensdag 8 oktober 1924: ,,Maandag 29 Sept. hield de Hoornsche Schaakclub Caïssa een goedgeslaagde en geanimeerde vergadering in haar vereenigingslokaal Hotel De Roskam alhier. Besloten werd dat de bijeenkomsten in het vervolg des Dinsdags zullen plaats hebben en dat de club zich zal aansluiten bij den Nederlandschen Schaakbond om dan tevens deel te nemen aan de competitiewedstrijden. Voorts werd besloten om in samenwerking met den Ned. Schaakbond een eendaagsche wedstrijd in Hoorn te houden, de datum van dezen wedstrijd zal nog nader bekend gemaakt worden. De onderlinge wedstrijden zullen gehouden worden in groepen van 4 spelers, de prijzen zullen uit kunstvoorwerpen bestaan. De Secr., de hr C. Kreijger, Gr. Oost 27, is gaarne bereid belangstellenden te introduceeren.’’

Caïssa speelde op zondag 24 oktober 1924 de eerste bondswedstrijd uit zijn bestaan. Het seizoen 1924-1925 was overigens pas het vijfde, waarin de Nederlandsche Schaakbond een bondscompetitie had georganiseerd. De eerste bondscompetitie had plaats in het seizoen 1920-1921, maar al veel eerder werd er door de bondsbestuurders over gesproken. Tijdens de jaarvergadering van de Nederlandsche Schaakbond in 1903 (op zondag 2 augustus in de foyer van het Concertgebouw in Hilversum) kwamen bij de rondvraag verschillende aanwezigen met ideeën om het schaken populairder te maken. ,,De heer Olland meent dat er geen beter middel is om den Bond bekend te maken dan het uitschrijven van een groot aantal wedstrijden in elk seizoen. Vooral op de ‘competities’ tusschen schaakclubs, indertijd aanbevolen door den hoofdredacteur H. Kolsté, vestigt spr. de bijzondere aandacht van het bestuur’’, kon men twee dagen later in het Algemeen Handelsblad lezen.

En in De Telegraaf van woensdag 21 oktober 1903: ,,Dit jaar en het begin van het volgende zullen in verschillende steden des lands competitiewedstrijden in het schaakspel gehouden worden. Er zullen in het geheel 10 dergelijke schaakwedstrijden gehouden worden, t.w.: telkenmale 2 te Amsterdam, Rotterdam, ’s-Gravenhage, Utrecht en Leiden, en steeds op een Zondag. De eerste wedstrijd wordt gehouden op Zondag 8 November a.s., de laatste in Mei 1904. Hiervoor zijn 8 medailles uitgeloofd. Elke club komt uit met 10 van de sterkste schaakspelers.’’

LSG (Leiden), met de eerder genoemde Olland aan het eerste bord en remise spelend tegen Esser, won die eerste wedstrijd met 5½-4½ van Utrecht. Het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap eindigde in de competitie op de eerste plaats, net als in het seizoen 1904-1905, maar daarna was het met de belangstelling voor dit initiatief gedaan. Uit het Algemeen Handelsblad van 18 december 1905: ,,De pogingen door den Nederlandschen Schaakbond gedaan een algemeenen competitiewedstrijd voor Noord- en Zuid-Holland tot stand te brengen zijn mislukt, toen enkele groote clubs hare medewerking niet toezegden.’’

Vijftien jaar later, in een tijd dat de interesse voor het schaken weer toenam, hadden de pogingen meer succes en ging de eerste officiële competitie van de Nederlandsche Schaakbond van start (seizoen 1920-1921). ASC, de Amsterdamsche Schaakclub, werd de eerste landskampioen. De ‘eredivisie’ telde vijf deelnemers. In volgorde: ASC (Amsterdam), Utrecht, VAS (Amsterdam), DD (Den Haag) en NRSV (Rotterdam). Bartholomeus Joannes Mattheus Markx, een bekend probleemcomponist en in 1930 naar Hoorn verhuisd om daar als apotheker aan het Groote Noord te werken, was een van de DD-spelers.

De vijf clubs vonden zich te sterk voor de overige schaakverenigingen in Nederland, waardoor er jarenlang geen degradatieregeling gold. BSG (Bussum) werd in 1930 de eerste club die naar de eerste klasse promoveerde.

We keren weer terug naar Caïssa’s debuut in de bondscompetitie, in het seizoen 1924-1925. Alleen de districten  Noord- en Zuid-Holland hadden regionale competities met de tweede klasse als hoogste niveau. In de Noord-Hollandse tweede klasse A speelde VVV (kampioen) tegen Aris de Heer en Morphy. ASC 2 (Amsterdam) toonde zich de sterkste in 2B. Vaak werd er een extra wedstrijd geregeld, tussen de kampioenen van 2A en 2B, om het algeheel kampioenschap van de tweede klasse. De winnaar kreeg overigens niet het recht om te promoveren, omdat de topclubs in de eerste klasse promotie niet toestonden.

