Vierde verzuimt De Waagtoren te verrassen.

Het vierde heeft dinsdagavond nagelaten om twee punten mee te nemen uit Alkmaar. De confrontatie zag er lange tijd rooskleurig uit maar in de tijdnoodfase gingen in een aantal cruciale partijen de punten naar de thuisclub. Het werd in Het Gulden Vlies 5-3 voor de ontvangende vereniging.

Het begin van de avond was vooral voor mijn tegenstander Ruud Nieuwenhuis. Eerst kieperde hij zijn thee om toen hij probeerde te zetten; vervolgens was zijn koffiekopje aan de beurt. Het laatste was gelukkig reeds leeg voordat hij het omkieperde. Ongetwijfeld heeft dit incident de spelers van CE4 ernstig uit hun concentratie gehaald.

Sernin was als eerste uit. Zijn partij was antireclame voor ons mooie spel. Het was saaier dan saai. Het was bijna net zo saai als de gemiddelde interland van het Nederlands voetbalelftal. Sernin kopiëerde acht zetten de zetten van zijn tegenstander, vervolgens ruilden ze alles wat los en vast zat en gelukkig kwam iemand na 22 zetten op het goede idee remise aan te bieden. Ik hoop voor Sernin dat hij niet veel van dit soort partijen meer speelt.

De volgende partij die afgelopen was was die van Ger. Ger werd uit de opening overspeeld in een Caro Kann (je moet ook geen Caro Kann spelen) en kon zich na 15 zetten de trotse eigenaar noemen van een compleet verloren stelling waarin hij een pion minder had en een dramatisch slechte positie. Maar niet getreurd. Vanuit een compleet gewonnen stelling besloot Jan Ens een toren weg te geven. Heel moeilijk te zien: stuk staat twee keer aangevallen en één keer gedekt. Schaakblindheid zullen we maar zeggen. 1½-½ voor CE. Niet geheel verdiend.

Een andere dubieuze stelling was die van Arend. Hij had een centrumpion verloren, en ofschoon het surplus van Dick Bouma een isolani betrof, die volgens plan teruggewonnen moest kunnen worden, was de praktijk van dat terugwinnen nog niet zo makkelijk. Er was nog wat hoop dat Arend de zaak remise kon houden totdat onze man (noodgedwongen) een schaakje moest geven. Dick kon op drie manieren antwoorden en hij koos de enige optie die niet mocht. Er volgende onmiddellijk een familieschaakje K+D en zo kon Arend ons tweede geflatteerde punt laten opschrijven.

2½-½ en beslist hoop op meer. Arend en Gerrit waren twee van onze zorgenkindjes, maar met de onverwachte wendingen op die borden leek de zon te gaan doorbreken. Een rondje langs de andere borden. JP aan bord één had langdurig initiatief en speelde duidelijk voor de winst. Bas aan bord twee stond gedrukter maar het was misschien net aan te houden. Arnold had op bord drie ook het initiatief. Bovendien hadden JP en Arnold veel meer tijd. Dat kon niet gezegd worden van David op bord vier. Die kwam wel een beetje in tijdnood. Maar de stelling zag er niet zo slecht uit. Alleen het treffen van Martijn op bord zeven was wel wat zorgwekkend. Die stond een pion achter en er leek weinig hoop voor hem. Maar 1½, 2 punt. Moet toch kunnen zou je denken.

Onze naamgeefster besloot anders. Met Arend en Gerrit hadden we voldoende geluk gehad. Nu was het de beurt aan de Alkmaarders. Martijn verloor maar dit was nog volgens verwachting.

David verloor. Hij had een volledig gelijkwaarde stelling toen hij koos voor een verkeerde afruil. Ook schaakblindheid? Het kostte een stuk en leverde niks op. David vocht een tijdlang dapper door maar dat was niet genoeg.

Bas verloor. Na een scherpe opening had hij een pion gewonnen maar moest die snel teruggeven om te voorkomen overspeeld te worden. Vervolgens was een houdbare situatie ontstaan maar tegenstander Alex Albrecht ging daar beter mee om. Hij zette de aanval voort op de andere vleugel. Nadat hij een pion gewonnen had werd de stelling van onze man snel minder en op de 50e zet moest Bas zijn tegenstander feliciteren.

Arnold won niet. Hij is de man in vorm in de interne en had een prima stelling en veel meer tijd. Maar het was niet genoeg. Hij wist zijn voordelige stelling niet in winst om te zetten en deelde het punt.

En ik verloor. Ik stond vanuit de opening beter en had Ruud Nieuwenhuis ondermeer een geruïneerde koningsstelling toegebracht. Ruud beperkte zich tot verdedigen en had bovendien zeeën van tijd gebruikt. Maar hij hield het hoofd boven water en wist zelfs langzaam maar zeker tot een gelijkwaardige stelling te komen. Dat bleef zo totdat ik in tijdnood een compleet verkeerde ruil aanbood. Hierna was de zwarte loper toevallig veel beter dan het witte paard. Ik verloor twee pionnen en dat was te veel om in het verre eindspel met een remisetruc weg te komen.

Zo leverden de laatste vijf partijen een half schamel puntje op. Pech en teleurstelling genoeg maar gezien het fortuin waarmee we zelf onze punten haalden was onze nederlaag wellicht niet helemaal onterecht. We zijn nu middenmoters.