Na de honderdste verjaardag gaat het leven gewoon door, maar op de tweede zaterdag van februari lijkt het even of de wereld stil staat. De halve middag is er weinig aan de hand, als in een kort tijdsbestek Wageningen een 4½-2½ voorsprong neemt en er voor Caïssa-Eenhoorn opnieuw een onverdiende nederlaag dreigt. Met een fenomenale eindsprint voorkomt het Westfriese team een deceptie en haalt het op naar 5-5.
Voor zijn bondswedstrijden wijkt de Gelderse eersteklasser uit naar het kerkelijk centrum Vredehorst, de thuishaven van de Amazing Grace-parochie. In het gebouw aan de noordkant van de stad domineert een serene stilte rondom 36 schakers, scheidsrechter Hiddo Zuiderweg, supporters en belangstellenden. De beide vlaggeschepen zitten met de spelers van Wageningen 4 en SMB 4 (Nijmegen) op een verlaagde vloer. Drie treden hoger kun je een wandeling maken om het strijdtoneel heen, waar bij de laagste borden prachtige bloemen voor een vredige uitstraling zorgen.
Er staat voor de 100-jarige (Caïssa-Eenhoorn) en de 97-jarige (Wageningen is op 18 februari 1926 opgericht) wat op het spel. De thuisploeg zal al met een gelijkspel een flinke stap zetten richting handhaving, terwijl de jubilaris onder de rode streep bivakkeert en de beide punten hard nodig heeft. Het is wat frisjes in de kerkzaal en verschillende schakers zoeken de centrale verwarming op. Gedurende het tweede deel van de wedstrijd is dat niet nodig, want dan is de strijd op 64 velden ontbrand.
Het belang van het duel valt klokslag vier uur op, als bij Wageningen 4 – SMB 4 zeven van de acht partijen zijn afgelopen en de beide tientallen nog compleet aan de borden zitten. Niet veel later lopen Jeroen Franssen en onze clubkampioen Peter van den Brink naar de entreeruimte om te analyseren: remise. Al snel hebben de c- en d-lijn een open karakter gekregen en speelt wit met lichte ontwikkelingsvoorsprong. Alle torens worden geruild en de stelling ziet er remise-achtig uit. Na de 28e zet mogen de laatste zes letters eraf.
Misha Dorokhin tekent voor zijn derde winstpartij op rij. Hij kiest redelijk vlot voor de lange rokade, terwijl David van Eekhout aan de korte variant de voorkeur geeft. Vaak zie je dat beide spelers de koningsstelling onder vuur willen nemen, maar Caïssa-Eenhoorns topschaker heeft andere ideeën. Het is niet de eerste keer dat hij van de geijkte plannen afwijkt. Beetje bij beetje versterkt Misha zijn positie op de damevleugel en dat komt mooi tot uiting met 24. … Thc8, als de torens op de open c-lijn zijn verdubbeld. Vervolgens maakt een zwarte loper op d4 plaats voor de dame en is het startsein voor de slotaanval gegeven. De witte stukken zitten elkaar eigenlijk in de weg en dat blijkt uit zwarts laatste zet. Met 33. … Txd2 verovert hij een stuk en valt de dame aan, terwijl er van alles dreigt. Door het gebrek aan samenwerking stort de witte verdediging in.
De opstellingen worden vlak voor een wedstrijd aan de scheidsrechter gegeven. Beide teamleiders weten dan niet wie bij de tegenstander aan welk bord zit. In het voorjaar van 2015 was Henk-Jan Visser vierdebordman en speelde met wit tegen Sander van Eijk. Zeven jaar later had hij aan het tweede bord wit tegen Sander van Eijk. Ditmaal staan de zwarte stukken van bord 6 vlak voor hem en is zijn opponent… Sander van Eijk. En ook voor de derde keer zegeviert de internationaal meester van Wageningen. Aanvankelijk gaat de strijd gelijk op, maar na dameruil schakelt de titelhouder beide torens in voor een aanval via de zevende rij en zorgt zo voor de gelijkmaker.
