Het eerste bekertoernooi nieuwe stijl van de Noordhollandse Schaakbond heeft Caïssa-Eenhoorn geen hoofdprijs opgeleverd. In de zogeheten zilveren categorie was de ploeg gistermiddag niet bij de tijd door op twee van de vier borden stukken te verspelen, waardoor Schaakmat met 1½-2½ de finale naar zich toetrok. De klok ging daarmee naar de Langedijkers.
Vanaf het seizoen 1988-1989 was er één NHSB-bekertoernooi. Elke schaakclub kon een viertal aanmelden en via het bekende knockout-systeem werd naar de finale toegewerkt. Purmerend en Kijk Uit speelden die op 10 juni 1989 en na de 2-2 uitslag viel de schrapregel (de uitslag van het vierde bord vervalt) in het voordeel van de Purmerenders uit. De trofee kwam vijf keer in Hoornse handen, onder meer vorig seizoen. Mason Brouwer, Robbert van Dijkhuizen, Abel Romkes en David Verweij versloegen mede-finalist Het Witte Paard met 3½-½. Onze vereniging is met vijf gewonnen bekerfinales de succesvolste in de NHSB-cuphistorie.
Er is nu voor een opzet met drie categorieën gekozen: goud, zilver, brons. Iedere club mag met één viertal aan elk van de drie categorieën deelnemen. De indeling geschiedt op basis van de ratings per 1 oktober 2023. In het gouden toernooi gelden geen beperkingen, in het zilveren toernooi mogen geen spelers met een rating vanaf 1900 uitkomen en in het bronzen toernooi geen spelers met een rating vanaf 1600. Voor het gouden bekertoernooi werden twaalf teams aangemeld, voor het zilveren bekertoernooi achttien en voor het bronzen toernooi elf.
In het fraaie wijkcentrum Overdie in Alkmaar (de thuishaven van De Waagtoren) vallen de drie beslissingen. Van de 43 NHSB-verenigingen zijn er vijf op de finaledag vertegenwoordigd: Aartswoud, Caïssa-Eenhoorn, Schaakmat, De Waagtoren (met twee teams) en De Wijker Toren. Opvallend is de afwezigheid van Haarlemse ploegen. Op hoog competitieniveau actief met de topklassers HWP en Kennemer Combinatie en een treetje lager met de tweede teams van beide clubs en ook Het Spaarne. De drie hebben zich echter niet aangemeld voor de cupstrijd.
Met de gewijzigde formule krijgen de verenigingen binnen de Noordhollandse Schaakbond weer de mogelijkheid om meerdere teams af te vaardigen. Weer, inderdaad. Want het eerste bekertoernooi van de NHSB werd in het seizoen 1959-1960 gehouden, direct na afloop van de bondscompetitie. Dertien clubs meldden zich aan voor het toernooi om de NHSB-leeuw, zoals dat toen officieel heette. Ze schreven samen twintig ploegen in. Het ging om de volgende verenigingen: Bloemendaalse SV, Halfweg (2 teams), Heemsteedse SC (2), HWP (Haarlem; 2), Kijk Uit (IJmuiden), MSC (Den Helder), Pat Mat (Beverwijk; 4), De Pion (Castricum; 2), De Pion (Edam), Schaaklust (Andijk), VVV (Alkmaar), Weenink (Beverwijk) en Zaanstreek-Noord Krommenie). De noordelijke helft van het NHSB-gebied is magertjes vertegenwoordigd.
In de eerste ronde vielen Halfweg 2, Heemsteedse SC 2, HWP en Pat Mat 3 af om op het werkbare aantal van zestien kwartetten te komen. In het verdere verloop eindigden twee wedstrijden in 2-2: Weenink – Halfweg in de kwart- en VVV – Halfweg in de halve finale. Aanvankelijk was men van plan om in dat geval de uitspelende ploeg door te laten bekeren, maar dat punt werd in het reglement aangepast. Eerst vijfminutenpartijen als verlenging, daarna bij 2-2 loten. Zo bereikte VVV eind juni 1960 de eindstrijd tegen Kijk Uit en die werd – net als gisteren – gespeeld in Alkmaar.
De cupstrijd werd ook gebruikt om te experimenteren met het niet meer afbreken van partijen. Voor de een gaf dat afbreken een extra dimensie aan het schaken, maar de meesten (spelers en bestuurders) waren daar geen liefhebbers van. Een bekerschaker kreeg een bedenktijd van negentig minuten, dus na maximaal drie uur was de partij beslist.
