Achtste clubtitel voor Ronald Ritsema

In een volle zaal is op 14 april de clubcompetitie 2014-2015 beëindigd. Met 26 partijen kreeg die op de slotavond een passend decor. Na zes seizoenen van dalende deelnemersaantallen is het eerste jaar in De Kreek succesvol verlopen; we telden een toename van negen spelers. En Ronald Ritsema mag zich met in totaal acht titels waarschijnlijk recordkampioen noemen.

Misschien kunnen we zelfs spreken van een stijging van twaalf man. Errol Meijs en Aren en René Mijs hebben wel enkele clubavonden bezocht, maar komen niet in de eindstand voor. In voorgaande jaren werden in dergelijke situaties de bewuste spelers meegeteld. Hoe het ook zij, de neergaande tendens is een halt toegeroepen en het zal mooi zijn om ook de komende jaren een theaterzaal met de maximale bezetting te zien.

Opvallend is dat Han Pansters als enig nieuw lid zijn opwachting heeft gemaakt. Met 8½ punt uit twintig partijen mag sprake zijn van een goed debuut.

Drie factoren hebben een rol gespeeld bij de groeiende belangstelling voor de clubcompetitie. De eerste is de entree van vijf jeugdspelers. Niels Appelman, Robin Duson, Klaas Jan Koedijk, Rowan Louter en Merlijn de Zwaan waren actief op de dinsdagavonden. Gerard Dudink en Nick Manshanden maakten vorig seizoen hun debuut en ook Robbert van Dijkhuizen is officieel nog jeugdspeler. In de nabije toekomst zit duidelijk muziek voor Caïssa-Eenhoorn.

De tweede factor wordt gevormd door een flinke groep herintreders. Marc Baank, Holger Bonte, David Groen, Michel Nierop, Mark van Ojik en Paul en Tom Snoeij Kiewit hebben in een korter dan wel langer verleden bij Caïssa of De Eenhoorn geschaakt. Verder maakten Rinus van de Krol en Erik Romkes na een jaartje afwezigheid hun rentree.

In januari en februari werd onder de inspirerende leiding van Ronald Ritsema een beginnerscursus van zeven avonden gehouden en aansluitend konden de deelnemers instappen in de clubcompetitie: de derde factor. Daar hebben Dick Appelman, Marcel Blokker, Piet Duson, Henk Jagerman, Richard Koekkoek, Luan Nguyen en Michel Vercoelen gebruik van gemaakt. Uiteraard hopen we dat zij het niet bij dit ene voorjaar laten en ook vanaf de eerste dinsdag in september weer van de partij zijn. Zowel de herintreders als de cursisten hebben aardige partijen laten zien.

De clubcompetitie leverde diverse records op. Na 1999, 2002, 2003, 2004, 2012, 2013 en 2014 veroverde Ronald Ritsema voor de achtste maal de titel. Vanaf 1980 zijn alle clubkampioenen bekend en met zeven eerste plaatsen was Wilko van der Gracht recordhouder. In een interview, geplaatst in een van de eerste clubbladen van Caïssa, zegt oud-lid Wim Hart dat hij in de jaren vijftig en zestig zeven keer clubkampioen is geworden. Dat heb ik aan de hand van bronnen niet kunnen bevestigen, omdat het Caïssa-archief van die periode en ook van de jaren zeventig niet compleet is. Bert Meester heeft in ieder geval zes titels achter zijn naam staan. Naar alle waarschijnlijkheid zijn het er geen acht of meer en ga ik er voorlopig van uit dat Ronald recordhouder voor wat betreft het aantal kampioenschappen is.

Ik zal niet alle clubgenoten noemen, maar verschillende hebben opvallend gepresteerd. Voor het eerst sinds 2005 is Piet Aardenburg in de top tien geëindigd: vijfde. Zijn toernooiprestatierating (TPR) is met 1872 nog nooit zo hoog geweest. Jeugdspeler Niels Appelman (tien punten uit 21 partijen) en vader Dick (vier winstpartijen in zeven ronden) kunnen van een mooi begin spreken. Dat geldt tevens voor Robin (4½ uit vijf) en Piet Duson die net als zijn dochter ongeslagen is gebleven: één winstpartij, drie remises.

In het seizoen 2009-2010 kroonde Fred Avis zich tot clubkampioen, mede dankzij een recordaantal winstpartijen van veertien. Dat heeft hij nu geëvenaard. De voorzitter hield de stijgende lijn vast (achtste, vijfde, vierde) en liet zien dat zijn rating van 1 augustus jl – 1670 – een schoonheidsfoutje was.

De oud-bestuursleden Frans Bouwman en Gerrit van der Hoff waren de trouwste bezoekers. Zij misten allebei één clubavond. Frans verzamelde 13½ punt en werd 39e; zijn hoogste klassering sinds 2006. Gerrit deed het met zeventien punten, alleen Bert Spil had er meer, uitstekend. Goed voor de 25e plaats en zijn vijftien winstpartijen vormen een persoonlijk record in zijn schaakcarrière die in 1973 is begonnen.

Erwin Brouwer is in 2000 lid geworden en klasseerde zich nooit in de top tien. Hij zat er wel enkele keren dicht bij, maar met vijftien punten uit 26 partijen legde hij nu beslag op de tiende plaats. Robbert van Dijkhuizen ging van de 32e naar de zeventiende plaats en schoof met zijn TPR richting de 1700.

Regelmaat troef bij Gerard Groot: voor derde keer in de laatste vier seizoenen op de vijftiende plaats. Regelmaat ook bij Jan Smink: 34e, 33e en nu 35e.