Caïssa werd als debutant ingedeeld in de derde klasse A, bij Aris de Heer 2, Morphy 2 en VVV 2. In 3B speelden Haarlemsch Schaakgenootschap 2, Lasker (Uitgeest), Weesp 2, VAS 4 (Amsterdam) en Zaandam en in 3C Amsterda 2 (zonder ‘m’), ASC 4 (Amsterdam), VAS 5 (Amsterdam) en Weesp 3.

De eerste bondswedstrijd van Caïssa – op zondag 26 oktober 1924 – had plaats in de Stadsmuziektuin in Alkmaar, het clublokaal van VVV, en de eerste tegenstander was het Helderse Morphy 2. Dat beschikte echter over acht man, terwijl de competitie met tientallen werd gespeeld. De Hoornse ploeg had er geen moeite mee dat twee leden van VVV (Tegel en Veldman) bij Morphy 2 meededen, mogelijk om te voorkomen dat twee eigen spelers voor niets zouden hebben meegereisd naar Alkmaar. Aan het tiende bord won Tegel van C. Stam, maar de naast hem zittende Veldman verloor van E. Randshuijsen. Caïssa zegevierde met 7-3. Later op de dag hield Morphy 2 Aris de Heer 2 op een gelijkspel (5-5).

Zondag 14 december 1924 is de datum van de eerste bondswedstrijd in Hoorn. Caïssa ontving toen Aris de Heer 2 dat anderhalve week eerder VVV 2 had verslagen. In hotel De Roskam triomfeerde de thuisploeg met 7-3, waarmee Caïssa zijn tegenstander uitschakelde voor de eindzege.

Caïssa (links op alle tafels) en Aris de Heer 2 staan op het punt van beginnen in de eerste bondswedstrijd ooit in Hoorn gespeeld.

Caïssa (links op alle tafels) en Aris de Heer 2 staan op het punt van beginnen in de eerste bondswedstrijd ooit in Hoorn gespeeld.

VVV 2 was de laatste opponent en de Alkmaarders kwamen op dinsdagavond 10 maart 1925 naar Hoorn. Tegel (invaller bij Morphy 2 in de eerste wedstrijd van Caïssa) deed weer mee, maar moest nu zijn meerdere erkennen in Piet Velzeboer.

Het verslag in de Nieuwe Hoornsche Courant van donderdag 12 maart 1925: ,,Dinsdagavond had in het clublokaal De Roskam de laatste competitiewedstrijd plaats tusschen Caïssa I en VVV II Alkmaar. Alhoewel beide tientallen niet op zijn sterkst uitkwamen, was de tegenstand van de Alkmaarders grooter dan verwacht werd. Het begin was voor Caïssa niet bevredigend, want na zeer korten tijd waren reeds twee partijen voor haar verloren. Gelukkig draaide de krijgskans en kwam Hoorn aan het woord, zoodat na twee uur spelen de stand 4-2 in hun voordeel was en de wedstrijd tenslotte eindigde met den stand 4½-3½ in het voordeel van Caïssa en twee onbesliste partijen, welke naar den competitieleider werden afgezonden ter arbitrage. Ons inziens zal Caïssa uit deze beslissing gunstig te voorschijn komen, wijl Ruijgrok bij beteren stand een pion en Tensen twee pionnen voor is. Waren echter in het ongunstigste geval beide partijen voor remise verklaard, dan nog is Caïssa door hare 5½-4½ overwinning ongeslagen kampioen van hare afdeeling.’’

Vijf dagen later meldde de krant op de voorpagina dat de partij van Ruijgrok bij arbitrage remise heeft opgeleverd en dat aan Tensen het volle punt is toegekend. Daardoor werd de eindstand 6-4 en veroverde Caïssa in zijn eerste bondsseizoen meteen het kampioenschap.

De spelers die voor die prestatie hebben gezorgd zijn: W. Tensen 3-3, K. de Vos 3-3, L. Ruijgrok 3-2½, C. Kreijger 2-2, P. Velzeboer 2-2, J. Heideman 3-2, E. Randshuijsen 2-1½, ds A. Bolland 1-1, A. van den Burgh 3-1, G. Haring 3-1, mr H. Fruin 1-½, J. Neefjes 1-½, C. Ursem 1-0, C. Stam 2-0.

Anno 2015 verdient iedere kampioensploeg van de Noordhollandse Schaakbond een digitale klok. Negentig jaar geleden waren die nog niet uitgevonden en waren vooral medailles in trek als prijs. Arend, Joseph en Robbert hebben meer medailles (en ook lauwerkransen en bekers) gefotografeerd en tot de start van de komende clubcompetitie zal ik aan de hand van die prijzen nog enkele verhalen maken.

DSC_2602