Soepele winst voor het vijfde

Caïssa-Eenhoorn heeft in de pas begonnen NHSB-competitie twee ploegen in de derde klasse. Het vijfde opende dinsdag de wedstrijdenreeks met een overwinning op Oppositie 2 (4½-1½), het zesde moet nog een maandje wachten. Alle derde klassen tellen een oneven aantal teams, waardoor er steeds eentje vrij is en Caïssa-Eenhoorn 6 overkwam dat al in de eerste ronde.

Beide zestallen van onze club zitten in een andere Noord-Hollandse omgeving. CE 5 treft tegenstanders uit de omgeving van Alkmaar, het zesde speelt tegen Westfriese en Waterlandse opponenten. Vorig seizoen nam het vijfde – toen in een volledig andere samenstelling – het in Heiloo op tegen het sterkste team van Oppositie. Het werd 5-1 voor de thuisploeg die met zeven gewonnen wedstrijden kampioen werd.

Teamleider Co Buysman moest het doen zonder Arnold van der Wolff die door een tuinongelukje in de theaterzaal van De Kreek ontbrak. Frank Tieken nam de honneurs waar en deed dat met verve, want invallend aan het vierde bord zorgde Frank voor een 1-0 voorsprong. Hij zette meteen zijn pionnen aan het werk; na zestien zetten stonden die op de a- en b-lijn als enigen op het beginveld. Er werden enkele lichte stukken geruild en wit kreeg een pion op h6 die later een belangrijke rol zou gaan spelen. Dameruil leverde Frank een vrijpion op d5 op, maar hoewel hij beter ontwikkeld was, leek het nog niet eenvoudig om het Heilooër bastion te kraken. Er verdween nog meer materiaal van het bord en Jacques den Outer stond in een toreneindspel met elk vijf pionnen gelijkwaardig.

Ondertussen had wit wel een handige plaats gevonden voor zijn laatste stuk: g7. De zwartspeler mocht zijn toren niet van de g-lijn halen, omdat dan zijn h7-pion zou vallen en Franks pion op h6 levensgevaarlijk werd. De koningsvleugel zat potdicht, reden waarom de Hoornse routinier zijn monarch een actieve rol gaf op de andere flank waar zijn b3-pion moest proberen langs de zwarte op c5 te komen. Dankzij overbelasting van de zwarte vorst die niet tegelijkertijd de pion en de toren kon verdedigen, stelde Frank de winst veilig. Hij veroverde de c5-pion en zijn opponent besefte dat promotie niet te verhinderen was.

Oud-Caïssa-jeugdspeler Gijs Leene maakte zijn debuut in de bondscompetitie. In een Siciliaan had hij lange tijd een (licht) overwicht, maar de ervaren Piet Manni stelde daar een goede verdediging tegenover. Het ging mis bij 25. … Tc6, waarmee de samenwerking tussen de zwarte stukken danig afzwakte. Het zware materiaal stond wat ongelukkig om een achtergebleven pion op d7 geposteerd. Het opspelen naar d5 hielp niet, omdat nu de pion op e6 het etiket ‘achtergebleven’ kreeg. Ook in deze partij speelde overbelasting min of meer de beslissende rol. De Heilooër dame, torens en een paard konden niet alle zwakke punten verstevigen. Gijs had zijn stukken beter opgesteld, won twee pionnen en had ook stukwinst op zak, toen zijn opponent de strijd staakte.

Kopman Co Buysman had in de Franse opening al na acht zetten de c- en e-pion van Tjerk Voskuil veroverd, maar dat bleek geen voorbode tot succes. De zwakte van zwart was een achterstand in ontwikkeling, onder meer via het uitstellen van de korte rokade. Wit speelde actief en zocht steeds de goede velden op. Met moeite kon de zwartspeler allerlei dreigingen pareren en na een grote afruil had hij zijn twee pionnen voorsprong verloren. In een eindspel van toren met paard was het evenwicht hersteld en werd dat met remise bezegeld.

Op dat moment won Arend Stapel – aan het tweede bord – een toren en direct de partij, waardoor Caïssa-Eenhoorn 5 ineens met 3½-½ leidde. Arend koos tegen Jan Jonkheer voor het Engels en bouwde een degelijke stelling op. Hier speelde het niet rokeren zwart eveneens flink parten. Bovendien waren zijn lichte stukken ondergeschikt aan die van zijn tegenstander; met name de Hoornse loper op de lange diagonaal a1-h8 stond daar prima en leidde indirect tot pionwinst. Kort erop had de penningmeester van Caïssa-Eenhoorn de buit binnen. De zwartspeler haalde zijn toren van de diagonaal, maar plaatste die op de diagonaal van de witte dame. Het doorschuiven van de e-pion zorgde minimaal voor stukwinst, het werd winst van de toren en de partij.

Ook Gerard Groot en David Groen waren praktisch gelijktijdig klaar. Gerard snoepte in een Siciliaan een centrumpion mee, al leverde het ook een dubbelpion op de e-lijn op. Een pionvork op de dame en toren van Richard Sauer heeft geen succes, omdat de vijfdebordman van de thuisploeg eerst zijn kwetsbare pion op e6 moest verdedigen. Zwart miste een kans op gelijk spel (25. … Dd6) en verloor in korte tijd liefst drie pionnen. Hij oefende nog wel druk uit op de koningsstelling, maar wit kon alle dreigingen pareren. Ook een kwaliteitsoffer haalde niets uit.

Tegenover de enige verliespartij voor Caïssa-Eenhoorn 5 zette David Groen nog een extra bordpunt. Hij bouwde in een Scheveninger zijn stelling solide op, al deed Frederik Smith aanvankelijk hetzelfde. Toen wit achteruit ging schaken, kwamen er kansen. Alle Heilooër stukken stonden in een propje en dat is niet ideaal, als het om verdedigen gaat. Kundig zocht zwart naar penningen op de witte dame en met een prachtige opstelling van zijn dame, een toren en de zwartveldige loper kon zijn tegenstander groot materiaalverlies niet voorkomen.