Door het coronavirus hebben de schaakverenigingen geen clubavonden meer. Niet voor de senioren en niet voor de jeugd. Maar dat betekent niet dat meisjes en jongens niet kunnen schaken. Speciaal voor de jeugd zal Caïssa-Eenhoorn de komende tijd elke dag (behalve zaterdag) een schaakpuzzel op de website plaatsen.

Veel Noord-Hollandse schaakliefhebbers hebben zich de afgelopen tweehonderd jaar ingezet voor de denksport. Niet alleen voor hun eigen vereniging. De meeste waren lid van een club en hadden daarin een functie, maar verschillende traden ook naar buiten. Zo gaf J. Hoogeveen uit Haarlem gehoor aan een uitnodiging om bij de Zandvoortsche Schaakclub als simultaanspeler op te treden. Hoogeveen was een sterk speler van HSG (Haarlemsch Schaakgezelschap), maakte jaren deel uit van het eerste tiental – in een simultaanwedstrijd in 1909 in de Spaarnestad hield hij wereldkampioen Emanuel Lasker op remise – en heeft als secretaris in het bestuur gezeten.

In de schaakrubriek van het Haarlem’s Dagblad van 18 februari 1936 is te lezen: ,,Een veelzijdig schaakspeler is de heer J. Hoogeveen, componist en hoofdklasseschaker die liefst ongemerkt zijn weg gaat. Indien hij zich even kan vrijmaken, lost hij de meest ingewikkelde studies op of componeert ze zelf.’’

De Haarlemmer was gek van schaakproblemen. Van eindspelstudies, de gewone twee- en driezets problemen, maar ook van schertsproblemen met helpmat en zelfmat. De Good Companion Chess Problem Club was een internationale vereniging van liefhebbers van probleemstellingen. Op woensdag 23 februari 1921 hield HSG een oplossingswedstrijd van dat gezelschap. Na de prijsuitreiking kwam J. Hoogeveen naar voren voor een verhandeling over een prachtig schertsprobleem van George Humbe en die leverde enthousiaste reacties van de aanwezigen op.

Hoogeveen probeerde ooit een keer om een probleemstelling op te bouwen vanuit een partij. Dat lukte. Na veertig zetten had hij het in het Haarlem’s Dagblad van 29 oktober 1921 geplaatste diagram van die stelling. Hij daagde meteen de lezers van de schaakrubriek uit om te proberen hetzelfde te doen in minder zetten en loofde naar keuze een boek (de ‘Bilguer’) of een schaakspel uit.

Zijn schaakpuzzel 57 is simpeler. Wit geeft mat in twee.

De oplossing van gisteren: 1. Db6 (dreigt Dd4#). Na … Pxf3 speelt wit 2. Dxe6#. Pionzetten helpen eveneens niet: … e5 2. Tf4# en … f5 2. Te3#. En op … Kd5 volgt Tf5#.