NHSB team is uitgebekerd

Caïssa-Eenhoorns NHSB bekerteam heeft in de tweede ronde niet voor een verrassing kunnen zorgen. Tegen Aalsmeer was het op papier de mindere, en in de eindstand komt het ratingsverschil tot uiting: 3-1.

Aalsmeer heeft dit jaar enkele overeenkomsten met ons. Zo zijn ze ook net gefuseerd. Aalsmeer is samengegaan met de Kudelstaartse vereniging "Het Kalende Pionnetje". Helaas heeft men er niet voor gekozen de aardige benaming van de Kudelstaartse club te laten voortbestaan. Een andere overeenkomst is dat ze de eerste ronde overleefden zonder een zet te hoeven doen. Ook bij hun trok de tegenstander uit de eerste ronde, Vredeburg, zich terug.

De speellocatie van de gefuseerde vereniging is het dorpshuis in Kudelstaart. Hier deelt Aalsmeer een eigenschap met Aartswoud, door de naam van een plaats als clubnaam te hebben maar niet in die plaats te spelen.

Het dorpshuis van Kudelstaart werd op deze donderdag evenwel niet gedomineerd door de schakers maar door de sjoelers. Er is een levendige sjoelvereniging en deze bezette de grote zaal van het dorpshuis, waar de schakers met het tweede zaaltje genoegen moesten nemen. Voor de bekerwedstrijd was nog weer een apart zaaltje in gebruik.

De sjoelers waren deze avond nadrukkelijk aanwezig; sjoelen is nou eenmaal een lawaaierige bezigheid. Wanneer even de deur van het bekerzaaltje werd geopend kwamen de sjoelschijven althans akoestisch duidelijk naar binnen. Erg was dat niet, sjoelen is hartstikke leuk. Bij ons thuis waren de schijven van de sjoelbak voorzien van helden uit die tijd: Johan Cruyff, Wim van Hanegem, Sjaak Swart en Jan van Beveren. René en Willy van der Kerkhof deelden samen een schijf. Maar de belangrijkste en tegelijkertijd beruchtste schijf was ongetwijfeld die van Mieke Telkamp. Zij genoot in die tijd succes met "Waarheen Waarvoor", een lied dat niet bij iedereen in de familie Hendriks erg geliefd was maar op bepaalde wijze enig cynisme en anders wel de lachspieren aan de praat kon krijgen. Voldoende reden voor een dik verdiende sjoelschijf. De sjoelbak is in later jaren ten prooi gevallen aan de houtworm en ik vrees dat de schijven met de bak op de stort zijn beland. Jammer, zeker wat Mie betreft.

Maar wel, dit verhaal gaat niet over sjoelen en zeker niet over muziek. Dus terug naar de bekerwedstrijd. De NHSB heeft voor de beker een andere bedenktijd geïntroduceerd. 100 minuten voor de gehele partij, met een bijtelling van 10 seconden per zet. Het schijnt dat dit een pilot is die op termijn wellicht in de NHSB competitie ook van kracht wordt. Het heeft een paar voordelen; de wedstrijdleider is verlost van de tijdnood rondom de 36e zet en reconstructies zullen tot het verleden behoren. De totaal beschikbare bedenktijd per speler neemt iets toe. Het is wel even wennen. Na een paar zetten kregen we het gevoel dat er iets niet in orde was met de klok en inderdaad: de instelling die was gekozen zorgde er voor dat de 10 seconden bijtelling pas begon nadat de 100 minuten verbruikt waren. Het was een beetje puzzelen maar een kwartiertje verder waren we met correct afgerichte klokken weer aan het spelen. Ook dan blijft het spelen met deze bedenktijd even wennen overigens, zeker als je al tig jaren in de vertrouwde groef zit van 1:30 uur voor 36 zetten, en dan een kwartier knock-out.

Na amper anderhalf uur viel de eerste beslissing. Ton van Dijk had een klein rekenfoutje gemaakt in een grote combinatie. De rekenfout bestond er vooral uit dat hij na afloop van de combinatie schaak stond, waardoor hij niet zelf mat kon geven. Dit gaf tegenstander Piet Geersema de tijd om een stuk voor de blijven, waarna onze Groninger het meteen voor gezien hield.

Zo'n tegenvaller is rampzalig in een bekerwedstrijd, vooral Ton op bord twee zat en overwinningen op de lagere borden minder waard zijn. Dirk Lont was op bord drie niet tot eigen tevredenheid uit de opening gekomen en Fred, die op het eerste bord tegen Rik Konst zat te schuiven, had evenmin een duidelijk voordeel. Mijn eigen stelling tegen Willem Hensbergen was fractioneel beter maar als ik zou winnen dan zouden Fred en Dirk nog steeds anderhalf punt moeten binnenhalen.

Dirk had het lastig en verloor een pion. Deze won hij even later wel weer terug en er bleef een eindspel over dat remise was. 1½-½. Op het vierde bord deed ik verwoede pogingen om de vijandelijke koningsstelling open te breken. Echter verloor ik daarbij de verdediging van de damevleugel uit het oog. Hensbergen, met 250 ratingpunten meer als ik, had geduldig gewacht op een dergelijke frivoliteit en incasseerde een pion. Was de stelling positioneel wat gelukkiger geweest dan had er wellicht nog remise in gezeten - de Aalsmeerder had vooral geïsoleerde pionnen over - maar hij kon zijn loper wel heel irritant posteren en zo een van zijn pionnen veilig naar de overkant loodsen.

Fred had op het kopbord niet meer dan remise, maar de situatie in de wedstrijd noopte hem tot alles of niets. Onder de constante zorgen van een pion die de voorlaatste rij bereikt had probeerde Fred aan de andere kant door te drukken. Het leverde een pion op, maar deze was onmogelijk te verzilveren; de stelling was uiteindelijk toch zo dat Fred het meest blij moest zijn met een puntendeling.

Eindstand derhalve 3-1 en Aalsmeer bekert verder.