Slechts twee remises voor het vijfde

Het is Caïssa-Eenhoorn 5 niet gelukt de eerste doordeweekse bondswedstrijd in De Kreek op te luisteren met een overwinning. Aartswoud 4 was met 1-5 een maatje te groot.

Op de hoogste borden had de thuisploeg een duidelijk lagere rating en daar vielen ook louter nullen. Jan Smink was als eerste klaar en dat mocht een tegenvaller worden genoemd. De afgelopen twee seizoenen bekroonde hij vier invalbeurten in het zesde en het vijfde met vier remises en TPR’s van 1870 en 1726, maar tegen de sterke Willem van den Akker kwam hij er niet aan te pas. Kort na de opening verzuimde de witspeler de stelling open te breken. Het paardenspan van de Aartswoud-routinier werd opeens heel actief en leverde kwaliteitswinst op. Toen daar voor Jan stukverlies bij dreigde te komen, kon de eerste uitslag op het wedstrijdformulier.

Willem van der Veen kreeg geen kansen van Joop Brands. Met zwart had hij enige tijd weinig goede velden voor zijn lichte stukken, terwijl zijn opponent een gevaarlijke aanval op de koningsvleugel kon opbouwen. Joop won een stuk en kraakte de Hoornse verdediging.

Het eerste succesje voor Caïssa-Eenhoorn 5 kwam van Ruud Loots die jeugdspeler Peter Vriend op remise hield. In een zinderende partij zochten beiden de aanval. Na een spectaculaire dameruil had wit een stuk voor een pion, maar Ruud koos voor een te defensieve aanpak om dat voordeel te verzilveren. Handig sleepte Peter zetherhaling uit het vuur.

Sernin van de Krol deelde het punt met Herman van Bleisem. De teamcaptain creëerde een zwakte in de verdediging van zwart (dubbelpion en half open g-lijn), maar Herman verdubbelde zijn torens op die g-lijn. Het Hoornse paard op g3 werd zo een kwetsbaar object. Na 25 zetten werd evenwel de vrede getekend: 1-3.

Door verliespartijen van Wout Druijf en kopman Gerard Dudink viel de uitslag iets te groot uit. Wout werd met zwart teruggedrongen door Ben Schuddeboom die veel ruimte had voor al zijn stukken. De jonge Aartswouder zette na lang te hebben gerokeerd een opmars van zijn g- en h-pion in. Een gedurfd loperoffer op h7 stelde de Hoornse monarch bloot aan dreigingen, maar de zwartspeler leek alles te kunnen pareren. Door een verkeerde koningszet ging de dame echter verloren.

De qua zetten (57) langste partij van de avond werd door Gerard Dudink en Rob Bijpost gespeeld. Aan het eerste bord kreeg Gerard de bekende openingszet van de witspeler (1. b4) tegen zich. Hij pakte het goed aan, maar zijn keuze om lang te rokeren was minder gelukkig. Er volgde een boeiende strijd op de damevleugel, waaruit zwart opeens als een gelijkwaardige opponent te voorschijn kwam. In het begin van het eindspel verslikte hij zich echter. Een jacht op pionnen leverde Rob één plusje op. Zijn kracht was de pionnenstructuur op de koningsvleugel. Na het nodige gemanoeuvreer, waarbij Gerard nog een pion verloor, hield de oud-West-Fries kampioen aan het einde van een afruil vrijpionnen op de f-, g- en h-lijn over.