We gaan nog niet naar huis!

Donderdagnacht, rijd je met je goede gedrag donker Haarlem uit. Om uiteindelijk veilig thuis te komen waren er echt nog wel wat obstakels te overwinnen: werkzaamheden, afgesloten afritten en overstekende zwanen. Oh ja, daarvoor hadden we de belangrijkste heuvel al beklommen: Het Spaarne uit de NHSB beker geknikkerd met 2,5-1,5.

Na het onverwachte (op papier) bekersucces van een zoals JP Hendriks het noemde, ‘gelegenheidsteam’ (zie verslag) werd het NHSB bekerteam in de tweede ronde gekoppeld aan promotieklasser Het Spaarne uit Haarlem.

Net als een maand geleden, toen het bekerteam aantrad tegen Chess Society Zandvoort, was het voor teamleider Fred Avis flink trekken om een viertal op de been te krijgen. Zelf mocht hij namelijk ook niet meer spelen. Zo bleef er van het zegevierende kwartet alleen Gijs Leene over. Hij werd dit keer vergezeld door onze man in vorm Roy Kerkhoven, Martijn de Wit en ondergetekende.

Eenmaal in een ietwat donkere buurt van Haarlem aangekomen was het zoeken van een plaats om te parkeren niet eenvoudig. Toen dat uiteindelijk was gelukt en we het wijkcentrum op tijd binnenliepen, werd ik al snel geconfronteerd met een jeugdtrauma. Om de speelzaal te betreden moest je aan een touwtje trekken waarna de klapdeur automatisch open ging. Nadat ik als vierjarige bij de V&D in Alkmaar (ja, toen dat bedrijf nog bestond) zo’n deur keihard in mijn gezicht heb gekregen ben ik des doods voor die deuren. Net als bij de roltap heb ik die angst ondertussen gelukkig overwonnen. Een goed voorteken?

Even later, toen we achter de borden zaten, zag het er echter al snel niet heel goed uit voor het team uit Hoorn. Leo Littel, opponent van Roy speelde aan het eerste bord de eerste tien zetten bijna a tempo en ikzelf had na een zet of twaalf weinig vertrouwen in mijn stelling. Dat terwijl Gijs op het derde bord door een openingsvalletje al een pion was kwijtgeraakt tegen de sterke Aad de Bruijn en Martijn een pion had geofferd voor wat activiteit.

Alles leek optisch en langzamerhand kwamen onze sterke punten bovendrijven. Zo ook bij Martijn aan bord 4. Hij en Sander Schilthuizen investeerde veel tijd in een wat vreemde variant van het Engels. Waar Schilthuizen dacht zijn stelling rustig te verbeteren gooide Martijn wat kolen op het vuur:

Schilthuizen - De Wit na 9.0-0. Martijn besloot hier met 9...b5?! een pion te offeren om wat ruimte te creëren voor zijn stukken. 10.Pxb5! zou verrassend genoeg erg sterk zijn geweest, want na cxb5 11.axb5 heeft wit een prettige stelling. De witspeler besloot echter om 10.cxb5 te spelen waarna Martijn na axb5 11.Pxb5 La6 genoeg compensatie lijkt te hebben voor de pion. Het vervolg bleek van beide kanten niet helemaal nauwkeurig, maar een goed aanvallende Martijn kon tien zetten later zettenherhaling afdwingen. Ook gezien de ontwikkelingen op de andere borden een prima resultaat.

Na het witte fiasco speel ik zelf extern liever maar gewoon met zwart. Na een oké invalbeurt voor het tweede afgelopen zaterdag met zwart (remise) kreeg ik ditmaal Loek Veenendaal tegenover me. Opnieuw een g3-Siciliaan, en opnieuw schatte ik de stelling weer slecht in. Ik moest een kwaliteit inleveren, en mijn zwarte stukken stonden niet bepaald lekker. Toch bleek het niet zo erg te zijn en kon ik mezelf nog redden met enkele tussenzetten. Toen ik die had gemist werd ik geholpen door Veenendaal die vrijwillig zijn eigen dame insloot:

Veenendaal - Van Dijkhuizen na 17.Dd6 Dc8. Wit heeft een kwaliteit meer en een prima stelling na 18.exf6. Echter, de Haarlemmer besloot de druk nog wat op te voeren met 18.Pd4? Hij had alleen het verrassend sterke 18....Lf8! gemist. Met 19.Pxe6 dxe6 20.Dd2 had wit de schade vervolgens nog ietwat kunnen beperken, maar na het gespeelde 19.Pxc6 Pxc6 20.Dd2 Lxc5+, won ik ook nog de pion op e5. Ik besloot in het vervolg geen risico te nemen en af te wikkelen naar een technisch gewonnen eindspel met twee stukken tegen een toren.