Wageningen heeft twee spelers met Westfriese wortels. Tjerk Sminia is als schaaktalent opgegroeid bij het Langedijker Schaakmat en oud-Grootebroeker Kees Stap – negendebordspeler – is bekend bij De Groene Zes. Tjerk neemt het op tegen Arne Moll die zo langzamerhand een slechte wordt op totoformulieren. Hij zorgt voor zijn vijfde remise op rij. Na drie uur staat alles nog op het bord en als eersten gaan een zwart en wit paard naar de stal. Als Arnes tweede paard verdwijnt (via een ruil met een loper), wil de routinier van Caïssa-Eenhoorn de stelling openbreken. Op de damevleugel wordt veel geruild, maar hij schiet er niets mee op. Zwart kan toewerken naar een eindspel met lopers van ongelijke kleur. Beide koningen zijn paraat om achtergebleven pionnen te verdedigen en de twee brengen de tussenstand op 2-2.
Ineens slaat de vlam in de pan. Alexander Geerts en Robin Duson kijken een groot deel van de middag tegen een betere stelling aan; met mogelijke winstkansen. Ze delven echter allebei het onderspit.
Arjen van Herwaarden en Alexander doen niet onder voor hun ploeggenoten aan het derde bord en beschikken lang over al het beschikbare materiaal. Zwart heeft op de damevleugel zijn pionnen naar voren gestuurd en breekt de ban met 17. … bxc3. Kort erop trekt de Wageningen-speler met zijn pionnen op de andere flank ten aanval. Een voorspelbare matdreiging kan zwart eenvoudig pareren en snoept tevens een pion op b2 mee. Het is het intro van een aanval die er niet komt. Alexander verslikt zich in een – tijdelijk – paardoffer op e6 dat hij zich kan permitteren. De zwartspeler gaat er echter niet op in en kijkt meteen tegen een verloren stelling aan. In een kort tijdsbestek vallen diagonalen en lijnen open; optimaal voor het Wageningse loperpaar en de torens. Bovendien is er nog het gevaar van een promoverende f-pion.
In de kerkzaal zijn vijf tafels voor tweemaal twee schakers opgesteld en Robin zit naast Alexander, maar zal vast niet hebben afgekeken van haar clubgenoot. Toch is het verhaal van haar partij min of meer hetzelfde. Ze komt met een pion meer uit de opening (Benkogambiet) en Erwin Oorebeek schakelt vervolgens zoveel mogelijk aanvallers in om dat plusje – de d5-pion – ongedaan te maken. Omdat er voldoende Hoornse verdedigers zijn, mislukt het plan. De witspeelster kan de druk opvoeren door haar vrije a-pion in te zetten, maar laat die staan op de vierde rij. Ondertussen is het evenwicht teruggekeerd, als zwart met de zware stukken ten strijde trekt op de damevleugel. De torens zijn verdubbeld op de open c-lijn, terwijl de zwartveldige loper veld h2 aankijkt. Robin mist het gevaar over de eerste rij staat een paar zetten later verloren.
Wageningen is aangetreden zonder grootmeester Jan Timman en Fred Jonker mag de honneurs aan het eerste bord waarnemen. Hij treft Peter Doggers als Hoornse kopman en een opponent in een goede bondsvorm die echter zichzelf te weinig heeft beloond. Zwart hoopt op een vroege dameruil, maar daar gaat Peter niet op in. Op de 22e zet staan alle zware stukken – inclusief zijn dame – op de open e-lijn. Wit verzuimt door te drukken. De zevende rij lonkt en de Wageningse routinier heeft een paar zwakke pionnen. Als de laatste lichte stukken van het bord zijn verdwenen, lijkt er een remise-uitslag aan te komen en na torenruil zijn er helemaal geen problemen meer voor zwart. Voor Peter resteert het vierde opeenvolgende halfje: 4½-2½.
