Er gaat niets Boven karspel (12)

Als in de laatste ronde de laatste zet is gespeeld, kijken veel vragende gezichten naar Nico Weel. Wie is winnaar van het negentiende Midzomertoernooi? De organisator van het evenement moet het antwoord schuldig blijven. Het gaat tussen ranglijstaanvoerder  Boris de Best en runner-up Nizar Alayoubi, twee spelers van Caïssa-Eenhoorn die ook in spanning zitten. Pas na een herberekening door het computerprogramma, de volgende morgen uitgevoerd, is de eindstand bekend. De ontknoping mag sensationeel worden genoemd. Boris levert met zijn remise tegen ratingfavoriet Peter van Waert een prima prestatie, maar heeft 0,86 punt minder dan Nizar die in een onnavolgbare partij tegen Eugène Koomen aan het langste eind trekt.

De spelers van de slotronde van het Midzomertoernooi, met linksboven organisator Nico Weel.

Het bovenste deel van de kruistabel ziet er opvallend uit. Nizar en Boris hebben niet tegen Stef de Wit (vierde en dankzij een sterke eindsprint flink gestegen) gespeeld, maar wel tegen de andere deelnemers uit de top zes. Boris scoort in die vier partijen honderd procent, Nizar komt tot slechts een halfje. De bijzondere formule van het evenement is daar debet aan. Schakers met een hoge(re) rating hebben door de midzomerscore minder kans om de eindzege te pakken dan schakers met een lage(re) rating.

Als Mariëlle, moeder van deelneemster Eline Kuin, een groepsfoto heeft gemaakt van alle aanwezige spelers, neemt op de slotavond koploper Boris de Best plaats tegenover clubgenoot Peter van Waert die bijna tweehonderd ratingpunten meer heeft en deze zomer met 1983 de sterkste speler van het deelnemersveld is. Het wordt een rustige partij, waarin Peter – met wit – het initiatief neemt. De c- en d-lijn vallen open. De zwarte verdediging steekt goed in elkaar, maar ondertussen valt het oog ook op de e5-pion die alleen door lichte stukken kan worden beschermd. Uiteindelijk komt het tot een ruil van die pion tegen de b7-pion. Na twintig zetten staan alle zware stukken nog op het bord en is er geen noemenswaardig voordeel waar te nemen. Met remise boekt Boris een knap resultaat en hij mag naar de wachtkamer om te kijken wat zijn enige concurrent Nizar Alayoubi doet.

Toppartij in de laatste ronde. Peter van Waert (speler met de hoogste rating) is na 10. ... Dd7 aan zet tegen ranglijstaanvoerder Boris de Best.

Boris de Best analyseert zijn partij tegen Peter de Waert met vader Harry.

De Wervershover en witspeler Eugène Koomen zorgen voor een bizarre ontknoping. Nizar offert een toren voor vage aanvalskansen. Hij wint de kwaliteit terug en staat dan netto een loper achter. Een paard op b8 kan nauwelijks meedoen en eigenlijk speelt zwart met twee stukken minder. Zijn pionnenoverwicht (zeven om vijf) vormt enige compensatie. Dat telt niet meer, als Eugène een wat onhandig paard kan ruilen tegen een loper en hij naar een gewonnen stelling kijkt. Nizar moet zelfs zijn dame geven voor een toren om niet tegen een mat in drie aan te lopen.

Wit mist de sterkste voorzetting en geeft zijn opponent de kans om het passieve paard in het spel te brengen. De Caïssa-Eenhoornaar vecht zich terug naar gelijkwaardigheid, maar biedt op zijn beurt Eugène de mogelijkheid om de partij alsnog naar zich toe te trekken. In plaats van het aanvallende Dxa6 wordt zijn voorlaatste zet het verdedigende Ld1. Het zwarte paard dat voor de poort van het slachthuis stond, springt met schaak naar e3. Ineens is het uit. De onverwachte winst zal Nizar de eindzege in Vereenigingsgebouw De Tuf opleveren.

We beginnen het fotografisch verslag van Eugène Koomen - Nizar Alayoubi als er nog sprake is van materieel evenwicht. Naast het bord staan een licht stuk en een pion uit beide kampen.

