Bijzonder normaal (10)

Het zijn bijzondere tijden. Ook in 2021 vragen we ons af wanneer het normale schaakleven terugkeert: de clubavonden op dinsdag, de jeugdavonden op vrijdag, de bondswedstrijden op zaterdag, de kampioenschappen en de toernooien. Tot het zover is, ga ik op zoek naar bijzondere schaakevenementen op normale dagen. In deel 10: de eerste Westfriese titel van Caïssa, in 1933.

De eerste deelname van Caïssa aan de competitie van de Nederlandsche Schaakbond levert het kampioenschap op (seizoen 1924-1925) en dat gebeurt ook bij de eerste deelname aan de competitie van de Westfriesche Schaakbond (seizoen 1932-1933).

Ruim anderhalf jaar na de oprichting – op 15 januari 1923 – debuteert Caïssa in de derde klasse A van Noord-Holland, een van de tien districten van de Nederlandsche Schaakbond. Joseph Kersten, een Maastrichtse schaakliefhebber die naar Amsterdam is verhuisd, deelt in zijn functie van districtscommissaris – en daarmee opvolger van Max Euwe – 26 tientallen in in zes klassen. Caïssa krijgt in 3A een plaats bij Aris de Heer 2 (Middenbeemster), Morphy 2 (Den Helder) en VVV 2 (Alkmaar), wint alle wedstrijden en promoveert naar de hoogste districtsklasse.

In de tweede klasse speelt Caïssa tot het opzeggen van het lidmaatschap van de Nederlandsche Schaakbond een bescheiden rol. Enerzijds treft de Hoornse ploeg nu de sterkste tientallen van Morphy en VVV en in het seizoen 1928-1929 ook die van HSG (Haarlem) en ZSC (Zaandam), anderzijds raakt de club snel verschillende sterke spelers kwijt. Oprichter Leo Ruijgrok verhuist, voorzitter mr. Han Fruin krijgt een baan bij de arrondissementsrechtbank in Alkmaar, dominee Alfred Bollands gezondheid gaat achteruit, Willem Hart werkt als landmeter door het hele land en op de voorlaatste dag van 1931 overlijdt erelid Willem Tensen.

Caïssa-oprichter Leo Ruijgrok (links) denkt na. In de beginjaren van de club is hij een van de sterkste spelers.

Het reizen en de kosten wegen zwaar en dan werkt de tijd, eind jaren twintig moet op iedere cent worden gelet en er is veel armoede, ook niet mee. Bovendien zijn er in Westfriesland geen andere schaakverenigingen; de dichtstbijzijnden zijn Aris de Heer in Middenbeemster en VVV in Alkmaar. Maar de internationale successen van Max Euwe beginnen mee te spreken en het schaken krijgt meer bekendheid.

In 1930 worden kort achter elkaar Schaaklust (Andijk) en KTV (Enkhuizen) opgericht. KTV speelt drie maanden later zijn eerste wedstrijd, op 9 maart 1931 tegen Caïssa. Hieronder het verslag in de Nieuwe Hoornsche Courant van de volgende dag.
,,Maandagavond was het voor de staartgroep van de Hoornsche schaakclub Caïssa 7 uur aantreden op het Breed om in Enkhuizen een vriendschappelijken schaakwedstrijd te spelen tegen de aldaar gevestigde schaakclub Kan Tegen Verlies.
Met z’n zeventienen in een luxe autobus, bestuurd door den heer Koop, zijn we dan naar Enkhuizen getoerd. Nadat alle schakers gezeten waren, opende Enkhuizens voorzitter den wedstrijd door een speech af te steken, waarin hij ons dankbaar was dat wij bereid waren onze krachten te meten.
De heer Bergsma dankte namens Hoorn voorloopig voor de ontvangst en ware hij helderziend geweest, dan had hij het meteen wel kunnen doen, voor ’t lesje wat wij gehad hebben. ’t Resultaat was 8-9 met als troostprijs dat ’t maar de staartclub van Hoorn was. Allen flink oefenen en een volgenden keer beter, Enkhuizen komt alle lof toe.
Ongeveer 8.15 werd begonnen met schaken en te 11.15 was de stand 9-7 voor Hoorn. De partij Peereboom – Vermeul, welke nog niet beëindigd was, werd door de grootmeesters van dezen avond (de heeren K. Mantel voor Enkhuizen en J. Bergsma voor Hoorn) voor wit (Peereboom) gewonnen verklaard. Na een eenigszins rumoerig afscheid stapten we te ruim half twaalf weer in de bus en om half één lagen alle schakers (en zeker de verliezers) te droomen wat ze wel en wat ze niet hadden moeten doen. Natuurlijk hadden ze allemaal kunnen winnen, als…’’

De jonge Enkhuizer club neemt op 28 april in Hoorn revanche voor de 8-9 nederlaag en verslaat Caïssa met 8-5. Ook in het seizoen 1931-1932 is er een dubbel duel tussen beide verenigingen, met dezelfde resultaten. Caïssa wint in Enkhuizen (11-9), KTV wint in Hoorn (5½-12½). Ondertussen heeft Kan Tegen Verlies eveneens vriendschappelijk gespeeld tegen Schaaklust. Op 1 februari 1932 verliest het met 8-12. Al die contacten bevallen de spelers van de drie clubs prima en daaruit lijkt het idee van een Westfriesche competitie te zijn voortgekomen.

