Remise met een spalk

Er zijn niet veel sporten, waar sporters ondanks een zware blessure gewoon doorgaan. Schakers hebben daar geen moeite mee en dat werd in de negende ronde van de clubcompetitie door Bert Spil aangetoond. Met zijn linkerarm in een spalk hield hij Fred Avis keurig op remise.

Frans Kragten kijkt met bewondering naar Bert Spil die een zet doet, noteert en koffie drinkt; allemaal met één arm.

Wie het met zwart opneemt tegen de oud-voorzitter, moet de Trompowsky-aanval afslaan. Er werd van beide kanten meteen scherp gespeeld, maar na de rokade van Bert kwam wit onder grote druk te staan. Fred haalde zijn koning uit een penning en had op g1 en h1 enkele passieve stukken. Zwart (door een bedrijfsongeval op halve kracht schakend) moest rechtshandig de zetten doen, noteren en koffie drinken en misschien was dat te veel van het goede, want het lukte hem niet van de betere stelling te profiteren. In een wat tamme slotfase kreeg zijn opponent de controle terug en na 24 zetten werd besloten het punt te delen.

 

De meeste toptienspelers hoefden niet veel op te schrijven. Een week geleden won clubkampioen Roy Kerkhoven de topper tegen titelkandidaat Nick Manshanden door een blunder van zijn tegenstander. Dinsdagavond ging Roy in de topper tegen Peter van Waert na een dik uur zelf in de fout en dat leverde hem zijn eerste verliespartij op.

Sjoerd Kelder en Martijn de Wit, zesde en zevende op de ranglijst, stopten er na zestien zetten mee. Een wat ongewone Grünfeld werd door Sjoerd (zwart) op bijzondere wijze aangepakt en dat kostte hem in een goede stelling een paard op f6. Even later stond de witte toren op a1 in de penning, waardoor Martijn de kwaliteit verspeelde. Snel werd toen maar tot remise besloten.

 

De tafel in de hoek van de zaal, naast de bondswedstrijd Caïssa-Eenhoorn – Opening’64 (viertallencompetitie), was door het halve bestuur opgeëist. Een dag later stond een bestuursvergadering gepland, maar Sernin van de Krol, Johan Paul Hendriks, Robbert van Dijkhuizen en Co Buysman hadden bij wijze van spreken al enkele agendapunten kunnen doornemen en beslissingen kunnen nemen, want ze vormden een meerderheid. Dat had dan in het begin van de dinsdagavond moeten gebeuren, want later was er geen tijd meer voor. De vier speelden de twee langste partijen en elk bestuurslid deed in zijn eentje meer zetten dan de in dit overzicht eerder vermelde drie partijen bij elkaar.

Co Buysman nam het op tegen Robbert van Dijkhuizen en zij waren op twee fronten actief, aangezien het ook om een bekerpartij ging. Wit (Co) stapte af van zijn gebruikelijke Engelse opening en kwam nu met iets dat Fritz niet kon identificeren: 1. d4 2. Pc3. Het ging allemaal goed en hij had een mazzeltje dat zwart een pion op c5 niet terugsloeg. Vervolgens probeerde de witspeler het voordeeltje uit alle macht te verdedigen. Het werd voor hem linker, toen Robbert zijn torens op een half open c-lijn verdubbelde. In een gelijkwaardige fase speelde zwart echter zijn e-pion op, waarmee de d-pion werd verzwakt. Na pionnenruil ontstond in het centrum veel ruimte en kwamen alle witte stukken opeens tot leven. Dat leverde Co in het eindspel stukwinst op en even later een plaats in de tweede bekerronde.

 

Vervolgens fungeerden de twee met nog enkele clubgenoten als toeschouwers bij de andere bestuurspartij. In een Siciliaan keek Johan Paul Hendriks (wit) tegen een dubbelpion op de c-lijn aan, maar met op de open d-lijn verdubbelde torens kwam hij terug. Dat bleek van tijdelijke aard te zijn. Waarschijnlijk in tijdnood miste Sernin van de Krol op de 34e zet een grote winstkans, al bleef de stelling er voor hem prima uitzien. Met alle zware stukken op het bord had hij twee pionnen meer. Eerst werden de torens geruild, maar door dameruil raakte zwart een pion kwijt. De tijd liep door en met enkele seconden op de klok had Sernin na zijn voorlaatste zet een glad gewonnen stelling en na zijn slotzet een verloren stelling. Rond middernacht werd toen remise met een handdruk bezegeld.