“That’s funny. That plane’s dustin’ crops where there ain’t no crops.”
In Alfred Hitchcock’s klassieker North by Northwest (1959) komt de hoofdpersoon uit de film, Roger Thornhill (gespeeld door Cary Grant), terecht in een open veld, ver van de bewoonde wereld. Er is niets te zien: alleen een volkomen leeg en dor landschap op klaarlichte dag. Er kán geen dreiging zijn. Alleen heel in de verte lijkt een sproeivliegtuigje te zien. Er rijden wat auto’s langs, maar het is vals alarm. Er komt een man voorbij die de bus moet halen. Ze maken een praatje. Dan zegt de man: ,,Dat is gek, dat vliegtuigje sproeit de planten, maar er zijn geen planten.''
Die achteloze, maar onheilspellende opmerking – typisch Hitchcock – vormt het geniale begin van een angstaanjagende en iconische scene, waarin Cary Grant achterna gezeten wordt door een klein vliegtuig.

,,Dat is gek. Arne Moll heeft net een boek geschreven over het Middengambiet, maar hij denkt heel lang na en staat heel slecht.''
Terwijl ik terugloop van de bar naar de speelzaal, hoor ik iemand bovenstaande woorden tegen iemand anders zeggen. En het zijn ware woorden. In mijn debuut met deze opening na het publiceren van The Center Game gaat alles fout wat fout kan gaan. En toch is er aanvankelijk geen vuiltje aan de lucht. Een overbekende stelling, urenlang bestudeerd. Ik weet er alles van. Er is geen dreiging. Alleen daar, heel in de verte, is iets vreemds te zien. Wat dat was? Daarover straks meer.
Naar het Noord-Noordwesten toogden de spelers van Caissa-Eenhoorn 1 afgelopen zaterdag: naar Alkmaar, om precies te zijn. Er moest gewonnen worden in ronde 5: de Noord-Hollandse derby tegen De Waagtoren. Met sterke spelers als GM Reinderman en IM De Rover in de gelederen draait de ploeg een verrassend slechte competitie en daar moest natuurlijk van geprofiteerd worden. Bovendien speelt voormalig Eenhoorn-speelster Arlette van Weersel sinds dit seizoen voor de Alkmaarse club; een extra incentive om er eens lekker voor te gaan zitten.
De ‘tactische’ opstelling die het Alkmaarse team iedere ronde uit de hoge hoed tovert, was dit keer wel heel tactisch, met bovengenoemde titelhouders aan de lage borden 7 en 9. Dat had zelfs onze doorgewinterde captain Tom Balla niet kunnen voorzien! Maar het pakte allemaal goed uit. Voor verreweg de meeste spelers.
Het is gebruikelijk om een wedstrijdverslag min of meer chronologisch te vertellen, of van de saaiste naar de spannendste partij. Maar ik wil het, indachtig de eigenzinnigheid van de beste filmregisseurs, dit keer eens anders doen. We beginnen daarom met de vier beste partijen van de dag: de vier Amerikaanse presidenten die vereeuwigd zijn op Mount Rushmore.

