Lekker combineren in Vlissingen

Het weekje HZ toernooi in Vlissingen was erg geslaagd. In deel 1 'Wit-Zwart kijken in Vlissingen' was dat al te lezen. In dit tweede deel verschillende partijfragmenten uit het toernooi. Het was al met al lekker rekenen en combineren geblazen.

Er kan er maar één de winnaar zijn. Gata Kamsky, met 7,5 uit 9 de toernooiwinnaar, krijg uit handen van hoofdarbiter Paul van Rooijen de wisselbeker. Foto: toernooiorganisatie.

Voor mij begon het toernooi net als vorig jaar op het podium. Ditmaal aan bord 2 tegen GM Erwin L'Ami. Een live bord, dus eenieder kon thuis de zetjes volgen. Met zwart wilde ik het Erwin in ieder geval niet cadeau geven en was ik strijdbaar. Ik vond veel prima zetten, maar kreeg niet de kans om te kunnen drukken op de damevleugel. Uiteindelijk gaf ik nog te snel op in de eindstelling eigenlijk:

L'Ami - Van Dijkhuizen na 29.Ph5 1-0

Ik was onderhand in tijdnood. Het gespeelde Ph5 voelde als een knock-out in een wel al lastige stelling. Na de partij nog even analyseren waarbij we een plan voor wit bedachten als ik helemaal niks doe. Uiteindelijk gaat het wel mis. Analyseren deden we op het live-bord waardoor de zettenregistratie in de war ging doordat we de koningen te snel weghaalden. Daardoor was er een nogal gekke eindstelling te zien was (is inmiddels hersteld). Op teletekst stond het wel goed: 1-0.

In de tweede ronde werd ik uiteraard omlaag ingedeeld, maar wel tegen een talentvolle jongen uit Oostenrijk. Met wit schuwde ik een scherpe variant niet en werd er heel wat theorie over de toonbank gesmeten. Vervolgens was het lang zoeken naar een gaatje. Toen ik op het juiste moment stukken kon afruilen pakte ik die kans met beide handen aan:

 

Ook Michaël kreeg een jeugdtalent voorgeschoteld in de tweede ronde. Het Indiaase talent die eraan moest geloven deze ronde haalde uiteindelijk 5 uit 9 met een plusscore van maar liefst +4,18 (!). Michaël strafte wit hard af door in een instructieve partij zijn positionele verzwakkingen aan te pakken. Kijk mee:

In dezelfde ronde speelde Sernin (denk ik) zijn beste partij in zijn leven. Met zwart speelde hij erg gemakkelijk tegen de sterke Erik Sparenberg. Erik snapte er niks van zei hij tijdens de partij tegen mij (er staat toch 1600 op zijn bordje?!). Hij speelt geweldig goed:

Sparenberg - Van de Krol na 23.De5.

Zwart heeft een prima stelling. De koning van wit in het midden, en een betere pionnenstructuur voor zwart. Sernin speelde 23...Da6+ waarna de partij nog even verder ging. Nog iets beter was 23...Dc6! Na 24.Kg2 kan zwart zijn loper met tempo ontwikkelen 24...Lg4. 25. d5 Dg6 met een prettige stelling.

Na 23...Da6+ ging de partij nog even verder en raakte beide spelers in een gelijkwaardig toreneindspel terecht. Erik, onderhand in lichte tijdnood was een afwikkeling aan het berekenen die niet goed af zo lopen voor hem. In de tussentijd werden de zetten een paar keer herhaald:

Sernin claimde terecht de remise en haalde de wedstrijdleider erbij. Hoofdarbiter Paul van Rooijen kon na een reconstructie niks anders zeggen dan dat de claim terecht was (what else?!). Een hele mooie remise ; niks op af te dingen.

Even eten tussendoor en dan richting de derde partij in de avond. Die won ik relatief makkelijk van een ander talentje uit India. Na 12 zetten had ik een volle toren meer met zwart..hmm... Eigenlijk kom ik wel naar Vlissingen voor een wat mooiere overwinning, maar goed. Snel aan het bier dus, om de dag erna een tweede test met wit te krijgen.

Mijn derde buitenlandse tegenstander was ditmaal routinier Dr. Bernd Skutta. Nadat ik mijn voorbereiding op het bord kwam, overschatte ik de Duitse pionnenstorm op de koningsvleugel ietwat en kon zwart mij optisch langzaam wegdrukken. Normaal schrik ik hier van, maar bleef ditmaal rustig en verbeterde de stelling langzaam totdat het speld op de wagen kwam:

Misschien wel mijn beste partij van het toernooi speelde ik tegen de Duitser Dirk Weber. Na een heerlijke voorbereiding overdag bij De Concurrent op Ballamy Park kon ik geheel ontspannen, en half verbrand achter het bord plaatsnemen. Na zet één kon mijn voorbereiding de prullenbak in. Toch speelde ik voor mijn gevoel een prima partij waar ik blij mee was. Niet perse qua vanwege het niveau van de partij, maar meer de mindset en vanwege het blijven (door)rekenen.

Toch wel jammer dat je dan (ook nog) onnodig verliest. Tevreden met een hele sterke partij, maar ook weer niet.