Mogelijk spelen nog enkele aspecten een rol. Caïssa heeft het niet breed. Er is een nadelig saldo van honderd gulden en de Nederlandsche Schaakbond laat weten dat de club nog 36 gulden moet betalen. De bondsafdracht per lid bedraagt f 1,25. Daarnaast rommelt het binnen de Nederlandsche Schaakbond en wordt er achter de schermen gewerkt aan een reorganisatie en daarmee de oprichting van de Noordhollandsche Schaakbond.

Het Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond van november 1924 meldt het lidmaatschap van Caïssa. Nog geen acht jaar later stapt de club uit de bond.

Caïssa besluit in het voorjaar van 1932 uit de Nederlandsche Schaakbond te stappen om samen te werken met de buurclubs uit Andijk en Enkhuizen. Eind maart richten de drie verenigingen de Westfriesche Schaakbond op. KTV-voorzitter Henstra wordt voorzitter, de Caïssa-leden Everardus Randshuizen en Piet Velzeboer respectievelijk secretaris en penningmeester en de Schaaklust-spelers Uiterdijk en Kort algemeen lid.

Regionale bonden in schakend Noord-Holland zijn overigens geen zeldzaamheid. Mogelijk heeft de WFSB een voorbeeldfunctie gehad. Precies vijf jaar later wordt schaakkring De Groote Ban opgericht door de clubs Krommenie-Wormerveer, Lasker (Uitgeest), Westzaan en Koog-Zaandijk. In 1938 spelen de christelijke schaakclub Alkmaar, DOS (Alkmaar), Oppositie (Heiloo), De Pion (Bergen) en Schaakmat (Noord-Scharwoude) voor de schaakkring Alkmaar een competitie. Later ontstaan ook de schaakkringen Haarlem en Mid-Kennemerland. Voor de aangesloten verenigingen is het zo een stuk goedkoper om tegen andere clubs te spelen. Diverse pas opgerichte clubs zoeken hun heil dicht bij huis in plaats van lid te worden van de (Koninklijke) Nederlandsche Schaakbond, zoals in die periode Aartswoud, A-Z (Medemblik), DIO (Spierdijk), Het Schaakbord (Spanbroek), De Toren (Andijk-West), VAS (Venhuizen), Wieringer Schaakclub (Hippolytushoef) en Wieringermeerschakers (Slootdorp) tot de Westfriesche Schaakbond toetreden.

Na de zomer van 1932 gaat de eerste Westfriese competitie van start. Die heeft met twee klassen een bescheiden opzet. In de eerste klasse zijn de eerste tientallen van Caïssa, KTV en Schaaklust ingedeeld, in de tweede klasse de tweede tientallen van de drie verenigingen. De zes ploegen spelen uit- en thuiswedstrijden. Elke klasse telt in totaal zes duels die in een tijdsbestek van vijf maanden (de laatste is op 27 maart 1933) worden gespeeld.

Schaken is een 'wintersport'. Voor de Tweede Wereldoorlog zijn er in de zomer weinig activiteiten en worden in het najaar de schaakborden te voorschijn gehaald.

Op dinsdag 25 oktober 1932 zijn de eerste wedstrijden. Twee tientallen van KTV treffen in hotel-café-restaurant De Oranjezaal in Enkhuizen twee teams van Caïssa. Eigenaar J. Ellerbroek krijgt de complimenten voor zijn keurige voorbereiding. Groene lakens liggen op de tafels, er zijn uniforme borden waarop alle stukken zijn opgesteld en klokken staan en notatiebiljetten liggen klaar.

Na twee thuisnederlagen verslaat KTV, nu het om de ‘echte’ punten gaat, Caïssa: 5½-4½. Het vergroot de spanning, want op basis van de historie geldt het Hoornse team toch als grootste kandidaat voor de eerste plaats. Uiteindelijk komt het goed met de favorietenploeg. KTV en Caïssa verslaan allebei Schaaklust zowel thuis als uit en dan wordt de return in Hoorn, op 27 maart 1933, beslissend voor het eerste kampioenschap. In De Roskam moet Caïssa winnen en dat gebeurt. Het wordt 7-3 en gezien het verloop van de tien partijen is dat een juiste uitslag. Dat het behalen van de eindzege geen vanzelfsprekende prestatie is, blijkt in de jaren erna. In 1935 gaat de titel naar Schaaklust, in 1937 en 1938 naar KTV en in 1939 naar A-Z (Medemblik). De concurrentie is steeds groot.

De partijuitslagen van de kampioenswedstrijd Caïssa - KTV, op 27 maart 1933. Vermeld in de Nieuwe Hoornsche Courant van de volgende dag.

Na de Tweede Wereldoorlog volgt een reorganisatie van de Nederlandse schaakwereld. De WFSB houdt op te bestaan, de meeste Westfriese clubs treden toe tot de Noordhollandse Schaakbond.

1932-1933: een mooi seizoen voor Caïssa.