De Abraham Lincoln-prijs – er kan er maar één de beste zijn, daar was iedereen het wel over eens – gaat naar Henk-Jan Visser (bord 3). De man is de laatste tijd in bloedvorm. In een zalige partij zette hij met wit vanaf de opening zijn tegenstander, Frank van Tellingen, onder druk op de zwarte velden. Met natuurlijke zetten ontwikkelde Henk-Jan zijn stukken en Van Tellingen kon slechts in de touwen gaan hangen. Maar zelfs dat lukte niet. Van Tellingen gaf op in een stelling die qua materiaal nog gelijk stond, maar waarin overduidelijk was wat het eindresultaat zou zijn.
Na zet 14 heeft wit heeft een aangename plus: schijnende lopers en een licht verzwakte zwarte koningsstelling. Bovendien is zwart nog onderontwikkeld.
Komen we bij de George Washington-bokaal, vernoemd naar de eerste president van Amerika. Deze werd zaterdag gewonnen door Peter Doggers (bord 5). Hij speelde een puike partij. Net als ondergetekende kreeg hij met wit het Middengambiet (1.e4 e5 2.d4 exd4 3.Dxd4) op het bord, maar Peter koos een andere variant en kreeg met een typische witte dame op g3 al snel een fijne aanvalsstelling. Zijn tegenstander, Guido van Hesselingen, wist er het fijne niet van en moest toezien hoe Peter een eenvoudige maar doeltreffende aanval begon:
Ook de kersverse dr. Daan Zult, vanwege academische verplichtingen matig aan het seizoen begonnen, leverde aan bord 6 eindelijk een solide prestatie en verdient de Theodore Roosevelt-erevermelding voor zijn tactisch-positionele worsteling tegen Frank Agter. De openingsfase was bijzonder interessant. Na zes zetten leek het een beetje op een Catalaan waarin zwart snel ...e6, ...dxc4 en ...c5 gespeeld heeft, maar dat is het niet want daar staat er onder meer een zwarte pion op c4. Wits volgende zet is door onder anderen Ulf Andersson gespeeld.
In het eindspel hield Daan het hoofd net iets koeler dan zijn tegenstander en hengelde langzaam maar zeker het punt binnen.
De partij die Martijn Monteban aan bord 2 met zwart speelde tegen Michaël van Liempt was een echte suspense-film, hoewel enigszins controversieel – vandaar dat hij de Thomas Jefferson-trofee mee naar huis mag nemen. De witspeler begon schijnbaar onschuldig, maar zette al gauw een gevaarlijke aanval op touw, die zomaar had kunnen doorslaan.
In onderstaande stelling is al van alles gebeurd en wit heeft natuurlijk een dreigende stelling. De zwarte koning ziet er bloot en berooid uit, maar Martijn heeft zijn hoop gevestigd op de open b-lijn.
Monteban won een pion, toen nog een, toen nog een en toen nog een en na vele overbodige zetten feliciteerde de witspeler zijn tegenstander. Een belangrijk punt!
Een andere beroemde scene uit North by Northwest speelt zich af in een trein. De spanningen lopen hoog op tussen de voortvluchtige Thornhill en zijn tegenspeelster Eve Kendall (gespeeld door Eva Marie Saint). ,,The train’s a little unsteady'', merkt Thornhill op, voordat hij in de armen van de verleidelijke Eve valt. (Hitchcock gebruikte het moment slim om een ongehoord lange kus-scene in de film te stoppen.)

In dit verslag zijn we ook aanbeland bij de 'unsteady' partijen; die niettemin goed afliepen.
Aan het vierde bord speelde Misha Dorokhin met zwart een moeilijke maar interessante partij tegen Maaike Keetman. Oppervlakkig leek het alsof Misha vanuit een Caro-Kann in de problemen was geraakt: pion achter en gevaarlijke lopers richting zijn lang gerocheerde koning. Maar alles was, zoals bijna altijd bij Misha, onder controle.
In onderstaande stelling vindt Misha de juiste, bevrijdende zet:
Een afwikkeling naar het eindspel was vervolgens kansrijk en Keetmans weerstand was daarna verrassend snel gebroken. Een typische Misha-overwinning: het is opeens afgelopen en het punt is weer binnen.
Nick Manshanden (bord 8), al maanden blakend van zelfvertrouwen, leek makkelijk te gaan winnen van de altijd gevaarlijke Danny de Ruiter. Hij won in een Koningsindiër met overtuigend spel snel een kwaliteit. In de gegeven stelling staat het ongeveer gelijk, maar wits volgende zet, ogenschijnlijk een natuurlijke ontwikkeling van de toren, is een grote fout.
Nick gaf de kwaliteit terug om een gelijk eindspel op het bord te krijgen en niet lang daarna werd de vrede getekend. Uiteindelijk geen slecht resultaat tegen de wat hoger gerate De Ruiter.
De langste partij van de dag werd gespeeld aan bord 10. Mason Brouwer, die de laatste tijd worstelt met zijn vorm, kreeg met zwart vanuit de opening (de ruilvariant van de Caro-Kann) een prettig plusje tegen ex-teamgenote Arlette van Weersel die de opening wel heel onambitieus opzette. Mason overwoog een remise-aanbod, maar besloot het toch te proberen. Terecht, want zijn voordeel leek langzaam te groeien. Met een pion meer lag de winst opeens voor het grijpen…
We komen erin als Arlette al een tijd op increment speelt; Mason heeft nog een minuut of acht. De beslissing lijkt nabij.
De oplettende lezer heeft inmiddels zes punten genoteerd voor ons cluppie en daarmee was de overwinning veilig gesteld. Een uitstekend resultaat! Was het dan helemaal een happy end? Niet helemaal. Drie spelers verzaakten en zij worden, indachtig de plot van North by Northwest, voorlopig in staat van beschuldiging gesteld.