Te elfder ure is Arlette van Weersel opgeroepen om de plaats van Nick Manshanden in te nemen en de Alkmaarse speelt haar invalstersrol met verve. Tegen Kees Stap kiest ze de damevleugel als aanvalsterrein, terwijl zwart op de andere flank de pionnen naar voren stuurt. Alle torens en paarden worden geruild. Beiden hebben kort gerokeerd, waardoor de Wageningse pionnenmeerderheid op de koningsvleugel nauwelijks voordeel oplevert, terwijl de zwarte pion op a6 witte collega’s op de a- en b-lijn voor zich weet. En dat is wel een voordeel, zo toont Arlette aan. Na dame- en pionruil vormt haar loperpaar op b5 en b6 een erehaag voor de vrijpion op a3. Kees verliest de loper op de diagonaal naar a8 – die zich sowieso daarop niet kon handhaven dankzij het handige 43. Lf3 – en de spanning in de wedstrijd keert terug.
Gelijktijdig heeft Martijn Monteban een hele kluif aan Bert Torn. Op een vol bord is er alleen speelruimte dankzij de open g-lijn. Na een torenruil daarop zwakt de Wageningse druk wat af, maar de grotere activiteit van de zwarte stukken (na veertig zetten toren, loper en paard voor beiden) blijft zorgen baren. Als alleen de witveldige lopers nog actief zijn, mist de zwartspeler de kans op winst. Met een loperoffer op b3 zal zijn a- of b-pion promoveren. Hij kiest echter voor de verkeerde aanpak, waardoor Martijns koning na een stevige wandeling, van h3 naar b2, de remise veilig kan stellen. Berts loper heeft zichzelf op a2 opgesloten, de witte loper moet voorkomen dat de zwarte monarch binnenvalt om de achtergebleven pion op d3 op te halen.
De wedstrijd krijgt een inspirerende ontknoping. Een klein jaar geleden hield Martijn Monteban een workshop voor clubgenoten en ging het over onder meer sleutelvelden en vierkanten. Teamgenoot Daan Zult was toen niet aanwezig, want de les was toegankelijk voor spelers met een rating tot 1800. Dat Daan over die thematiek alles weet blijkt in zijn partij tegen Chiel van Oosterom. Een door Martijn op het demonstratiebord gezette stelling komt bij de routinier met een rating van ruim 2300 op het bord. Het spektakel begint met het ambitieuze 31. f4, waarop Daan met een kwaliteitsoffer reageert. Hij heeft twee ijzersterke paarden in het centrum die heel veel velden afnemen van de witspeler. Daarnaast beschikt de Amsterdammer over vijf pionnen, tegenover twee randpionnen voor zijn opponent. Als dat duo naast het bord staat en zwart vier vrijpionnen gaat inzetten, wordt het plan zichtbaar. Hoe gaat de internationaal meester zich wapenen tegen die overmacht en vooral tegenover de twee verst verwijderde pionnen: die op de b- en h-lijn. Met zijn 52e en 54e zet veroveren Daans paarden de torens en een zet later staat de demonstratiestelling van Martijn op het bord: zwarte pionnen op f5 en h4. De Wageningse koning kan de f-pion niet nemen, omdat hij dan buiten het vierkant staat. Daan kan zich concentreren op het laten promoveren van zijn c-pion, met ondersteuning van zijn monarch. Het witte paard is beperkt in zijn actieradius en kan niet voldoende steun bieden om op twee fronten actief te zijn. Na 66 zetten heeft zwart pionnen op c2 en h2 en zal een van de twee de winnende stap zetten.
Zo wordt het op de valreep 5-5 en gaat Caïssa-Eenhoorn de slotfase van de competitie in met de wetenschap dat het nog tegen drie concurrenten zal aantreden. Maar dan zijn gelijkspelen niet voldoende.