Het beeld is veranderd. De zwartspeler heeft een toren geofferd voor aanvalskansen op de koningsvleugel. Eugène kijkt hoe hij het gevaar kan bezweren.

Zo ziet de stelling er van bovenaf uit. Er dreigt een paardvork met schaak op f2. Maar de witspeler  is aan zet.

Harry en Boris de Best volgen de ontwikkelingen op de voet.

Kritieke fase voor Nizar. Wit kan met Dxf7 het begin maken van een mat in drie. Hoe wapent zwart zich daartegen?

Met ... Dxc1+. Maar na Tf1 zijn de problemen nog niet voorbij.

De Caïssa-Eenhoorn-speler geeft zijn dame (op f4) voor de toren die nog op f1 staat.

De lucht is opgeklaard voor Nizar, vooral dankzij zijn sterke pionnenstructuur. Eugène moet zijn loper in veiligheid brengen.

Het wordt Eugène niet gemakkelijk gemaakt. Hij kijkt naar de zwarte vrijpion op f4.

Het beslissende moment in het eindspel. Dxa6 is winnend, Ld1 is verliezend. Laatstgenoemde zet wordt gespeeld.

De slotstelling. Aanstaand toernooiwinnaar Nizar Alayoubi wordt geflankeerd door Ed Hoes (rechts, derde in de eindstand) en clubgenoot Boris de Best (tweede).

Berusting bij Eugène. Hij beseft dat na Kd2 mogelijk ... Tg2 met dameverlies voor hem kan volgen. Dan blijft een paardlopereindspel met drie pionnen minder over.

Harry en Boris de Best, met Nizar tussen hen in, kijken of de computer na het invoeren van de uitslag al uitsluitsel geeft.

Nog niet. Nico Weel legt Nizar uit dat er nog een herberekening volgt, maar zegt wel dat het verschil klein zal zijn.

Kleine verschillen zijn overigens niet zeldzaam in het Midzomertoernooi. In 2016 behaalden Ruud Loots en Sido Quarré zelfs een gelijk aantal punten (34,25) en deelden de eerste plaats. Het jaar ervoor was de voorsprong van George Tadrous op nummer 2 Piet Laan 0,51 punt en in 2014, 2017 en 2018 zegevierden achtereenvolgens Bas Doodeman, Nel Sasbrink en Hans Morsink met een ruime punt voorsprong.

Tenslotte nog de opmerkelijke opmars van Dirk Mantel die met Lode Broekman de langste partij van de slotavond speelt. De routinier van Schaaklust sloot de eerste midzomermaand af met nul uit vier, maar eindigt na een geweldige race van zeven uit acht (twee remises) op de elfde plaats. Tegen Lode stevent hij met kwaliteits- en pionvoorsprong op het eindspel af. Wit haalt op tot gelijk materiaal met voor elk drie pionnen, maar lijdt door één tempo zijn eerste nederlaag. Dirk houdt de laatste pion over en als die promoveert, is het Bovenkarspelse evenement ten einde gekomen.

Dirk Mantel (rechts) heeft kwaliteitsvoorsprong genomen tegen Lode Broekman.

Lode geeft tegengas. Met 30. Ph5 zet hij de Andijker koning schaak.

Het tempo verschil. Dirk zal ... Kg3 spelen en na g5 hxg5, Kxg5 naar de andere vleugel rennen om de laatste witte pionnen op te ruimen. Lode verovert alleen de a5-pion, waarna de zwarte b-pion  promoveert. Midzomerspeler Bert Spil denkt mee.

Met nog 48 seconden op de klok staat Lode op het punt om de a5-pion te slaan. Na ... Kxb3 kan de laatste (zwarte) pion niet meer worden tegengehouden.

Een maand geleden, de dag na de achtste ronde van het Midzomertoernooi, kreeg schrijver dezes bezoek van Peter Couwenhoven. We hebben allebei voor het Noordhollands Dagblad gewerkt en we zijn allebei schaakliefhebbers, maar de reden van zijn komst was het WFSB-archief van de begin dit jaar overleden Rob Bijpost, bij Aartswoud clubgenoot van Peter. Hij wilde dat overdragen en dacht dat huize Buysman wel eens een goede bestemming kon zijn.