Van de topspelers heeft Sjoerd Kelder (achttiende) opvallend weinig remises achter zijn naam staan; slechts één. Hij zegevierde tienmaal en verloor negen partijen. Roy Kerkhoven is zesde geworden, maar voor mij de beste schaker van de club. Hij heeft vijftien keer een opponent uit de top tien gehad en ondanks die zware tegenstand kwam hij tot zeven overwinningen en zes remises. Twee partijen tegen een medetopper gingen verloren. Bert Spil (derde; zijn twintig punten uit dertig partijen is de beste clubscore) zat overigens zestien keer tegenover een clubgenoot uit de top tien en heeft op Fred Avis en Erwin Brouwer na alle concurrenten tweemaal gehad. Dat staat in schril contrast met Ronald Ritsema die het opnam tegen acht toptientegenstanders met als resultaat: drie winstpartijen, vier remises en eenmaal verlies. Voor zijn afwezigheid vanwege de beginnerscursus kreeg Ronald een vergoeding van een kleine zeshonderd punten. Na de jaarwisseling heeft hij slechts drie partijen gespeeld en verruilde daarmee de derde voor de eerste plaats.

Na een jaartje afwezigheid tekende Rinus van de Krol voor een evenaring van zijn record uit 2004: 48e plaats.

Zoon Sernin boekte sinds we Caïssa-Eenhoorn heten alleen maar progressie. Dertigste, negentiende en nu zestiende; zijn beste prestatie ooit.

Aad Laan (negende) keerde terug in top tien, net als Dirk Lont. De clubkampioen van 1989 werd in 2003 vierde en zit daar met de huidige zevende plaats weer in de buurt.

Jeugdspeler Nick Manshanden maakte de grootste klapper. Hij sloot zijn debuutseizoen af met de negende plaats en gaat nu een jaar als vice-kampioen door het Hoornse schaakleven. Zijn TPR bedraagt 1902.

Persoonlijke records zijn er voor Ruud Loots (37e),  Joop Mus (53e), Kees Overboom (36e) en Willem van der Veen (27e). Joop overigens speelde in zijn laatste 107 partijen slechts eenmaal remise; op 19 februari 2013 tegen Rinus van de Krol. Voorts heeft Kees ook een recordscore aan punten: dertien (uit 27 partijen).

Na de fusie boekt Wim Prins louter progressie: 43e, 39e, nu 38e, zijn beste prestatie sinds1995. Tenslotte doet ook Roy Verhoef, jarenlang lid van De Eenhoorn, het goed. Hij was met schaken gestopt, maakte vorig seizoen zijn rentree en scoorde twee keer vijftig procent. Dit jaar met 12½ uit 25 (33e).

Het interne seizoen bestond ditmaal uit drie onderdelen. Naast de clubcompetitie hadden we de vier rapidavonden en als noviteit het onderlinge bekertoernooi. Voor de rapidstrijd werd een iets andere opzet gehanteerd. Geen avonden met zeskampen, maar per avond twee ronden met vierkampen. Een nadeel was echter dat te vaak dezelfde deelnemers tegen elkaar speelden. De belangstelling was wel goed. In het eerste seizoen telden we in totaal 101 rapidschakers (achtereenvolgens 26, 24, 24 en 27) en in De Kreek waren het er 136 (30, 32, 37 en 37). Seréyo Bekkink nam de titel over van de naar Drenthe verhuisde Bas Dudink.

Voor het eerste onderlinge bekertoernooi meldden 52 clubgenoten zich aan. De eerste loting had plaats op 16 september. Geen enkele speler kreeg een beschermde status, waardoor het mogelijk is dat twee toppers elkaar in de eerste ronde, op 30 september, kunnen treffen. Dat gebeurde ook. Ronald Ritsema moest al meteen tegen Roy Kerkhoven. Na de remise in de gewone partij (die meetelde voor de clubcompetitie) zegevierde Ronald in de verlenging; een 10-minutenpartij. De tweede schifting werd gebruikt om voor de derde ronde op het werkbare knockout-getal van zestien te komen.

De charme van een bekertoernooi met een vrije loting is dat spelers met een lage(re) rating ver kunnen komen. Bovendien zorgden de lotingen zelf voor veel gespreksstof en sfeer op de clubavonden. Uiteindelijk haalden Ronald Ritsema en Bert Spil de finale, al was het jammer dat die niet op een livebord werd gespeeld. De kwart- en halvefinalepartijen konden wel in de huiskamers worden gevolgd, de ontknoping niet. Voor de vier clubgenoten die een uur eerder waren gekomen om alles in orde te maken, was dat een afknapper. Overigens zegevierde Ronald die nu in het bezit is van een triple: clubkampioen, snelschaakkampioen en bekerkampioen.

 

2 thoughts on “Achtste clubtitel voor Ronald Ritsema

  1. Nog aardig om te noemen: Nick werd overall tweede maar kampioen in de B categorie, voor Fred. Robbert eiste de titel voor de C categorie op. Nick en Robbert zijn volgend jaar vast geen B resp. C meer. Dat de categorieprijs niet altijd naar de jonkies gaat liet Gerrit zien. Die pakt de titel van de D-categorie. (OK: Gerrit blijft natuurlijk eeuwig jong. Laten we wel wezen: ik ken die man nu zo’n achttien jaar en hij is geen spat ouder geworden.) De ratingprijs gaat naar Nick. De kwade opzet van Fred om de ratingprijs ook eens te winnen is mislukt: hij werd slechts derde temidden van de “broekies”.

  2. Niet alleen een uitvoerig verslag maar ook een uitstekende analyse van de totstandkoming van de eindstand.

Reacties zijn gesloten.