Als outsider naar de finale

Uitgerekend aan het einde van de week waarin bekend werd gemaakt dat de beste nummer 2 van de beide eerste klassen naar ’s lands hoogste competitieniveau promoveert, raakte Caïssa-Eenhoorn zijn tweede plaats in 1A kwijt. Voorschoten versloeg ‘oôs joôs’ met 5½-4½ en daar profiteerde Zukertort Amstelveen van. Maar voor 11 juni staat het uitgestelde thuisduel tegen de Amstelveners op het programma en dan is sprake van een echte finale: een van de twee speelt volgend seizoen in de meesterklasse.

De slotfase van Voorschoten - Caïssa-Eenhoorn. Op de voorgrond probeert Noud Lentjes zijn lopereindspel met twee vrijpionnen in winst om te zetten. Hij verslikt zich in de wilskracht van Mark van Ojik (rechts) die remise realiseert.

In het COVID-19-seizoen 2019-2020 stond BSG (Bussum) op de tweede plaats, toen de meesterklassecompetitie werd afgebroken. De ploeg vroeg wat later vrijwillige degradatie naar de eerste klasse aan en zal uit 1B degraderen. Vorige week mailde de schaakbond het bericht dat En Passant (Bunschoten-Spakenburg) zijn plek in de meesterklasse opgeeft. De landskampioen van 2013, 2014 en 2016 kwam in zijn slotwedstrijd 5-5 overeen met Kennemer Combinatie en neemt als nummer 3 afscheid. De leegte zal worden opgevuld door de beste nummer 2 van 1A en 1B en inmiddels is duidelijk dat die ploeg uit 1A komt. Over een kleine drie weken mogen Caïssa-Eenhoorn, dat een punt achterstand heeft en moet winnen, en Zukertort Amstelveen uitmaken wie de promovendus zal zijn.

In zalencentrum De Werf in Voorschoten streed de thuisploeg voor zijn laatste kans op handhaving. Op 27 november speelde Voorschoten in Utrecht tegen Paul Keres (dat met een score van honderd procent kampioen werd) en dat was het enige vierderondeduel dat doorging. Vanwege het oplaaiende coronavirus ging er een streep door de overige vier wedstrijden. Die acht ploegen halen op 11 juni in. Dankzij de zege op Caïssa-Eenhoorn maakt het uitgespeelde Voorschoten alleen de stap omlaag als Groninger Combinatie 2 met minimaal 9-1 wint van het al gedegradeerde Max Euwe.

Voorschoten (links) vlak voor de aftrap tegen Caïssa-Eenhoorn. Op de voorgrond neemt witspeelster Cato de Zoeten het op tegen Ron Deen.

Er stond zaterdagmiddag wat op het spel bij de vereniging die niet helemaal onbekend voor ons is. Zo troffen in het seizoen 2000-2001 de sterkste jeugdploegen van beide clubs elkaar in de promotieklasse van de KNSB-jeugdclubcompetitie. GZ/De Eenhoorn had een verzoek ingediend om de plaats van LSG in de meesterklasse in te nemen, na een afmelding van het Leidse team wegens Europese verplichtingen. De schaakbond koos echter voor een ander en vervolgens was het Hoornse kwartet (Bart Blasweiler, Sjors Broersen, Martijn Monteban en Sjoerd Plukkel) oppermachtig in de promotieklasse. Alle zeven wedstrijden werden met royale cijfers gewonnen – ook die tegen Voorschoten – en de ploeg behaalde 23 van het maximum aantal van 28 bordpunten. De gemiddelde bedenktijd van Sjors bedroeg 34 minuten, het gemiddelde aantal zetten in zijn partijen achttien.

De revanche volgde tien jaar later. In de slotronde won Voorschoten met 3-1 van HSV De Eenhoorn en kon de vlag in top hijsen. Ook zeven gespeeld, zeven gewonnen. Romke Dijkstra, Marten Ploeger, Abel Romkes en Kevin Smit eindigden namens het Hoornse viertal op de vierde plaats.