En dat is het ook. In de ene map zitten – gekopieerde – notulen uit de periode 1935-1952 alsmede enkele kranteknipsels en in de andere map de eerste twee jaargangen van het orgaan van de Westfriesche Schaakbond. Het eerste nummer is in november 1938 uitgegeven. Beide vormen een prachtige aanvulling op het boek ‘Westfries kampioenschap 1934-1998’ dat Rob Bijpost heeft geschreven.

Notulen van de vergadering op 10 oktober 1935 van het bestuur van de Westfriesche Schaakbond.

De Westfriese schaakwereld krijgt eind 1930 uitbreiding door de oprichting van KTV en Schaaklust. DIO (Spierdijk) is in 1899 opgericht, Caïssa in 1923. In tegenstelling tot zijn buurman besluit de Hoornse schaakclub  al snel om mee te doen aan de competitie in het district Noord-Holland van de Nederlandsche Schaakbond en speelt in de jaren erna tegen Aris de Heer (Middenbeemster), Morphy (Den Helder) en VVV (Alkmaar). De in die tijd verre reizen en de hoge bondsafdracht zorgen ervoor dat Caïssa zijn lidmaatschap bij de bond opzegt. Het feit dat tot twee keer toe Caïssa wordt vergeten bij het maken van de indelingen, heeft het nemen van die beslissing versterkt.

In het voorjaar van 1931 hebben de twee Hoornse bondsteams hun laatste wedstrijden gespeeld. Met de komst van KTV en Schaaklust ontstaan er schaakcontacten tussen Andijk, Enkhuizen en Hoorn en in 1932 wordt de Westfriesche Schaakbond opgericht. Er zijn direct plannen voor een regionale competitie en tot en met het seizoen 1935-1936 vaardigen de drie verenigingen twee tientallen af.

Het Euwe-effect is ook merkbaar in Wesfriesland. Max Euwe heeft eind 1935 de wereldtitel veroverd en een half jaar later krijgen Caïssa, KTV en Schaaklust binnen de Westfriesche Schaakbond gezelschap van A-Z (Medemblik), DIO (Spierdijk) en de Wieringer Schaakclub (Hippolytushoef). In 1937 komen Het Schaakbord (Spanbroek), De Toren (Andijk) en De Wieringermeerschakers (Slootdorp) erbij en weer later Aartswoud en VAS (Venhuizen).

Door die uitbreiding ontstaat de behoefte aan een mededelingenblad. Kunnen in 1932, met slechts drie clubs, notulen en aantekeningen worden geschreven op bij wijze van spreken de achterkant van een sigarendoos, met negen verenigingen wil men de informatievoorziening anders aanpakken. Terwijl in het najaar van 1938 het Verdrag van München wordt ondertekend – die gebeurtenis en de aanleiding daarvoor lijken veel op het ‘Verdrag van Washington 2025’ – zetten gelijktijdig enkele Westfriese schaakliefhebbers het eerste ‘Officieel Orgaan Westfriesche Schaakbond’ in elkaar. Caïssa-speler Henk Andreae, tandarts met een praktijk aan Groote Noord 3 in Hoorn, is dan secretaris van de WFSB. Alle teksten, ook van de clubsecretarissen, gaan naar redacteur Dirk Henstra, zoon van de in 1932 overleden Dirk Henstra die directeur van de pluimveevoedersfabriek in Enkhuizen was.

Het eerste Officieel Orgaan Westfriesche Schaakbond, verschenen in november 1938.

De WFSB-ratinglijst avant la lettre. Wel een volgorde met de sterkste speler bovenaan, maar geen cijfers achter de namen.

