Paarden en Dieren

‘Enjoy the people you meet’ staat op de muur naast de ingang van de speelzaal. We zijn in het Dierense zalencentrum Theothorne, waar nu het open NK wordt gehouden. In de week ervoor komen veteranen en senioren massaal naar het schaakcentrum van Nederland en ik geniet van de mensen die ik ontmoet.

DSC_0881

De belangstelling wordt een jaar eerder gewekt tijdens een vakantiefietstocht die langs het Bilderberg-hotel, in het bij Arnhem gelegen Oosterbeek, voert. Is dat fraaie witte gebouw niet de locatie voor het nationaal kampioenschap voor schaakveteranen en senioren? Een prachtige omgeving, een camping in de buurt, de plannen voor 2016 zijn gemaakt.

Maar enkele maanden later komt het bericht dat het evenement wordt verplaatst naar Dieren. Margreet en ik improviseren. We laten de tent op zolder en bestellen een huisje op het Landal-park Coldenhove. Hond Woody gaat weer mee. Naast de titelstrijd is er voor vijftigplussers een vijfrondig toernooi. De voorbereiding daarop geschiedt met de 3 J’s: jokeren, Japanse puzzels oplossen en joggen. Fietsen zorgt ook voor een relaxte aanloop naar dinsdag 19 juli, waarop de eerste ronde wordt gespeeld.

De afstand van het huisje naar Theothorne bedraagt fietsend 9,1 kilometer. Ruim op tijd meld ik me bij de organisatie. Dat biedt de gelegenheid om rond te kijken. Het programma geeft aan dat ik de hoogstgeplaatste in groep 5 (twaalf deelnemers) ben. Met wit mag ik in de eerste ronde aan het eerste bord spelen, tegen Ben Zee. Ik zal maar geen spreekwoorden met ‘zee’ gebruiken, want Ben is bijna te hoog voor me. De routinier van de Edese Schaakvereniging komt na een zet of twintig beter te staan en na de eerste tijdcontrole – negentig minuten voor veertig zetten – voel ik een nederlaag aankomen. Op miraculeuze wijze ontsnap ik naar remise. Dankzij een ijzersterk paard. Paarden en Dieren, ze zullen vijf dagen lang een geweldige combinatie vormen.

Ben en ik hebben de langste partij van de dag. Hij neemt ruim de tijd om na te denken en met weinig op de klok accepteert zwart een remise-aanbod, kort nadat zijn laatste stuk is geslagen. De eindstelling ziet er studieachtig uit: een paard contra drie vrijpionnen. Valt hier iets moois te componeren?

Eindstelling, na 66. Kf4.

Eindstelling, na 66. Kf4.

Op de tweede dag tref ik met de zwarte stukken Wim Louwman. Weer speelt het paard een belangrijke rol. Onder druk raakt wit zijn e4-pion kwijt, terwijl de overgebleven stukken elkaar enigszins in de weg staan. Dat blijkt bij de zesde sprong van het Hoornse koningspaard. De witspeler mag kiezen: kwaliteits- of stukverlies. Het wordt allebei, als hij een andere dan de beste zet doet.

Na de snelle overwinning kan ik op mijn gemak door de zaal lopen om naar andere partijen te kijken. Clubgenoot Peter Holscher neemt in de hoogste groep deel aan het NK, maar kan niet de rol spelen die hij zelf wil. Het worden vaak lange zittingen en die bevorderen zijn concentratie niet. Veelbelovende stellingen krijgen niet het gewenste resultaat en met drie punten (zeven ronden) eindigt Peter in de middenmoot.

Peter Holscher heeft in de laatste ronde ook aandacht voor de stelling van de naast hem zittende Jan Seeleman.

Peter Holscher heeft in de laatste ronde ook aandacht voor de stelling van de naast hem zittende Jan Seeleman.

Er zijn 118 deelnemers en aan de overzijde van de speelzaal, in groep 8, gebeurt er iets onverwachts. Rudolf van Noord stoot tegen zijn glas frisdrank, waardoor de inhoud zich over het bord verspreidt. Zijn koning staat met de voeten in het water, maar het is tegenstander Rob Leer die nattigheid voelt. Ik loop naar de bar om een dweil en een theedoek te halen en als de 64 velden zijn drooggelegd, bestudeer ik de stelling. Zwart kan in een toreneindspel niet opboksen tegen een vijfpionnendiagonaal van Rudolf  die aanstuurt op torenruil om de voorste pion te laten promoveren. Robs koning is te ver van het promotieveld verwijderd om dat te verhinderen. De volgende morgen blikken de winnaar, ruim veertig jaar lid van Messemaker 1847, en ik uitgebreid terug op de stelling. Enjoy the people you meet.

De derde ronde begint haperend. Op de A50 is een vrachtwagen met pinda’s gekanteld en even later gaat in de buurt een tweede truck op zijn kant. Een enorme verkeerschaos is het gevolg en veel deelnemers kunnen Dieren niet op tijd bereiken. Als de arbiters de klokken indrukken, zijn in mijn groep slechts vijf man aanwezig. Het tijdverlies blijft voor de meeste laatkomers overigens beperkt tot zo’n tien minuten. Een van hen is Jan Hellevoort die tegenover mij gaat zitten. ,,Haisma, Haisma? We hebben een jaar of acht geleden ook al eens tegen elkaar gespeeld.’’ Ik zeg dat ik me daar niets van kan herinneren en dat ik Buysman heet. Geschrokken staat hij op en neemt drie stoelen verder plaats.

Co Buysman: niet tegen Jan Hellevoort, maar tegen Jan Hartsuiker.

Co Buysman: niet tegen Jan Hellevoort, maar tegen Jan Hartsuiker.