Ondertussen was Littel, de tegenstander van Roy,  behoorlijk in de denktank gegaan. Net als aan het tweede bord een Siciliaan, maar wel een scherpere variant. Toen de zwartspeler echter vergeten was te rokeren kon Roy met enkele krachtzetten goed profiteren van de gatenkaas in de zwarte verdediging. De zwartspeler had geen tijd om een offensief te starten op de damevleugel en zag zijn stelling van kwaad tot erger worden. Met onderhand al een kwaliteit meer en een heerlijke stelling kon Roy dan ook het punt opeisen: 0,5-1,5. Opmerkelijk is dat Roy, na zijn laatste verliespartij op 24 november 2017 in de uitwedstrijd tegen Kijk Uit voor CE 3 nadien al zijn partijen (intern en extern) heeft gewonnen. Dat zijn nog eens statistieken om mee thuis te komen.

Gijs had nog steeds een pion minder en leek een uitzichtloze stelling te hebben. Een sterk Haarlems paard tegenover een zwakke loper. Echter, om van Gijs te winnen moet je hem wel tien keer verslaan in de partij, hetgeen De Bruijn ook ondervond. De motor begon namelijk wat te haperen, en plots leek het paard-loper eindspel waarbij Gijs onderhand wel twee pionnen minder had remiseachtig. De loper kon al zijn eigen pionnen verdedigen en het paard kon al manoeuvrerend maar moeilijk de witte dichtgeschoven stelling binnenkomen.

Zelf was ik toen ook nog aan het werk om het punt binnen te halen. De witte toren stond machteloos tegen de twee goed samenwerkende stukken, maar er leek nog eventjes een staartje aan het eindspel te komen. Hebberige ik snoepte rustig alle pionnen mee, en met onderhand vier zwarte vrijpionnen lag er nog even wat patgevaar op de loer. Uiteraard had ik dat door en kon ik even later het winnende punt laten noteren: 0,5-2,5.

De uitslag aan het derde bord maakte voor het uiteindelijke resultaat niet meer uit, en dat was voor De Bruijn dan ook het signaal om een doorbraak te gaan forceren. Waar Gijs vermoedelijk een kans had laten liggen om het eindspel te kunnen houden was het Hoornse verzet gebroken toen het paard in de stelling alle pionnen kon gaan slaan: 1,5-2,5.

Tegen middernacht werd Gijs (eindelijk) matgezet en konden we aan de rit terug naar West-Friesland beginnen. Zonder slag of stoot ging dat niet. Werkzaamheden in Haarlem, en eenmaal bijna in Hoorn was afrit Hoorn om onverklaarbare wijze afgesloten. Na een rondje Zwaag stonden we vervolgens oog in oog met een overstekende zwaan op de Bobeldijk. Ik schrok me de .., na ja, we zijn, net als de punten en de zwaan uiteindelijk veilig thuis gekomen.

Goed, we zijn door naar de kwartfinale! Van te voren hoop je dat ook wel, maar gezien de tegenstand bleek het een zware kluif te gaan worden, maar het is toch mooi gelukt. Nu maar even zien wie we dan treffen. Makkelijk gaat het in ieder geval ergens in april niet worden. Never change a winning team? Of moeten we weer met drie andere spelers aantreden? We zien het wel.

 

  S.V. Het Spaarne  -   Caïssa-Eenhoorn 1½ - 2½
1 Leo Littel  1945  - Roy Kerkhoven  1911 0-1
2 Loek Veenendaal  1940  - Robbert van Dijkhuizen  1888 0-1
3 Aad de Bruijn  1833  - Gijs Leene  1795 1-0
4 Sander Schilthuizen  1860  - Martijn de Wit  1598 ½-½
 1895  1798

Ratings zijn van de 1-feb lijst