CE3 heeft in de voorlaatste ronde de titelkansen in eigen hand gehouden. Er werd verrassend eenvoudig met Waagtoren 3 afgerekend. Er was nauwelijks sprake van een wedstrijd. Binnen de kortste keren stond het 4-0 en uiteindelijk gaf het scorebord 6-2 aan.
Koploper Bergen liet drie dagen later helaas eveneens geen steekje vallen. De ploeg won nipt bij Castricum: 4½-3½. De slotwedstrijd bij Excelsior kent daardoor een heuse kampioenswedstrijd, want het derde speelt dan tegen Bergen. Wint CE dan zijn we kampioen; bij een gelijkspel of een nederlaag mag Bergen zich de beste van de eerste klasse A noemen. CE is sowieso de beste nummer 2. Mocht er een extra promotieplaats in de NHSB komen dan zal de ploeg uit Hoorn ergens acht spelers moeten zien te rekruteren die bereid zijn op zaterdagmiddag te gaan spelen. Natuurlijk is dat ook het geval wanneer we winnen van Bergen.
Waagtoren kwam met twee invallers en die gebruikten ze, zeer tactisch, om de hoogste twee borden op te offeren. Waarschijnlijk waren ze toch wel een beetje bang voor ons. Op zich niet zo nodig want hoewel ze flink onder ons stonden in de ranglijst hadden ze maar ½ bordpunt minder dan CE3. Het derde had in voorgaande wedstrijden de puntenmachine zeer economisch ingezet en staat daardoor met diverse 4½-3½ overwinningen en relatief weinig bordpunten toch heel hoog.
De tactische opstelling had effect. Bas Dudink kreeg na een zet of veertien de mogelijkheid tot een familieschaak met torenwinst aangeboden. Een aardig cadeautje. Hij schoof dit door naar een eenvoudige zege. Ook Ton Wessels had geen kind aan zijn tegenstander op bord 2 en keek spoedig tegen een comfortabele positie aan.
Op bord 5 was invaller Bert Spil ingezet en hij trof ex-Caïssiaan Willem Meijles. De pot ging redelijk gelijk op tot het verrassende slot. In een weinig-aan-de-hand stelling ging Willem dameruil uit de weg. Het was hem ontgaan dat er ook een mat in één dreiging in zat. Zo één van het type "Dame slaat in op g2 en is daarbij gedekt door een loper op b7". Bert zag het wel en incasseerde de 2-0. Tweede cadeautje.
Roy Kerkhoven speelde op bord 4 een strakke pot tegen de toch niet onervaren Gerrit Lemmen. Hij koos voor een ouderwetse koningsaanval in een partij die geen Siciliaan was maar er wel veel van weg had. Hij deed heel wat zetten met zijn h en zijn g pionnen en de h pion werd uiteindelijk pas uitgeschakeld toen hij op de zevende rij was bereikt. Het kwaad was toen al geschied en de positie verloren. De witte armada richtte zijn pijlen op de zwarte koning en de stand was 3-0. Al met al had Roy voor zijn overwinning nog geen twintig zetten nodig gehad.
Inmiddels had Fred Avis de aanval ingezet tegen Jan Poland maar deze had stuurde dame en toren naar het front en die waren daar opmerkelijk gevaarlijk. Ik stond tegen Egbert van Oene wat minder maar met ongelijke lopers (en nog wel alle zware stukken) had ik hoop op een halfje. Piet Aardenburg stond ook wel wat aan de gedrongen kant en Erik van Tooren had een gelijkwaardige stelling.
Ton won eerst wat pionnen, vervolgens een stuk en eenvoudig de partij. Dus 4-0 maar de rest van de partijen waren niet zo voor zich sprekend als de reeds besliste vier. Toch moest dit meer dan een gelijk spel op gaan leveren. De teamcaptain zelf zorgde hiervoor. Hoewel zijn tegenstander Nico Mak wel een wat lagere rating heeft deed Erik wat van een goed teamcaptain verwacht mag worden en maakte er remise van. De vis was op het droge. Fijn, want op de overige borden was het nog niet zo simpel.
Piet stond tegen Aart Kogeler, die lang geleden ook in Hoorn actief was, wel wat minder, maar het was houdbaar. Fred had een stuk geofferd of verloren (ik weet het niet precies) en leek niet de juiste compensatie te hebben. Het was wel een complexe stelling en over en weer waren er de nodige dreigingen. Ik kreeg het langzaam maar zeker moeilijk omdat de loper van Egbert veel sterker was dan die van mij. Piet wist zich te redden een liet ook een half aantekenen. Jan Poland wist de zaak te vereenvoudigen en Fred alle mogelijke compensatie te ontnemen. Hij tekende voor het enige volle Alkmaarse punt.
5-2 en de oplettende lezer zal zich herinneren dat ik eerder een 6-2 einduitslag verklapt heb. Dus moet ik ondanks mijn mindere stelling winnen. En inderdaad. De ontknoping in mijn partij was vergelijkbaar met die in Castricum. Net als toen stond ik met de rug tegen de muur en dreigde ik ten onder te gaan, maar op het cruciale moment greep de witspeler verschrikkelijk mis. Hij plaatste zijn toren op een diagonaal met zijn dame, en aangezien ik mijn loper er tussen kon manoeuvreren kostte hem dit onmiddellijk een volle toren. Gesterkt door dit voordeel ruilde ik snel de dames, teneinde het venijn uit de stelling te halen, en kon ik met een toren in de plus het laatste punt bijschrijven. Tevens het derde cadeautje.
| 1 | Bas Dudink | 1862 | - | Afshin Mehnavian | 1654 | 1-0 |
| 2 | Ton Wessels | 1957 | - | Andre Bremmers | 1586 | 1-0 |
| 3 | Erik van Tooren | 1962 | - | Nico Mak | 1790 | ½-½ |
| 4 | Roy Kerkhoven | 1896 | - | Gerrit Lemmen | 1796 | 1-0 |
| 5 | Bert Spil | 1800 | - | Willem Meyles | 1903 | 1-0 |
| 6 | Fred Avis | 1812 | - | Jan Poland | 1803 | 0-1 |
| 7 | Johan Paul Hendriks | 1813 | - | Egbert van Oene | 1811 | 1-0 |
| 8 | Piet Aardenburg | 1775 | - | Aart Kogeler | 1842 | ½-½ |
| Caissa-Eenhoorn 3 | - | Waagtoren 4 | 4½-3½ |

Ha JP, weer een prima verslag, maar die 4,5-3,5 overwinningen zijn niet een automatische uitslag (zie slot)! Erik