Ruim tien seizoenen trok het bekertoernooi om de NHSB-leeuw een redelijke belangstelling, met vaak zo’n veertig of meer ploegen. Op verzoek van de clubs kwam er in het seizoen 1960-1961 een verliezersronde bij. Ze vonden het jammer dat voor een aantal teams (de verliezers in de eerste ronde) deelname beperkt bleef tot één wedstrijd en met die verliezersronde erbij kwamen alle teams in ieder geval minimaal twee keer in actie. In 1961 verloor Weenink in de eerste ronde met 1½-2½ van Santpoort 2, won in de verliezersronde met dezelfde cijfers van KSC (Kennemerland ’t Schouwtje Combinatie, uit Haarlem) om vervolgens pas in de halve finale te stranden. De Beverwijkers waren na de 2-2 tegen de Heemsteedse SC in het snelschaken iets minder bedreven dan hun opponenten. Heemsteedse SC moest in de finale met 1-3 zijn meerdere erkennen in VVV; dat jaar werd voor het eerst de wisselbeker uitgereikt.
BEKERFINALES OM DE NHSB-LEEUW: 1960: VVV – Kijk Uit 3-1 1961: Heemsteedse SC – VVV 1-3 1962: Oppositie – Het Oosten 2 2-2 Het Oosten 2 – Oppositie 2½-1½ (tweede wedstrijd) 1963: De Pion (Castricum) – Het Oosten 2½-1½ 1964: Het Witte Paard – MSC 3-1 1965: Het Witte Paard – Het Oosten 2 4-0 1966: Het Oosten – Het Witte Paard 4-0 1967: Het Witte Paard – Castricum 4-0 1968: Heemsteedse SC – VHS 1½-2½ 1969: VHS – Het Witte Paard ½-3½ 1970: Het Witte Paard – Kijk Uit 2-2 Kijk Uit – Het Witte Paard 1-3 (tweede wedstrijd) 1971: VHS tegen VHS 2 4-0 1972: Santpoort – VHS ½-3½ 1973: niet gehouden 1974: Kijk Uit – Magnus 3-1 (A-groep) Magnus 2 tegen HWP 2½-1½ (B-groep)
In juni 1972 werd VHS (Haarlem) echter de laatste winnaar en hoewel het jaar erop tijdens de gedelegeerdenvergadering de vraag kwam om het toernooi in ere te herstellen, gebeurde dat niet. Er kwam nog wel een bekerstrijd in het seizoen 1973-1974, maar de belangstelling was dermate gering dat het bij die ene keer bleef. Er werd toen overigens om twee bekers geschaakt. De ploegen werd ingedeeld op sterkte. Kijk Uit (IJmuiden) was in de A-finale te sterk voor Het Witte Paard (3-1) Magnus 2 won de B-finale tegen HWP met 2½-1½.
Vijftien seizoenen later keerden de bekerwedstrijden terug, maar dan met een andere opzet. Slechts één ploeg per vereniging en de eerste ronde in het najaar, dus tijdens de bondscompetitie.
Speelden de finalisten in de beste jaren van het bekertoernooi vaak vijf wedstrijden om de eindstrijd te halen, ditmaal is de weg daar naar toe twee duels korter. Caïssa-Eenhoorn schakelde Krommenie, Kijk Uit en MSC uit, Schaakmat ontdeed zich van Bloemendaalse SV, De Wijker Toren en Bergen. De onderlinge bekerhistorie is ook niet zo lang, met name omdat de Langedijkers slechts af en toe de laatste zestien bereikten. Op 19 november 2002 lootte Caïssa een thuiswedstrijd tegen Schaakmat en dat was tot zaterdag het enige cupduel tussen teams van beide clubs. De Hoornse tweedeklasser moest flink aan de bak om de winst (2½-1½) veilig te stellen. Daar zorgde Ton Wessels voor. Tegen Chris Brinkhuis won hij eerst de kwaliteit en daarna het eindspel.
Voor de volledigheid alle partijuitslagen – in bordvolgorde – van destijds: Sietske Greeuw (Schaakmat) – Arend Stapel ½-½, Fred Avis (Caïssa) – Rik van der Weij 0-1, Arjen van Verseveld (Schaakmat) – Willem Meyles 0-1, Ton Wessels (Caïssa) – Chris Brinkhuis 1-0.
Overigens reed het Langedijker kwartet vierenhalf jaar later weer naar Hoorn voor het NHSB-bekertoernooi. In 2007 vierde Hoorn het 650-jarig bestaan als stad en haalde NSI/De Eenhoorn de organisatie van de slotdag van het KNSB-bekertoernooi en het NHSB-bekertoernooi naar De Huesmolen, waar de Schaakmatters André Beemsterboer, Daan Bes, Chris Brinkhuis, Joost Goedbloed op enkele meters afstand van de grootmeesters (onder meer oud-wereldkampioen Roestam Kasimzjanov die voor HMC/Calder uitkwam; de ploeg uit ’s-Hertogenbosch zou de KNSB-cup veroveren) hun partijen speelden. Schaakmat had zich gekwalificeerd voor de halve finale en werd daarin uitgeschakeld door de latere NHSB-bekerwinnaar Het Witte Paard. Aartswoud versloeg daarna Schaakmat in de strijd om de derde plaats.