Even later stelt Jan Hartsuiker, mijn echte opponent, zich voor. Clubgenoot van Ben Zee en vanuit Ede meegereden naar Dieren. Hij is blij dat hij in de hectiek op het asfalt niet zelf achter het stuur heeft gezeten. Om hem nog meer op z’n gemak te stellen bestel ik aan de bar een kop koffie (Jan heeft er al één meegenomen naar bord 1) en neem daar – terwijl mijn klok loopt – uitgebreid de tijd voor. Vanaf de vijfde zet spelen we weer onder gelijke omstandigheden. We doen weinig voor elkaar onder, hoewel ik enige moeite moet doen om een aanval op de koningsvleugel te beteugelen. Het is nu zijn paard dat beter is dan mijn loper in een stelling met verder alle zware stukken op het bord. Zwarts remise-aanbod wordt dan ook geaccepteerd.

Jacques Ruigrok is mijn vierde tegenstander. Voor mij een naam uit het verleden, want Ruijgrok was een van de oprichters van Caïssa. Hij is lid van de schaakvereniging Daniël Noteboom, ook al een naam uit het verleden. We maken het elkaar in een Siciliaan moeilijk. De helft van de tijd is gebruikt, als we de veertiende zet hebben gespeeld. Het wordt geen tijdnoodduel. Op een cruciaal moment wil ik mijn paard laten aanvallen, waar een verdedigende actie beter op zijn plaats is. Nu verlies ik het lichte stuk: het is meteen einde partij. Niet alleen in de Tour de France kun je hard vallen. Bauke Mollema duikelt van twee naar tien, ik van één naar vijf.

De tafel van groep 5.

De tafel van groep 5.

Groep 5 bezig aan de laatste ronde. Aan het eerste bord zitten Jacques Ruigrok (links, winnaar) en Ben Zee. Hun partij zal in remise eindigen.

Groep 5 bezig aan de laatste ronde. Aan het eerste bord zitten Jacques Ruigrok (links, winnaar) en Ben Zee. Hun partij zal in remise eindigen.

Zaterdag, de laatste dag alweer. De eindzege is uit zicht, maar een troostprijs zit er nog wel in. Op de eerste twee borden worden remises genoteerd en dan weet ik dat ik van Bob Kooij moet winnen om op de (gedeelde) tweede plaats te eindigen. Het draait uit op een zeeslang. Als de overige 116 deelnemers klaar zijn, pijnigen wij nog zeker een uur onze hersenen. Bij elke zet krijgt een speler dertig seconden toegevoegde tijd. De organisatie kijkt al een tikkeltje nerveus. Op de slotdag heb ik mezelf getrakteerd door het boek ‘Internationaal schaaktoernooi Zaanstreek 1946’ (van de bekende Nederlandse schaker W.A.T. Schelfhout, met analyses van Čenĕk Kottnauer) te kopen. De partij Soultanbeieff – Znosko-Borowsky duurt daar zo lang, dat de toernooileiding besluit om de prijsuitreiking zonder de twee Russen te doen. Op pagina 104 lees ik: ,,De beide spelers werden naar een onderaardsch verblijf gedirigeerd, waar zij nog zouden zitten als Znosko-Borowsky, zoo even na tienen, niet had opgegeven.’’

Zalencentrum Theothorne heeft een kelder, waar tijdens het open NK ook wordt gespeeld. Maar gelukkig worden Bob en ik daar niet naar toe verbannen. In een stelling met vier torens en twaalf pionnen, plus een passieve loper voor hem en een iets minder passief paard voor mij, krijg ik na lang manoeuvreren het lichte stuk op een prachtig centraal veld. Daarop besluit zwart de kwaliteit te geven en er ontstaat een eindspel van een Hoornse toren met één pion tegen een Arnhemse loper met één pion. Nu is het zaak om mijn e3-pion naar de overkant te brengen. Bob heeft een pion op f5. Hij heeft nog weinig tijd over, maar krijgt er per zet wel steeds een halve minuut bij. Een van de arbiters legt extra notatievelletjes naast ons bord die zwart overigens niet steeds gebruikt. Wellicht ‘aangemoedigd’ door de scheidsrechterlijke opmerking dat hij een nul krijgt als hij niet blijft noteren, doet de zwartspeler enkele onduidelijke loperzetten en kan niet verhinderen dat zijn laatste pion sneuvelt. In navolging van Znosko-Borowsky geeft hij op.

Het seniorentoernooi zit er op. In een groep met geringe onderlinge verschillen – van de 29 partijen (een van de deelnemers is op de tweede dag afwezig) eindigen er negentien in remise – doet het evenement denken aan de kleinschalige grootmeesterevenementen van vroeger. Een plusje is voldoende om hoog te eindigen. Maar een weekje Dieren geeft ook een heerlijke rust in een beestachtige wereld.

Van de zes prijswinnaars in groep 5 wonen Ben Zee (links) en Co Buysman (met groene enveloppe voor de gedeelde tweede plaats) als enigen de prijsuitreiking bij.

Van de zes prijswinnaars in groep 5 wonen Ben Zee (links) en Co Buysman (met groene enveloppe voor de gedeelde tweede plaats) als enigen de prijsuitreiking bij.

DSC06535

DSC_0921

Eén gedachte over “Paarden en Dieren

  1. Het toernooi ademt sfeer en oude-jongens krentebrood uit, maar dat vind ik al jaren zo leuk aan veteranentoernooien en dit verslag doet dit toernooi eer aan.
    Bedankt Co en ik zal over een paar weken in Vlissingen zeker beter uit de bus komen.

Reacties zijn gesloten.