Na twee duels in de promotieklasse is er ook een meesterklassewedstrijd tussen Voorschoten en Caïssa-Eenhoorn gespeeld en wel op 1 september 2018, bij de C-jeugd. Weer toonde het Zuid-Hollandse team zich het sterkst: ½-3½. Desondanks tekenden Stella Duson, Aranka Verweij, Mason Brouwer (deed niet mee tegen Voorschoten), Xander Kaptein en Kevin de Rooij voor een score van vijftig procent en dat was op dit niveau door een Hoornse ploeg niet eerder gerealiseerd. Met Cato de Zoeten als ‘kopvrouw’ – zij versloeg Kevin de Rooij – scoorde Voorschoten nog iets beter: tien punten in acht wedstrijden.

De enige seniorenwedstrijd is het bekerduel Voorschoten – HSV De Eenhoorn op 9 december 2010. Na de 2-2 werd het resultaat aan het vierde bord (winst voor het Hoornse kwartet) geschrapt en kwalificeerde de thuisploeg zich voor de volgende ronde. Twee seizoenen later versloeg Voorschoten in de KNSB-internetcompetitie HSV De Eenhoorn 2 (voorronde) en HSV De Eenhoorn 1 (finalegroep B) met 9-7. En dan hebben we nog het NHSB-snelschaakkampioenschap voor teams in 2010, in het Haarlemse denksportcentrum ’t Spaerne. Een van de nederlagen van Caïssa was tegen Voorschoten: 0-4.

We zijn welkom. Gekleurde vlaggetjes, ballonnen, Voorschoten neemt alvast een voorschot op de feestvreugde van de overwinning.

Het zal duidelijk zijn: de voortekenen waren niet al te gunstig. De speelzaal was versierd met kleurige vlaggetjes en ballonnen en daarmee nam Voorschoten een voorschot op de uitslag. Na anderhalf uur kwam een 1-0 voorsprong op het wedstrijdformulier. Peter Doggers rokeerde op de achtste zet lang, Arthur Maters koos voor de korte variant en dan zit er vaak meteen spanning in een partij. Door een verkeerde zetvolgorde (het gespeelde 10. Pxc6 11. e5 in plaats van 10. e5 en daarna eventueel 11. Pxc6) vergooide wit een goede stelling. Er ontstond ruimte op de damevleugel en daar profiteerde de Voorschoten-invaller met actief stukkenspel meteen van.

 

Het was de eerste bondsnederlaag van dit seizoen voor de Caïssa-Eenhoorn-routinier. Naast hem zorgde Ron Deen voor zijn eerste bondszege van het seizoen. Hij nam het op tegen Cato de Zoeten, in 2019 als Nederlands B-kampioene de opvolgster van ‘onze’ Robin Duson die de nationale jeugdtitel in 2017 en 2018 had veroverd. De zwartspeler offerde in het vroege middenspel een pion voor ontwikkelingsvoorsprong. Daar kwamen inleidende beschietingen voor een koningsaanval bij. Zwarts f-pion liep in één ruk, mede via een leuk ‘dansje’ met het koningspaard van wit, door naar f3. Na achttien zetten was de complete damevleugel van Cato nog niet ontwikkeld en dat brak haar op. Alle Blokkerse stukken verschenen aan het front en dat offensief was niet te stuiten.

Cato de Zoeten en Ron Deen analyseren hun eindspel. Na 23. De6+ heeft Ron zijn koning naar g7 gespeeld en wat zijn de kansen voor de witspeelster nu?

 

Voor Nick Manshanden is de eerste klasse momenteel een harde leerschool. De verliespartij tegen FM-speler Peter Wilschut – een van de vier titelhouders bij Voorschoten; wij hadden er twee – was zijn derde op rij. Met gedurfd spel (11. g4, na de korte rokade) zorgde hij voor druk, maar zwart gooide de koningsvleugel dicht en zocht zijn heil op de andere flank. Met een betere opstelling van zijn stukken sloeg hij toe. Twee witte pionnen sneuvelden en in een dame-met-loper-eindspel kon Nick geen kant meer op.