Heeft de competitie van de Noordhollandsche Schaakbond, eveneens in 1932 opgericht, jarenlang een onregelmatig verloop, die van de WFSB is vooruitstrevend. Zo worden bondswedstrijden gepland in oktober tot en met maart, steeds één ronde per maand. In de eerste klasse (met A-Z, Caïssa, KTV en Schaaklust) staan klokken naast het bord. En de WFSB hanteert een ratingsysteem avant la lettre. Alle spelers hebben een nummer, vaak gebaseerd op de prestaties in de clubcompetitie. De sterkste schaker van een vereniging krijgt 1, de volgende 2, etc. ,,De spelers moeten plaats nemen in de volgorde als in de ranglijst is aangegeven’’, is in dat eerste orgaan te lezen. Op de volgende pagina staat die ranglijst, overigens zonder nummers. Maar de beste van Caïssa treft de beste van KTV als opponent, of de beste van Schaaklust. ,,De reizende vereenigingen spelen aan de oneven borden met WIT’’, is een andere regel. De KNSB en de NHSB zal die pas tientallen jaren later overnemen; er werd steeds bij de kopmannen geloot wie met welke kleur speelde.

Een andere activiteit van de Westfriesche Schaakbond is het organiseren van een zogeheten Westfriesche Schaakdag. Daaruit is het Westfries kampioenschap voortgekomen. Die schaakdag, gehouden om het schaken te promoten, heeft een toernooi met vierkampen en in de hoogste groep wordt om de Westfriese titel gespeeld. Rob Bijpost schrijft in zijn boek: ,,Door een bekend krantenknipsel uit 1936 is lange tijd gedacht dat het kampioenschap toen is begonnen. Bij het zoeken naar gegevens over de Westfriesche Schaakbond komen er nieuwe feiten aan het licht die aangeven dat het eerste kampioenschap is gespeeld in 1934.’’ Maar historie is altijd in beweging en zo kan het gebeuren dat schrijver dezes een kwart eeuw na het verschijnen van ‘Westfries kampioenschap 1934-1998’ er achter komt dat er ook in 1933 een Westfries kampioenschap is geweest. In het Westfriesch Dagblad van 10 mei van dat jaar staat het hieronder geplaatste verslag. Opvallend: geen deelnemers van Caïssa. E. Groot uit Enkhuizen wordt overigens de eerste Westfries schaakkampioen.

In zijn schaakrubriek in het Noordhollands Dagblad van 8 maart 2014 schrijft Johan Hut dat het Noteboom-toernooi in Leiden (begonnen in 1936) met het Hemelvaartstoernooi in Soest (1935) en het Hoogoventoernooi (1938) tot de drie oudste schaaktoernooien van Nederland behoort. Het Westfries kampioenschap geniet landelijk gezien weinig bekendheid, maar is waarschijnlijk seizoenenlang het oudste van Nederland.

Het WFK groeit in de loop der jaren uit van een vierkamptoernooi naar een evenement, waarop alle Westfriese schaakverenigingen door een of twee spelers worden vertegenwoordigd. Voorin het boek van Rob is een overzicht met alle eindstanden geplaatst en in één oogopslag zie je de toename van het aantal deelnemers. De editie van 1980 is de eerste met zestien man, spelers van Aartswoud, Attaqueer, Caïssa, De Groene Zes, KTV, Schaaklust, Medemblik en SVH. De huidige Midzomerdeelnemers Dirk Mantel en Arnold van der Wolff eindigen met 3½ uit zeven in de middenmoot. Het record stamt uit 1993 met achttien schakers. De vereniging Medemblik bestaat niet meer, SVH heet Torenhoog. HSV De Eenhoorn is er bijgekomen, net als De Pionier (Benningbroek).

Door allerlei ontwikkelingen neemt na de millenniumwisseling de belangstelling af. Clubs houden op te bestaan, de interesse van ervaren spelers die jarenlang hebben meegedaan vermindert, de schaakagenda wordt groter. Na de COVID-19-uitbraak is het voorjaarsevenement niet meer gehouden. Kampioenschappen en toernooien komen en gaan. Hopelijk kan het Midzomertoernooi – dat net als het WFK een unieke opzet heeft – de geschiedenis ingaan als een waardig opvolger van het Westfries kampioenschap.

Nico Weel voert de laatste uitslagen in. Op de tafel staat de wisselbeker.

