CE4 verzuimt in de race te blijven.

CE4 heeft verzuimd zijn, weliswaar beperkte, titelkansen levend te houden. Om deze kampioensaspiraties in stand te houden zou er gewonnen moeten worden van koploper Opening 64. Lang zag het er naar uit dat de ploeg uit Zwaag ten minste een punt zou meenemen uit Sint Pancras maar na afloop had het team slechts 2½ punt. De ploeg uit Sint Pancras is door dit resultaat een ronde voor het einde reeds verzekerd van het kampioenschap.

Zelf was ik als eerste uit. Ik was prettig uit de opening gekomen, maar door enkele onnauwkeurigheden kon tegenstander Jeroen van Meeuwen de meeste stukken ruilen. Er bleef een eindspel over dat eerder iets beter was voor hem en toen hij remise aanbood was dat, gezien de situatie op de andere borden, een prima idee. ½-½.

Die situatie op de andere borden was op dat moment als volgt: Martijn de Wit viel in op bord één en deed dat geweldig. Hij had via een trucje een stuk veroverd en was op weg naar een mooie overwinning. Gerrit Roos op bord twee stond wat minder, vooral een geïsoleerde pion leek een probleem te kunnen gaan opleveren, maar er kon mogelijk afgewikkeld worden naar een toreneindspel dat te houden was. Op bord drie had Dirk Lont niet alleen een duidelijk initiatief maar ook inmiddels een kwaliteit gewonnen. Sernin van de Krol zat op bord vier in een stelling waar nog niet heel veel van te zeggen was. Erwin Brouwer had het moeilijk op bord vijf. Hij had een ver opgerukte pion maar die ging de eindstreep niet halen, en dan zou er een situatie ontstaan waarin hij twee pionnen achter stond. Bas van den Berg had een mislukte opening achter de rug en had een onontwikkelbare loper die hem steeds meer een blok aan het been werd. Op dat bord moesten we nergens op hopen. Gijs Leene stond zeer aanvallend en had inmiddels een pion veroverd. Deze partij moest zeker onze kant opvallen. De voorspelling: Martijn, Gijs en Dirk halen een punt; Bas en Erwin gaan er af; waar de stelling van Ger houdbaar lijkt moet Sernin de vis op het droge halen (met tenminste een halfje). Waarom niet?

Het eerste vervolg leek helemaal de goede kant op te gaan. Martijn incasseerde vlot het punt tegen Richard van Diepen, en Gijs speelde Rob Heijink op indrukwekkende wijze van het bord. Het stond ½-2½!

Met die stand brak de tijdnoodfase aan. Dirk had nog steeds zijn kwaliteit maar zijn tegenstander had de toegangslijn (een open lijn in het centrum) stevig vergrendeld. Dit compliceerde de winstweg. Wel had Dirk veel meer tijd. Sernin en Erik Flohr zaten beide in forse tijdnood maar het materiaal was in evenwicht en de speler van Sint Pancras had een dubbelpion. Bas en Erwin speelden nog maar stonden verloren. Erwin stond een bak pionnen achter en Bas had zijn miserabele loper inmiddels de doos in zien gaan. Ger had een pion verloren maar eindspelen met een toren en een stel pionnen kennen een grote remisemarge.

De oplettende lezer zal begrijpen dat het op al deze borden mis ging. Sernin ging onderuit toen hij overzag dat de dekking van zijn paard niet werkte omdat het spelen van het dekkende stuk de weg vrij maakte voor een mat achter de paaltjes en kon spoedig inpakken. Dirk gaf een toren weg en Ger neutraliseerde een aantal van de pionnen maar liet in het verre eindspel (volgens mij) enkele kansjes liggen om remise te bereiken. Twee pionnen braken door en die waren niet allebei te stoppen. Tegenover al dit misfortuin weigerde vrouw Fortuna in de partijen van Bas en Erwin op de schouder van onze spelers te gaan zitten, zodat we tegenover drie teleurstellingen geen enkele meevaller konden zetten.

Door dit resultaat zijn we ook ingehaald door het team van GZ/Schaaklust. Op 30 maart mogen we nog proberen het seizoen netjes af te sluiten tegen het tweede team van Bergen. Verder gaat die partij nergens meer om.