NHSB-BEKERFINALES: 1989: Purmerend * tegen Kijk Uit 2-2 1990: Purmerend 2 * tegen VHS 2-2 1991: Bergen tegen Castricum 4-0 1992: 0-0-0 * tegen Bergen 2-2 1993: Purmerend – Castricum * 2-2 1994: GZ/De Eenhoorn – Caïssa 3-1 1995: GZ/De Eenhoorn tegen VVV 3½-½ 1996: Het Witte Paard 2 – ASG 4-0 1997: Kijk Uit – HWP * 2-2 1998: ASG wint van KTV 1999: niet bekend 2000: Aartswoud * tegen GZ/De Eenhoorn 2 2-2 2001: KTV – HWP 2 2½-1½ 2002: Aartswoud – KTV 1½-2½ 2003: HSV De Eenhoorn 2 – Aartswoud 3-1 2004: ASG – 0-0-0 2½-1½ 2005: ASG – ZSC-Saende 2 1½-2½ 2006: ASG – Het Witte Paard 3-1 2007: De Waagtoren 2 – Het Witte Paard 1-3 2008: Het Witte Paard – Kijk Uit 1½-2½ 2009: NSI/De Eenhoorn 3 – Santpoort 0-4 2010: Aartswoud – Santpoort 0-4 2011: De Waagtoren 3 – Krommenie 1½-2½ 2012: Caïssa * – Chess Society Zandvoort 2-2 2013: Krommenie * – Aartswoud 2-2 2014: Krommenie – Castricum 2½-1½ 2015: ZSC-Saende 2 – Kennemer Combinatie 3 2½-1½ 2016: De Vennep – De Uil 1-3 2017: Heerhugowaard – Magnus 1½-2½ 2018: ZSC-Saende 2 – De Uil 1-3 2019: De Uil – Kennemer Combinatie 2½-1½ 2020: Door de uitbraak van het COVID-19-virus is er één ronde gespeeld. 2021: niet gehouden 2022: niet gehouden 2023: Het Witte Paard – Caïssa-Eenhoorn ½-3½ * = winnaar (met dank aan de op 16 februari j.l. overleden Jan Rot, van wie ik veel archiefmateriaal heb mogen lenen)
Bij Caïssa-Eenhoorn zijn deze zaterdagmiddag vier spelers opgesteld die kunnen terugkijken op een succesvolle clubcompetitie: Sernin van de Krol, Robbert van Dijkhuizen, Fred Avis en Martijn de Wit (de bordvolgorde) zijn allevier in de top tien geëindigd. Door loting is Schaakmat de thuisploeg en er komen vier interessante partijen op het wedstrijdformulier. Sernin treft Piet Krul, de kersverse – en nu tweevoudig – clubkampioen van Schaakmat. Zijn vorige partij was tegen de kersverse clubkampioen van Caïssa-Eenhoorn (Mason Brouwer). Aan het tweede bord treffen beide clubvoorzitters elkaar. Robbert neemt het op tegen Arjen van Verseveld die afgelopen week de kampioenstweekamp van Piet had verloren (1-1, 0-1 in de beslissingsmatch). Naast hen zitten de routiniers Fred Avis en André Beemsterboer, beiden eenmalig clubkampioen, en aan het vierde bord de jongeren Martijn de Wit en Johan Krul.
Schaakmat heeft in de bekerhistorie van de Noordhollandse Schaakbond – die begint in 1960 – nooit een finale gewonnen, al zijn de Langedijkers wel enkele keren echte cupfighters geweest. En dat zijn ze dit seizoen weer. Ze schakelen drie keer een tegenstander uit die een duidelijk hogere gemiddelde teamrating heeft.
CE gaat gemotiveerd van start en het lijkt wel of de letters voor Chiquita-Eenhoorn staan. De tafel ligt aan Hoornse zijde bezaaid met bananen. Er wordt geschaakt in de okerzaal, waarin we werken van Goudriaan kunnen bewonderen. Nee, het gaat niet om partijen met een mooie eindspeltechniek van Etienne Goudriaan (voormalig talent van Caïssa), maar om schilderijen met een mooie olie- en acrylverftechniek van Ernest Goudriaan (Amstelveen).
