Ter herinnering aan Jan Haijer, verwoord tijdens crematieplechtigheid

Eenennegentig jaar…

Rationeel bezien : iedereen tekent er voor, 91 jaar is natuurlijk, in vergelijking met anderen, een heel mooie leeftijd.

Maar die vergelijking is een optelsom van individuele gevallen, waarvan vervolgens een gemiddelde wordt berekend. Dat zegt dus niets over dat ene individuele geval waar het om gaat. Jan Haijer een bijzonder man, en dat was ie.

Natuurlijk : een ieder weet, dat, wanneer je eenennegentig bent, ieder moment door die ene plotselinge uit het niets komende zet kunt worden overvallen door het einde. Jan zei dat ook regelmatig : “ Je weet dat het in een keer afgelopen kan zijn…”

Ik denk, dat het een jaar of vijftien geleden was, dat Jan plotseling bij mij op kantoor kwam. “ Er is bij mij geconstateerd, dat ik iets in een halsslagader heb. Er is niets meer aan te doen. Je mag het tegen niemand vertellen, ook mijn vrouw niet. Wil je dit boek aan Eddy Saraber geven als ik overleden ben ? “ Hij kwam, zo vatte ik dat op, afscheid nemen…. Ik was een dag of wat van slag… : Wat moet je daar nou mee ? Die wens respecteren, dat was duidelijk, maar je staat toch wel vreemd te kijken, als je zo midden op de dag met zoiets wordt geconfronteerd… We zijn inmiddels een jaar of vijftien verder… : kennelijk viel het allemaal wel mee…. Jan ging door : de energie, vechtlust en enthousiasme die Jan nog had : dat spatte er van af. Wie je de afgelopen jaren ook over Jan sprak : steeds werd er met bewondering over Jan gepraat : “ Schaken op zo’n manier, zoveel strijdlust, schaken op zo’n hoge leeftijd, met zo’n heldere geest : wat kan het schaakleven dan toch mooi zijn.”

De wil om hoe dan ook door te blijven gaan, de plannen die Jan nog had, gaven geen enkele aanleiding om te verwachten dat zijn leven op zo’n korte termijn afgelopen zou zijn. De wil en het doorzettingsvermogen om ondanks een licht verval van krachten toch steeds maar door te gaan compenseerde veel. Tijdens het veteranentoernooi in maart en april van dit jaar maakten we ons al wat ongerust… Hij bleef echter doorgaan.

Het leven is net een schaakspel : het heeft een begin, en hoe dan ook altijd een einde. Je hoopt op een mooie partij, dat pas ver in het eindspel wordt beslist. Hoe verder je van de opening af raakt, hoe meer problemen je dan tegenkomt. Het schaakspel kent vele mogelijkheden : een-voudige zetten worden afgewisseld met de meest fraaie wendingen, ook onverwachtse, afkomstig van een tegenstander.

Dit alles, gecombineerd met een onuitputtelijke energie…tja… mooi, dat het zo kan.

Jan miste weinig avonden, deed trouw mee aan de bondscompetitie en meldde zich ook aan voor speciale evenementen. Verliezen vond hij jammer, winnen was mooi meegenomen. Het ging hem vooral om het spel. De laatste schoonheidsbeker van Caïssa, vlak voor de fusie, is gewonnen door Jan die meteen recordhouder werd. In totaal is vier keer (op een totaal van negentien) een partij van Jan uitgeroepen tot mooiste clubpartij van het seizoen. De samenstelling van de schoonheidscommissie was niet altijd hetzelfde en bij de laatste keer is grootmeester Dimitri Reinderman gevraagd te jureren. Dimitri koos de partij van Jan tegen mij als winnende : het werd afgesloten met een fraaie matzet. Dimitri , op dit moment Nederlands kampioen en schaker van het jaar, overhandigde de beker op de eerste clubavond van Caïssa-Eenhoorn. Een foto daarvan is nog op onze site te zien. Jan was toen 90 jaar jong.

Wie je de afgelopen jaren ook sprak over Jan Haijer : wanneer je het over Haijer had, dan was toch altijd over die altijd zo enthousiaste man die niet alleen nog steeds op hoge leeftijd nog goed kon schaken , maar vooral ook zo enthousiast en warm kon vertellen. Stelde je hem een vraag dan wist hij altijd wel weer een uitgebreide herinnering op te diepen.

In mei 1945 deed hij bij de Groningse vereniging Staunton zijn eerste zetten. Halverwege de jaren zeventig verhuisde hij naar Hoorn en meldde zich al snel aan als lid van Caïssa. Al even snel bleek dat de club een geweldige verenigingsman in zijn midden had. Jan was een prima schaker en heeft, als invaller, ook een aantal partijen in het sterkste bondsteam gespeeld. Hij werd teamleider. Johan de Lange kwam met het idee om een clubblad te beginnen . Toen er daarop met ingang van het seizoen 1980-1981 een clubblad kwam, ontdekten de leden Jan ook als een begenadigd schrijver. Dankzij Johan werden talrijke clubbladartikelen van Jan verzameld in een prachtig boekje : ‘Krijger op 64 velden’.