Goed, laten we het niet te dramatisch maken. Twee spelers hadden een geldig alibi. Vooral Robin Duson had vanzelfsprekend een zware middag voor de boeg, want ze was aan bord 7 ingedeeld tegen de sterkste tegenstander: Dimitri Reinderman, de ervaren grootmeester uit Amsterdam. Robin leverde goed partij in een wat passievere stelling vanuit het Nimzo-Indisch, maar in de tijdnoodfase ging het mis.
In onderstaande stelling heeft zwart een actievere koning en op papier een betere loper, maar wit heeft ook open lijnen. Vooral het passieve paard moet snel geactiveerd worden maar helaas verhindert Robin dat juist met haar volgende zet.
Ook Bas de Boer heeft wat last van vormonvastheid. Aan bord 9 kwam hij heel behoorlijk uit de opening – het was een ruilvariant van het Damegambiet – tegen IM Yong Hoon de Rover. Aan het doen van gezonde zetten ligt het niet bij Bas, maar soms gaat het opeens mis, zoals in deze moeilijke, concrete stelling.
En zo zijn we aanbeland bij de hoofdverdachte van dit verhaal: ondergetekende.
Ik kreeg met wit tegen Rob Konijn precies de opening op het bord waar ik onlangs een boek over geschreven heb (een recensie van Co Buysman is hier te lezen: Het volle daglicht voor ‘The Center Game’ | Schaakvereniging Caïssa-Eenhoorn). Dat schept verwachtingen en daar was ik me tijdens de partij zeer bewust van. Ik besloot op het laatste moment een wat ongebruikelijke variant te spelen, hopend hiermee elke voorbereiding te ontlopen. Mijn tegenstander speelde het echter uitstekend tegen, met een zet die ik helemaal niet noemde in mijn boek.
De twijfel sloeg toe: waarom heb ik die logisch-ogende zet niet genoemd? Misschien zat er een weerlegging in? Ik probeerde na te gaan wat ik precies over de variant geschreven had, piekerde en peinsde en koos uiteindelijk voor de zet die het meest 'leek' op een weerlegging.
Het fenomeen staat in de economie en psychologie bekend als “The Curse of Knowledge”: de vloek van (te veel) kennis. Anish Giri noemde het begrip vorige week ook tijdens zijn online commentaar bij de match tussen Gukesh en Ding: je kunt als schaker ook ergens té veel vanaf weten. Je weet en herinnert je dingen waar je tegenstander geen flauw benul van heeft en dit vertroebelt je oordeel en je denkproces. Op klaarlichte dag, zonder dat er een vuiltje (of vliegtuigje) aan de lucht lijkt.
Eerlijk is eerlijk: ik had er in mijn boek al voor gewaarschuwd. In de epiloog citeer ik J.M. Barrie’s Peter Pan: ,,The moment you doubt whether you can fly, you cease for ever to be able to do it.'' Het bleek dus vooral een waarschuwing voor mijzelf. Maar genoeg getobd over mijn eigen trauma’s!
Caïssa-Eenhoorn won in Alkmaar een spannende en heerlijke pot, als een goede Hitchcock-film. De Waagtoren kwam eigenlijk nog behoorlijk goed weg. Het kan nog een mooi seizoen worden. Ons team is in de breedte sterk, dat is onze kracht, met een goede mix van jeugdig talent en ervaring. In het nieuwe jaar staat menig thriller ons nog te wachten, maar ik reken, naar goed Hollywood-gebruik, op een succesvolle afloop.

Niet alleen de film is een klassieker, dit verslag ook! Met fraaie analyses, een mooi verhaal plus de nodige zelfspot en -haat.
Hulde Arne!
Een heel goed geschreven verslag Arne. Zou moeten worden voorgedragen voor het schaakverslag van het jaar!