Kreek wak wou (12)

‘Krek wak wou’ is een Westfriese uitdrukking die ‘precies wat ik wilde’ betekent. Eén letter erbij en we zitten in de speelzaal van Caïssa-Eenhoorn: in De Kreek. Deze wekelijkse rubriek gaat over de dinsdagse clubavond, precies wat ik elke week wil.

Terwijl Lenie Terpstra noteert, denkt Mai Movrin na over haar twintigste zet. De witspeelster wordt in Caïssa-Eenhoorns clubcompetitie de eerste winnares van 2022.

In het huidige hotseknotsbegoniatijdperk (ofwel: het leven is onvoorspelbaar) zijn we weer begonnen, waar we een kleine twee maanden geleden zijn gestopt. Caïssa-Eenhoorn maakt voor de derde keer zijn rentree aan het schaakbord; het lijkt Heintje Davids wel. De clubcompetitie werd voor het eerst na dinsdag 10 maart 2020 afgebroken, voor de tweede keer na 13 oktober 2020 en voor de derde keer na 23 november 2021. Sporthal De Moriaan in Wijk aan Zee wordt deze maand niet bevolkt door amateurs, maar in De Kreek staan bij de hervatting vijftien partijen, gelijk aan drie Tata Steel-tienkampen, op het programma.

In zijn openingswoord heet voorzitter Robbert van Dijkhuizen iedereen welkom en noemt vervolgens zichzelf. Dat kan niet anders, want in de schaakloze periode hebben Rinus van de Krol en de preses met succes de vijftien lesuren durende opleiding tot ‘Scheidsrechter 2’ afgerond. Het applaus is verdiend. Secretaris Ger Roos was van plan om de zaal over hetzelfde onderwerp toe te spreken, maar ziet dat er geen gras meer voor zijn voeten ligt.

Even later regeert de stilte. Alle clubgenoten houden zich prima aan de coronaspelregels. De barruimte is gesloten, maar koffie, frisdrank en bier zijn gewoon te bestellen, al moet de wandeling naar het afhaalpunt worden gemaakt met een mondkapje op. Ook is het mogelijk om in de speelzaal naar andere partijen te kijken, wel weer met mondkapje op. En zo zien we dat we een eerste winnares – en geen winnaar – krijgen in het nieuwe jaar. Na zo’n anderhalf uur mag Mai Movrin het punt bijschrijven. Tegen Lenie Terpstra, die pas haar derde partij in Caïssa-Eenhoorns clubcompetitie speelt, wint ze op de zevende zet een stuk en later nog meer materiaal. Voor Mai is het haar tweede zege van dit seizoen en we hopen dat Lenie dat binnen niet al te lange tijd ook kan zeggen.

 

Bij de hervatting van het clubseizoen wordt een klassieker gespeeld. Arnold van der Wolff en Ger Roos zijn samen langer lid dan de vereniging bestaat. Meer dan 99 jaar dus. Ik heb al hun onderlinge uitslagen vanaf het moment dat Caïssa een clubblad – waarin de resultaten van iedere ronde werden geplaatst – uitgaf, in september 1980. Een clubblad, jonge clubgenoten, was vroeger de papieren website. Arnold en Ger zaten tot gisteren twintig keer tegenover elkaar en de score valt in het voordeel van onze secretaris uit: elf winstpartijen, drie remises, zes nederlagen. Arnold heeft vaker de witte kleuren gehad, met deze twaalfderondepartij meegerekend is hij voor de vijfde keer op rij witspeler. En voor het eerst sinds 5 april 1994 krijgt de klassieker geen winnaar. Op de twaalf dinsdagavonden daarna won Ger zeven keer, Arnold dus vijfmaal.

Beiden zijn aanvalsspelers en dat verklaart ook het geringe aantal remises. De ½-½ achter hun namen is een kleine verrassing, want na 28 zetten staat Ger twee pionnen achter en heeft een paard aan de rand, bekend van de uitdrukking. Maar zwart wordt niet tot schand gemaakt, vooral dankzij een actieve dame. Na de slotzet is Arnolds voorsprong in een toren-met-paard-eindspel één pion en zit er niet meer in dan een halfje.

De partij Arnold van der Wolff – Ger Roos (links) nadert zijn ontknoping, maar Nick Manshanden en Roy Kerkhoven zijn nog wel een uurtje bezig.

 

Een tafel verderop stuit ranglijstaanvoeder Peter van den Brink op Mason Brouwer die misschien wel te vergelijken is met Peter aan het eind van de jaren tachtig: ook een Noord-Hollands talent. Alletwee zijn ze ongeslagen. Mason kan die status niet verlengen. De strijd gaat lang gelijkop, met wit een tikkeltje beter. In de tweede helft van de partij is er veel activiteit op de damevleugel. Na een ruil van alle torens wordt het witte pluspunt zichtbaar. Een zwart paard op b5 moet twee aanvallers afweren. De stelling belemmert de mogelijkheden voor de zwartspeler en als zijn dame als tweede verdediger één stap achteruit doet, is Peter er als de kippen bij om te profiteren: pionwinst. Even later komt er een tweede bij en staat de koploper gewonnen.

Als speler hoeft het mondkapje niet op, als toeschouwer wel. Martijn de Wit volgt de topper Peter van den Brink – Mason Brouwer.

 

Eenzelfde ontknoping is er bij Nick Manshanden – Roy Kerkhoven. De vice-kampioen van 2015 en 2017, met wit, contra Caïssa-Eenhoorns kampioen van 2018. Het initiatief is in handen van Nick, dat verandert na Roy’s korte rokade op de twintigste zet. Wit heeft voor de lange variant gekozen en het wordt het klassieke gevecht van aanvallen op verschillende vleugels. Met dame en toren op de a-lijn en pionnen op a4 en b4 lijkt Roy aan te zetten voor de definitieve klap. Nick vormt een front met pionnen op f5, g5 en h5, laat een actief paard ook een rol spelen en is een fractie eerder met het forceren van de beslissing. Op het juiste moment komt de dame, op f6, erbij.

De langste partij van de avond is ten einde gekomen. Oud-clubkampioen Roy Kerkhoven (rechts) analyseert met winnaar Nick Manshanden.

 

Na Mason Brouwer delft nog een Noord-Hollands talent het onderspit. Kevin de Rooij lijkt op weg naar de overwinning en strandt in het zicht van de haven. Een redelijk open koningsvleugel is zijn aanvalsterrein. Een grappige stelling ontstaat na 25. Dxe3. Vier van de vijf stukken van Martijn de Wit bezetten de achtste rij, terwijl de wiite stukken veel actiever zijn opgesteld. Toch is het plusje voor Kevin niet groot. Dat verandert meteen erna, als Fritz na 26. f6 plus acht aangeeft en een zet later een mat in zeven aankondigt. Het gaat mis op de dertigste zet, waar Df6+ goed is voor een mat in vier en het gespeelde Txf7 de zwarte winstkansen in de dubbele cijfers brengt.

Zwartspeler Martijn de Wit staat tegen Kevin de Rooij onder lichte druk.

 

Schrijver dezes kan met Kevin meevoelen. Na 33 zetten prima spel tegen Willem van der Veen heb ik een toren voorsprong, maar na een hotseknotsbegoniazet (ook het schaakleven is onvoorspelbaar) gaat het helemaal mis. Willem, met wit, speelt perfect verder en geeft de winst niet uit handen. Gelukkig heb ik het sfeerverhaal van Ardjan Langedijk over zijn avonturen in het Untergrombach Open gelezen. De relativerende toon van onze penningmeester zorgt voor een goede nachtrust.