25e Week in De Kreek

,,Vanmorgen werd de koffie door iemand anders rondgebracht. Na die te hebben opgedronken merkte ik dat de suiker vergeten was. Dat was mijn eigen schuld, kreeg ik te horen, dan had ik maar moeten zien dat er geen klontjes naast het kopje lagen. Maar er had wél een lepeltje gelegen, dus had ik gedacht dat die er al in gedaan waren.’’

Deze tekst is afkomstig uit ‘Slecht nieuws voor iedereen’, de tweede verzameling van columns die Hein Donner na zijn hersenbloeding en tijdens zijn revalidatie iedere week voor het NRC Handelsblad schreef. Ik lees het boekje tijdens de dagelijkse koffietijd op de dinsdagmorgen in de 25e week in De Kreek en kom er achter dat ik drie dagen eerder van de in 1988 overleden Amsterdamse grootmeester heb verloren.

Mijn eerste bondspartij van dit seizoen was zaterdag in het Haarlemse denksportcentrum ’t Spaerne. Het promotieklasseteam van Caïssa-Eenhoorn trad aan tegen Het Spaarne, een van de zes wedstrijden in het mooie gebouw aan de Spaarne-rivier. Als invaller aan het achtste bord delf ik het onderspit door in gewonnen stelling mijn vlag te laten vallen.

Rond de klok van enen opent een arbiter het schaakfeest met een woord van welkom en een uitleg van enkele spelregels. Door de drukte van de honderd aanwezigen is hij slecht te horen, zeker vanuit de hoek waar Caïssa-Eenhoorn 3 zit. Ik vang iets van ’36 zetten’ op, zie op mijn klok ‘1:30’ staan en gelijk de Donneriaanse gedachtengang concludeer ik dat die twee aspecten bij elkaar horen; zo ben ik dat ook vele dinsdagavonden gewend. De 36 zetten als lepeltje, de 1:30 als de suiker die er al in is gedaan.

Na een wat moeizame opening komt er een winnende stelling op het bord. Op een cruciaal moment zegt een van mijn ploeggenoten dat ik er goed voor sta. ,,Mijn eerste zorg is de 36 zetten te halen’’, antwoord ik.

Die haal ik ook, doe nog twee zetten min of meer à tempo en ga rustig nadenken hoe de partij met succes af te ronden. Ik zal zo’n drie minuten plus toegevoegde tijd over hebben.

Opeens zegt mijn tegenstander dat mijn vlag is gevallen en dan blijkt dat ik veertig zetten had moeten doen. Zijn aangeboden biertje kan mij nauwelijks troosten, de overwinning van het team – de eerste van dit seizoen – verzacht veel meer de pijn.

‘Gens una sumus’ is het motto van de wereldschaakbond. Wij zijn één volk. Maar ik heb liever dat daar ‘gens una horologium’ van wordt gemaakt: wij zijn één klok. De afgelopen paar maanden ben ik geconfronteerd met vijf verschillende speeltempi, leg ik op deze dinsdagse schaakavond uit aan enkele clubgenoten die vragen wat er nu precies is gebeurd. Het is iedere keer weer een verrassing hoe lang we bezig mogen zijn om te schaken. Ter informatie: bij twee andere wedstrijden in dezelfde Haarlemse speelzaal waren 36 zetten wel voldoende.

Alleen zeer lastige patiënten drinken koffie en vragen daarna om suiker, kreeg Donner in het verpleeghuis – waarin hij na een hersenbloeding verbleef – te horen. Ik zal bij de NHSB maar niet vragen om alsnog die twee zetten te krijgen.

1 thought on “25e Week in De Kreek

  1. Tja… : een ieder wordt geacht die regels te kennen… De promotieklasse is het verlengde van de KNSB competitie dus ook een ander speeltempo… : Dat begint dus al bij die 1.30… Dus de teamleider behoort er op toe te zien, dat een ieder niet alleen de mobiele telefoon heeft uitstaan, maar ook op de hoogte is van het juiste speeltempo… Maar goed.. de teamleider wordt nog wel gered, aangezien het speeltempo altijd door de wedstrijdleider wordt medegedeeld… Maar ja als die nou niet is te verstaan.. Ja..pfff OK Co, ik zal er voortaan meer op letten… Maar de eigen verantwoordelijkheid van de speler door de spelregels zelf te gaan lezen… : is of behoort die nu geheel nul te zijn of mag dat toch ietsje meer zijn ? Oh ja… na de beginregels gelezen te hebben… en je vorige artikels gelezen te hebben… Bij mij kwam wel de gedachte boven… : van wie zou Co dan om 9.30 uur de koffie krijgen ? Het antwoord vond ik overigens niet…

Reacties zijn gesloten.