Hoorenaissance (19)

Met een licht jaloers gevoel kijk ik naar het klassement van onze clubcompetitie. Ton van Dijk staat met zes uit zes bovenaan.

De stijl van Ton lijkt op mijn manier van partijen opzetten. Dat blijkt vooral als we wit hebben. Via Réti (1. Pf3) en de Bird-opening (1. f4) is alweer een aantal maanden 1. c4 mijn eerste zet. Ton schaakt ook op z’n Engels, maar doet dat stukken beter. Afgelopen zaterdag speelde hij zich in ons hoogste NHSB-team naar een van de drie winstpartijen en met veel plezier heb ik thuis alle zetten nog eens overgedaan. Vier dagen later doe ik hetzelfde als Ton in de zesde ronde van het NHSB-kampioenschap voor herfstveteranen, maar aan het einde van een middag waarop ik tevreden terugkijk, zit er niet meer dan een remise in. Hoe kan dat nou? Is het het leeftijdsverschil of iets anders?

In de herfst van 1996 maakte Ton van Dijk zijn debuut in Caïssa’s clubcompetitie. Hij eindigde meteen als negende om een jaar later zijn persoonlijk record vast te stellen op de derde plaats. Daarna was zijn naam vaak terug te vinden tussen de vijfde (in 2000 en in 2004) en de dertiende plaats (in 2011). Vorig seizoen streed hij lang om een plek op het erepodium, maar door verlies in zijn laatste twee partijen ging het brons naar een andere Ton – Wessels – en moest Ton van Dijk genoegen nemen met de vierde klassering. Aardig detail: Ton Drie won toen met zwart van Ton Vier, maar een halve maand geleden stond Ton Twee-Ton Eén op het programma en nam koploper Ton revanche. De aanval op zijn leidende positie sloeg hij af en inmiddels staat Ton van Dijk alweer vier weken bovenaan. Ik ga nog meer zijn partijen bestuderen.

Ondertussen lijkt het erop dat oude tijden herleven. In het begin van de jaren tachtig werd de NHSB-competitie onveilig gemaakt door Koningsclub uit Bergen. Betonmiljonair Arnfried Pagel had, omdat hij zich niet direct in het eerste team van de plaatselijke schaakclub (Bergen) kon spelen, zelf een vereniging opgericht. De stoelen werden bezet door een gevarieerd gezelschap: van internationale grootmeesters tot landelijke toppers. Die zaten in de eerste jaren onder anderen tegenover de schaakliefhebbers van Caïssa 4 en meer ploegen van gelijke sterkte. Koningsclub verspeelde in zijn vijf NHSB-jaren dan ook zelden een bordpunt.

In de tweede klasse A van de KNSB-competitie zit het eerste achttal van Caïssa-Eenhoorn in dezelfde klasse als SISSA uit Groningen. Daar hebben de grootmeesters Loek van Wely en Ivan Sokolov en de IM’ers Gert Ligterink en Floris van Assendelft al enkele keren meegedaan. SISSA is, net als Koningsclub destijds seizoenenlang, de torenhoge favoriet. Maar tot nu toe zijn er twee verschillen. In Alkmaar, bij De Waagtoren, bleef de Groninger topclub op een gelijkspel steken en heeft daarom een wedstrijdpunt minder dan de Hoornse topclub. En in de eerste en derde ronde veroverde Caïssa-Eenhoorn precies hetzelfde aantal bordpunten, dus ook in dat opzicht geen achterstand.

Met een licht jaloers gevoel kijk ik naar de uitslagen van ons eerste bondsteam. Zelf heb ik drie bondspartijen gespeeld en mijn ploeg verloor drie keer in wedstrijden, waar meer had ingezeten. Hoe kan dat nou? Is het het leeftijdsverschil of iets anders?

Hopelijk heb ik aan het einde van dit seizoen dat jaloerse gevoel nog steeds.