Al snel vergaloppeert Martijn zich met een loperzet. Met 11. b4 sluit Johan het zwarte stuk op a3 op. Vervolgens offert de Caïssa-Eenhoorn-speler een paard en loopt zijn opponent uit naar een gewonnen stelling. Hij lijkt een stuk terug te kunnen winnen, maar wit is tweemaal op tijd om dat te kunnen verhinderen. Uiteindelijk belanden beiden in een toreneindspel met twee paarden extra voor wit en om half vier neemt Schaakmat een voorsprong. Er zijn in wijkcentrum Overdie drie finales. Drie minuten eerder heeft Fabio Pasti (speler van de bronzen bekerploeg van De Waagtoren) voor de eerste partijzege van deze zaterdagmiddag gezorgd.
Verschillende leden van de organiserende vereniging De Waagtoren komen langs en ook de andere teams genieten supporterssteun. Het wordt aardig druk en in alle wedstrijden zit veel spanning en spektakel. Bij een 2-2 uitslag wordt er verlengd (snelschaken met verwisselde kleuren, tempo drie minuten plus twee seconden toegevoegde tijd per zet) en dat is voor Caïssa-Eenhoorn van belang, omdat ook Fred Avis het onderspit moet delven. Dat is een fikse tegenvaller voor het Hoornse kwartet. In een attractieve partij trekt hij het initiatief naar zich toe en dat kost André Beemsterboer op de twintigste zet een pion. Het gaat evenwel om de voorste van een dubbelpion, zodat de schade voor de Schaakmatter meevalt. Zwart geeft vervolgens flink tegengas en opeens steekt zijn stelling beter in elkaar dan die van de oud-kampioen van Caïssa. Op het moment dat André het materiële evenwicht wil herstellen, laat Fred een paard instaan en krijgt de partij een plotseling einde.
Bij 2-0 moeten Sernin van de Krol en Robbert van Dijkhuizen winnen om de hoop op bekersucces levend te houden. Dat lukt niet. Robbert en witspeler Arjen van Verseveld hebben een vrijwel gelijke rating en dat blijkt in hun partij: ze zijn even sterk. Beiden voeren louter goede zetten uit. Alle zware Langedijker stukken krijgen een plaats op de open c-lijn, maar de Hoornse stelling zit prima in elkaar en het mogelijke gevaar wordt snel afgewend. Een dame-eindspel met een wit paard en een zwarte loper resteert, waarin Robbert geen enkele kans op winst heeft. Met de remise stelt Arjen de bekerwinst voor zijn ploeg veilig.
De beslissing is gevallen, maar de kopmannen Sernin van de Krol en Piet Krul gaan door tot het gaatje. Wit werkt toe naar een stelling met actievere stukken, maar hij verslikt zich in de dubbele taak van zijn loper op d3 die een pion en een paard verdedigt. De Schaakmat-kampioen profiteert en verovert de c4-pion. Daarna is het voor hem zoeken naar de juiste voortzetting. In een fase van manoeuvreren heeft Sernin de dame en het loperpaar en zijn opponent dame, loper en paard. Een geïsoleerde Hoornse pion op d5 lijkt kwetsbaar. Op de 38e zet speelt Piet zijn loper echter naar het verkeerde veld en dat kost hem een stuk. Ook op dit oneven bord krijgt de partij een plotseling einde.
Maar Schaakmat zegeviert (2½-1½) en bekroont een jubileumseizoen met een hoofdprijs. De Langedijker vereniging viert het 90-jarig bestaan door een bekerfinale te winnen van een ploeg die in 2012 hetzelfde presteerde.
Alle wedstrijden krijgen overigens een waardige uitslag (2½-1½) en zo kunnen De Waagtoren en de NHSB terugzien op een geslaagde dag. Voor de Alkmaarse club wordt de primeur van drie finales een succes, want in de bronzen eindstrijd wordt Aartswoud verslagen en in de gouden De Wijker Toren. Met name de topteams maken er een geweldige ontknoping van. Nico Hauwert, oud-clubkampioen van Caïssa, zet De Waagtoren op voorsprong en na de remise van Peter Hoekstra lijkt de winst er aan te komen. Maar kopman Michaël van Liempt gaat in een zinderend eindspel ten onder en opeens staat Frank Agter er niet best voor, zo lijkt het. Maar in de tijdnoodfase houdt hij het hoofd koel en kan in een toreneindspel met een pion minder zijn pion laten promoveren. Het levert Caïssa-Eenhoorn de troostende gedachte op dat beide bekerkwartetten (goud en zilver) hebben verloren van de latere bekerwinnaar.
En dan nu: een heleboel foto's.
Heel mooi en sfeervol verslag