Snertzootje

De sfeer tijdens het Tata Steel-toernooi is nog steeds prima; het is een steeds terugkerende reünie van schakers die elkaar tegenkomen en de strijd met elkaar aangaan. Wij (Co Buysman, Roel Ridderikhoff en Aad Laan) reden om beurten naar de schaakarena, waar we zonder sneeuw, hagel en forse windstoten steeds veilig arriveerden. Hieronder een korte sfeerschets die ons even bezighield.

Ik stond op het punt om op te geven. Mijn tegenstander vroeg mij of ik gecremeerd wilde worden of begraven. Ik wees hem op de houten kist naast het schaakbord. Hij knikte meelevend. ,,Maar mag ik dan nog een laatste wens doen?'' vroeg ik de man smekend.

,,En wat is die wens dan?'' vroeg hij. ,,Ik wil nog een keer meedoen aan het grootschalige snerttoernooi in de Hoge Duin.''

,,Heeft u een uitnodiging?'' vroeg hij opnieuw. ,,Het is alleen voor genodigden.'' ,,Neen'', riep ik bedremmeld. Maar het was toch altijd voor iedereen ongeacht rang, stand of komaf. Als schaker hoor je daar gewoon bij!

Het is traditie en ik dacht dat het tientje dat we dit jaar extra moesten betalen, bestemd was voor de snert. Het moet toch niet gekker worden: een snertmaaltijd alleen voor de elite. De omkeertheorie ten volle gepresenteerd. Straks wil de 'Upper Ten' alleen nog in een rijtjeshuis wonen.

Mijn laatste wens ging niet in vervulling en in een laatste poging om mijn gedachten te veranderen zei hij dat je maar één kopje snert kreeg en verder alles zelf moest betalen. Ik was uitgepraat!

SCHAAKAAD