 

Martijn Monteban tekende op fraaie wijze voor de tweede gelijkmaker. De strijd tegen Mees van Osch, thuisploegspeler met de hoogste rating, ging lang gelijkop. Veel materiaal belandde naast het bord en in een stelling met dame, toren, witveldige loper en zeven pionnen aan beide kanten leek een beslissing ver weg. De zwarte dame in de Voorschotense verdediging zorgde voor enige onrust. Wit had net op c3 een pion verloren en meende die op d5 terug te pakken. Daar zat echter heel veel gif in. Met 28. … b5 bleek opeens dat het verband tussen zijn drie stukken niet klopte. De witte dame werd aangevallen en na 29. Dxb5 zou Mees zijn toren en loper verspelen. Met het uitgevoerde dame-offer rekte hij slechts de partij. Martijn haalde met actief spel het eventuele gevaar van oprukkende vrijpionnen weg en toen loperwinst dreigde, staakte zijn opponent het verzet.

 

Met 2½ punt uit zijn laatste drie partijen was Alexander Geerts bezig met maken van een serie die echter door Jip Damen werd afgebroken. Ook hier speelde wit in een vroeg stadium g4. Die schoof niet veel later een veld op. Beiden stelden de rokade uit, Jip zou die zet helemaal niet spelen. Zwart werd na pionverlies op g7 geforceerd om de lange versie uit te voeren en de twee monarchen leken niet in een veilige omgeving te staan, zodat aan twee kanten naar aanvalskansen op die posities werd gezocht. Het opschuiven van zijn d- en vervolgens de c-pion door Alexander om zo te kunnen profiteren van de penning van de dame had geen succes. Wit had de mogelijkheid van een tussenschaak en na een spectaculaire fase met veel geruil kwam er een eindspel met het loperpaar en een toren voor de Voorschoten-troef en het torenpaar en een loper voor zwart op het bord. De witspeler had bovendien drie pionnen meer, maar vooral de actieve ‘raadsheren’ dwongen zijn opponent tot overgave.

 

Het Hoornse succesverhaal van dit seizoen is dat van Misha Dorokhin. Met zijn zege op Igor Damen zorgde hij voor een 3-3 tussenstand. Meerzeggender was dat onze kopman nu op acht uit acht staat. Dat gold ook voor Max Warmerdam (van kersvers landskampioen AMEVO/Apeldoorn), maar de grootmeester verloor zaterdag in Sas van Gent zijn negende partij van Koen Leenhouts (Het Witte Paard). Ik heb nog niet alle 38 klassen nagekeken, wellicht is Misha nu de enige in Nederland die in de zaterdagcompetitie een dergelijke score heeft bereikt.

Misha speelde in zalencentrum De Werf de vroegste g4: op de derde zet. Het was het antwoord op het Hollands van zijn opponent. In een interessant en boeiend vervolg werden snel de dames geruild, waardoor wit niet hoefde te rokeren. Na 12. … Lxb4+ bevond de monarch op f1 zich op een prima plek. Zwart rokeerde wel en moest dat ook, om zijn laatste stuk – de toren op h8 – in het spel te betrekken. Hij kon echter niet voorkomen dat de witspeler steeds een tikkeltje beter stond en dat ‘tje’ mocht er snel van af. De grotere activiteit kreeg met 32. Txc5 zijn beloning in de vorm van pionwinst. Igor wikkelde af naar een eindspel met lopers van gelijke kleur, maar zijn pionnenminderheid op de damevleugel vormde een minpunt. Misha’s eindspeltechniek deed de rest. Nadat zwarts laatste pion was geslagen, kwam er een slotstelling met twee vrijpionnen voor de Caïssa-Eenhoorn-topper op het bord.

 

Ook Arne Moll is dit seizoen nog steeds ongeslagen: drie winstpartijen, vier remises. Die halfjes doen geen recht aan zijn optredens, want vaak heeft hij het initiatief en de betere – en soms zelfs winnende – stelling. Tegen David Jongste belandden de dames redelijk vlot naast het bord alsmede de meeste lichte stukken. Zwart had na negentien zetten de open d- en de open f-lijn in bezit, al leverde dat niet veel op. In een eindspel met vier torens pakte Arne de tweede rij (goed voor pionwinst op h2) en na de ruil van een stel torens deed zijn opponent hetzelfde: David ging naar de zevende rij. De winstkansen voor zwart verdwenen door het één zet te laat spelen van de h-pion. Daardoor kon de Voorschotense koning nog net op tijd bijspringen om de pion op h2 op te peuzelen. Arne kreeg daarvoor in de plaats een vrijpion op a7, maar zijn koning was te ver van het strijdgewoel verwijderd om de randpion te kunnen ondersteunen. De witte collega nam een plaats op de a-lijn in en meer dan remise was niet haalbaar.