Jan had een brede interesse. Naast Mozart en Shakespeare was hij verknocht aan geschiedenis en schaken.

Geschiedenis en schaken heeft hij op een spectaculaire manier bijeen gebracht.

Aan onze clubgeschiedschrijver Co Buysman verhaalde hij over een bijzondere gebeurtenis. De in 1800 geboren Jan Haijer – betovergrootvader van ‘onze’ Jan – had op een lentemorgen in 1814 bij de ouderlijke woning een hangmat opgehangen tussen twee bomen. Dat huis stond in Farmsum, vlakbij Delfzijl. In de Eems lag een Engelse vloot; Engeland was in oorlog met de Fransen die toen het huidige Nederland in bezit hadden. Vanaf het linieschip Northumber-land (dat een jaar later Napoleon naar St. Helena bracht) werd een kanonskogel afgevuurd op de vestingstad. Die kogel trof een van de bomen waar de hangmat aan hing. De jonge Jan Haijer had geluk: hij raakte doof aan één oor en hield een litteken in het gezicht aan de klap over.

In 1949 was er een schaakuitwisseling tussen de steden Newcastle en Groningen en Staunton-speler Jan Haijer maakte deel uit van de Groningse ploeg. Vlak voor de wedstrijd begon, zei de Engelse wedstrijdleider tegen Haijer : ‘Weet je tegen wie je speelt’? ‘Nee’, antwoordde hij. ‘Tegen de achterkleinzoon van de kapitein van de Northumberland, die in 1815 Napoleon naar Saint Helena bracht’. Hij was blij toen hij hoorde dat Haijer boeken over had gelezen. En toen kwam het. ‘Heb jij ook dit soort ijzervreters in je familie?’ vroeg hij Jan. ,Ja’, zei Jan ,,en bijna had mijn hele familie opgehouden te bestaan door jullie kanonskogels’. Jans gespreks-partner was dus de achterkleinzoon van de kapitein van de Northumberland die opdracht tot dat schot had gegeven.

Jan schreef op een bijzondere manier over het schaken en dat lokte vaak mooie reacties uit.

Jan Haijer was een man van het woord, van de pen en van de typemachine. Een computer gebruiken deed hij niet. Hij heeft talrijke partij-analyses in sierlijk handschrift aan lijntjes-papier toevertrouwd en bracht die na een stevige wandeling bij clubgenoot Gerrit van der Hoff en bij Co Buysman.

In de laatste jaren van zijn leven hield Jan zich met de Eerste Wereldoorlog bezig. Hij had ruim honderd A4-tjes vol getikt en wilde die als het boek ‘Geschiedenis van een dag’ uitgeven. Op 28 juni a.s. is het honderd jaar geleden dat de Oostenrijks-Hongaarse troonopvolger Frans Ferdinand en zijn vrouw Sophie in Sarajevo werden vermoord. Het vormde de aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog die een maand later begon. Jan heeft de gebeurtenissen op die dag en de aanloop er naar toe uitgebreid beschreven, mede dankzij een onverwacht bezoek in 1980 aan zijn antiquariaat in Amsterdam. Bij de aanslag op Frans Ferdinand waren zeven mensen uit Servië betrokken (drie van hen werden gearresteerd en belandden in de gevangenis) en een van die zeven zocht bij Jan een boek over de moord. De twee raakten aan de praat over die 28e juni en zo hoorde de Caïssa-schaker over enkele gebeurtenissen die bij niemand bekend waren. Die heeft hij inmiddels aan het papier toevertrouwd. Jan heeft zich dus niet alleen verdiept in de wereldgeschiedenis, hij heeft de wereldgeschiedenis ook aangeraakt.

De afgelopen weken… mooie stelling op het bord… er zat veel muziek in… maar Jan je lichaam liet je in de steek : je kwam in tijdnood.. Je vlag viel….je had geen tijd meer. Jan Haijer, de koning van Caïssa Eenhoorn viel om. De partij is tot een einde gekomen… game is over…

Jan, het spel is over, dat is jammer, bijzonder jammer. Je bent mat gezet : matter dan mat kan het niet . Er is niets ergers wat je als schaker kan overkomen. Maar dat is maar een spelle­tje, dan denken we : " Volgende keer beter. " In het leven is dat niet zo : dan heb je maar een kans, daarna is het meteen over.

Maar terugkijkend : Jan, jou mogen kennen was, om in schaaktermen te blijven, " een mooie partij ", : aimabel, enthousiast creatief, spannend, en strijdbaar. Tot het eind aan toe. Jammer, dat er geen vol­gend potje is.

Jan, bedankt voor alles.

Fred Avis, voorzitter