Twaalfde ronde (woensdag 20 augustus):
Peter van Waert – Boris de Best ½-½
Harry de Best – Stef de Wit 0-1
Eugène Koomen – Nizar Alayoubi 0-1
André Mantel – Ed Hoes 0-1
George Tadrous – Jamal Zyat 0-1
Jan Olthof – Bert Spil 0-1
Renzo Snel – Eline Kuin 1-0
Lode Broekman – Dirk Mantel 0-1
Co Buysman – Caspar Jinssen 1-0
Dion Brandt – Bas Doodeman ½-½
Henri Stouten – Serge Kramer 1-
Nico Reus – Gerard Broersen 0-1
Nico Weel – Hans Morsink 1-0
De eindstand:
1.  Nizar Alayoubi (Caïssa-Eenhoorn, 1604)..........  32,35  12  7  2  3
2.  Boris de Best (Caïssa-Eenhoorn, 1787)...........  31,49  11  6  4  1
3.  Ed Hoes (KTV, 1639).............................  21,70  11  5  4  2
4.  Stef de Wit (Torenhoog, 1449)...................  21,56  10  7  0  3
5.  Jamal Zyat (Caïssa-Eenhoorn, 1731)..............  21,28  12  7  1  4
6.  Arnold van der Wolff (Caïssa-Eenhoorn, 1738)....  20,86   8  4  3  1
7.  Bert Spil (Caïssa-Eenhoorn, 1924)...............  13,54  11  6  3  2
8.  Eugène Koomen (KTV, 1796).......................  13,00  12  7  0  5
9.  Marc Norden (MSK, 1812).........................  12,99   5  3  1  1
10. Peter van Waert (Caïssa-Eenhoorn, 1983).........  11,31   7  5  1  1
11. Dirk Mantel (Schaaklust, 1814)..................  10,27  12  6  2  4
12. Rik Slaman (Caïssa-Eenhoorn + Schaaklust, 1832).   9,70   6  3  1  2
13. André Mantel (KTV, 1458)........................   7,98  11  5  2  4
14. Renzo Snel (Caïssa-Eenhoorn, 1560)..............   6,94  12  6  2  4
15. Remco Bravenboer (Caïssa-Eenhoorn, 1579)........   6,02  11  5  2  4
16. Harry de Best (Caïssa-Eenhoorn, 1515)...........   5,46   9  4  1  4
17. Co Buysman (Caïssa-Eenhoorn, 1731)..............   4,72  12  3  6  3
18. George Tadrous (Degoschalm/Revanche, 1535)......   4,64  10  5  0  5
19. Jordi van Alst (Caïssa-Eenhoorn, 1485)..........   4,07   7  4  0  3
20. Jan Olthof (Schaaklust, 1710)...................   3,74   7  2  2  3
21. Siem Boon (Degoschalm/Revanche, 1300)...........   3,59  10  3  1  6
22. Caspar Jinssen (Torenhoog, 1228)................   3,43  10  2  1  7
23. Eline Kuin (Schaaklust, 1190)...................   1,95  10  1  2  7
24. André van Leeuwen (Degoschalm/Revanche, 1359)...   1,81  10  3  2  5
25. Jim Wittebol (1811).............................   0,54   5  2  1  2
26. Dion Brandt (Degoschalm/Revanche, 1510).........   0,28  11  4  3  4
27. Henri Stouten (KTV, 1731).......................   0,07   9  3  2  4
28. Lode Broekman (MSK, 1685).......................  -0,44   7  0  6  1
29. Bas Doodeman (Degoschalm/Revanche, 1698)........  -0,70   7  2  2  3
30. Nico Reus (Degoschalm/Revanche, 1512)...........  -7,43  11  4  1  6
31. Serge Kramer (WSC De Pion, 1782)................  -8,58   6  1  2  3
32. Ed Hornick (Torenhoog, 1664)....................  -9,62   9  3  1  5
33. Nico Weel (Schaaklust, 1825).................... -10,63   4  1  0  3
34. Jan Baars (huisschaker, 1732)................... -13,19   6  1  1  4
35. Gerard Broersen (Degoschalm/Revanche, 1741)..... -25,46   9  2  0  7
36. Hans Morsink (huisschaker, 1511)................ -34,24  10  0  4  6
De midzomerscore, bepalend voor de ranglijst, wordt via een speciale
formule en aan de hand van de ratings berekend. Zo verliest Jan Olthof
door zijn nederlaag 2,50 en wint Bert Spil 3,50 punten.