 

Een grote tegenvaller werd op het derde bord genoteerd. Henk-Jan Visser had vanaf het begin Henk Schouten onder druk gezet en met 24. Pxe6 (pionwinst, omdat zijn zwartveldige loper de dame aanviel) zijn eerste materiële voordeel te pakken. In een veel betere stelling speelde wit daarna echter Pc7 in plaats van Pxg7 en dat kostte hem het stuk. Omdat zwart daarna uitstekend verdedigde en vervolgens het initiatief nam, kreeg Henk-Jan geen kans zich te herstellen en keek Caïssa-Eenhoorn voor de vierde keer tegen een achterstand aan.

 

Op het laatste moment was Mark van Ojik opgeroepen om de niet fitte Peter van den Brink te vervangen en dat deed hij met verve. Nu is Mark een uitstekende schaker, maar het was alweer een tijdje geleden dat hij zijn laatste bondswedstrijd had gespeeld en er kon wel eens wat roest, zoals hij dat zelf zei, op zijn spel zitten. Dat viel wel mee in zijn partij tegen Noud Lentjes (FM), na Mees van Osch de sterkste Voorschoten-speler. Na een vroege dameruil raakte Mark een pion achter. Het plusje voor zwart was een isolani op d5. Die pion werd geslagen, ten koste van de witte a2-pion. Alle torens gingen er af en in het eindspel, met nog steeds een pion minder, was het loperpaar van wit sterker dan loper met paard van zijn opponent. Een roestvlek was misschien 58. Lc8, waar Lh3 gelijk spel vasthield. Met 58 … Pd6 dreigde zwart met een schaakvork die loperwinst zou opleveren en daarom werd Mark gedwongen zijn zwartveldige loper te ruilen voor het paard. Hij keek tegen een verloren stelling aan, maar vocht als een leeuw om te redden wat er te redden viel. Bij zwart haperde de afronding in een eindspel met de witveldige lopers en zwarte vrijpionnen op a4 en f4 en een witte op h4. Dat versterkte de volharding bij de Caïssa-Eenhoorn-speler die op de 81e zet zijn beloning kreeg voor zijn vechtlust: remise.

 

In januari 2015 zaten Rosa Ratsma en Daan Zult tegenover elkaar tijdens de dagvierkampen van het Tata Steel-toernooi. De jeugdspeelster met wit als Nederlands A-kampioene, Daan als ervaren eersteklasser die met zijn overwinning de tweede prijs in de groep veilig stelde. Zaterdag nam Rosa half revanche, maar zij kroonde zich wel tot matchwinner. Op een lange tijd vol bord offerde wit in een al iets betere stelling de kwaliteit om een half open g-lijn te realiseren. Ze miste echter een kansrijk vervolg (29. Pd6 in plaats van het gespeelde Tf3) en dat bood Daan de mogelijkheid zijn verdediging op niveau te brengen. Hij verdubbelde de torens op de g-lijn om die te ruilen tegen de Voorschotense dame, waardoor er een eindspel van zwarte dame contra toren en paard ontstond; met aan beide kanten zes pionnen. Die werden bijna allemaal geblokkeerd, waarmee zetdwang op de loer lag. Na 42. … Dd4 moest de witspeelster alert zijn op de activiteit van de dame in haar defensie en door het paard te laten springen naar de koningsvleugel creëerde ze mogelijke tegenkansen. Die werden door zwart geneutraliseerd door de toren in de penning te houden. Met zetherhaling eindigde de spannende strijd in remise.

 

Na de tweede nederlaag op rij kun je moeilijk stellen dat Caïssa-Eenhoorn als favoriet aan de finale van zaterdag 11 juni begint. De 5½-4½ uitslag in Voorschoten was een teleurstelling, maar welbeschouwd draait het eigenlijk om een half bordpunt. Bij een 0-10 zege had Caïssa-Eenhoorn over een kleine drie weken minimaal vijf bordpunten moeten pakken, nu zijn dat er 5½. Er is wel een collectieve topprestatie voor nodig om dat voor elkaar te krijgen.