In ronde zes opnieuw een pittige tegenstander. Niels Mijnster heeft de afgelopen tijd een enorme sprong vooruit gemaakt richting de 2200. Bijna zonder kennis van openingen is hij veel spelers tactisch makkelijk de baas. In het OKU in Utrecht speelde hij GM Twan Burg helemaal zoek in het middenspel, waarna de GM blij mocht zijn met remise om maar iets te noemen. Een sterke opponent dus. Na een voorbereide opening kwam ik met wit toch wel met wat problematieken te maken die ik maar moeilijk kon oplossen. Het slot van de partij is erg leuk, waarin veel verschillende wendingen mogelijk waren:

Nadat ik op een fantastische 3 uit 4 stond, hetgeen ik nog nooit eerder had meegemaakt waren de twee nullen die volgde wel verwacht. Toch baal je omdat er kansen waren tegen sterke tegenstanders. Moegestreden en met opgeheven hoofd ga je wel verder: even wat zelfvertrouwen getankt. Ronde zeven: Johan de Wolf. Johan heeft een FIDE rating van bijna 2100, maar er was iets opvallends. Hij had 3 uit 6, maar geen enkele partij verloren. zes remises dus!

Het was niet bepaald mijn avond. Een bloedhete zaal en krakende tafels. Met zwart bleef ik echter wel alert (of dat probeerde ik). Bij mijn rondje door de zaal werd ik nog aangeschoten: 'en, heb je al remise aangeboden? Neemt hij vast wel aan'. Haha, nee, ik wil eigenlijk gewoon wel winnen was mijn antwoord. Toen ik het mezelf eenmaal moeilijk maakte en een geïsoleerde pion kreeg moest ik noodgedwongen moeilijke zetten vinden. Dat lukte, en toen er ongelijke lopers overbleven kan het resultaat wel geraden worden.

Ondertussen was Martijn bezig aan een goed toernooi, en een leuke partij tegen Kees van 't Hoff. In 'De Bus' kreeg hij met zwart een prettige stelling. Langzaam maar zeker verbeterde hij zijn stelling die zo was, dat Martijn alleen nog een knock-out uit hoefde te delen. Hij miste dat waarna er een zeer interessant eindspel volgde. Remise was uiteindelijk op dat moment het logische resultaat:

Sernin was toen nog bezig aan een pittige partij tegen Paul Koster. Net als Martijn heeft Sernin alleen spelers tegenover zich gehad met een hogere rating. Des te knap als je het uiteindelijk resultaat ziet. Met wit speelde Sernin in deze ronde sterk en kreeg een leuk eindspel voorgeschoteld. Na een stukoffer werd de matdreiging Paul fataal. Al was er nog wel een uitweg:

Het gehele toernooi zat ik steeds op of rond de helft. In de eerste ronde al tegen L'Ami om mee te beginnen, en in ronde 7 tegen De Wolf. Met Zwitsers op rating worden de groepen elke keer in tweeën gehakt en dan wordt je of omhoog, of omlaag ingedeeld. Mijn angst dat ik omlaag werd ingedeeld was steeds aanwezig (ik speel liever tegen een sterkere tegenstander) werd werkelijkheid. Toen Paul van Rooijen de indeling voor had staan op zijn laptop was ik 'not amused'. Het talentje dat onder andere Rens Minnema (+/- 1850) -die ik aardig heb leren kennen het toernooi- in de eerste ronde maaide werd mijn tegenstander. Niet een, niet twee, maar drie tegenstanders tegelijk: Kai en Gerard (en) Lian (Signopore).

Met wit was ik uiterst geconcentreerd. Net als in ronde twee ging ik er hard in. In een soortgelijk variant als tegen het Oostenrijkse talent ging ik er vol voor. Met optimistisch spel won ik deze partij uiteindelijk relatief makkelijk. Een enorme opluchting:

De laatste ronde in Vlissingen is altijd pittig omdat het al vroeg op de dag is. De hele week ben je schaken in de avond gewend. Dan ineens aan het eind van de ochtend. De laatste ronde heb ik nog nooit verloren in Vlissingen, en die eer hield ik in stand. Ik moest er hard voor werken na een ietwat verprutste opening met zwart tegen Gert Reichardt, maar dat lukte.

Reichardt - Van Dijkhuizen na 44.Tg2.

Eerder in de partij toen ik nog wat minder stond bood ik remise aan. Met het loperpaar en een toen nog betere pionnenstructuur was het meer dan logisch dat hij doorspeelde. In deze stelling bood de witspeler remise aan wat ik aannam. Het eindspel speelt makkelijker voor zwart, maar had ik daar nog zin in? Nee, ik vond het mooi zo. Geen risico meer nemen.

Dat was het dan weer voor deze zomer. Een mooie start en voorbereiding voor het nieuwe schaakseizoen. Ik heb er zin in.

Nog een kleine twee weken tot de ALV (27 augustus), waarna het schaakgeweld de weken ernaar weer kan losbarsten.

PS. Michaël heeft ook een erg leuk verslag geschreven over Vlissingen. Dat verslag is te lezen op zijn blog.