Herinneringen aan Jan Tuinstra, een markant clubgenoot

 

Het was niet toevallig dat gisteren tijdens de uitvaartplechtigheid van Jan Tuinstra het woord ‘markant’ enkele malen viel. Jan is een kleine veertig seizoenen lid geweest van onze schaakvereniging en hij was zeker een markant clubgenoot.

Jan Tuinstra (lichtgele trui) in een karakteristieke houding. Snelschaken tegen Herman Muller in het seizoen 2008-2009.

Jan Tuinstra (lichtgekleurde trui) in een karakteristieke houding. Snelschaken tegen Herman Muller in het seizoen 2008-2009.

Eind jaren zeventig meldde Jan zich aan bij Caïssa. Snel voelde hij zich er thuis en beperkte hij zijn schaakinbreng niet tot de dinsdagse clubavonden alleen. Jan kwam graag onder de mensen en daar hoorde het spelen van bondswedstrijden ook bij. Voor een uitduel tegen Medemblik – seizoen 1980-1981 – moest hij afzeggen, omdat één oog dicht zat. Een maand later nam Caïssa 3 het op tegen En Passant 2 en dat betekende schaken op zaterdagmiddag. Dat was Jan niet gewend en waarschijnlijk had hij in Het Kontaktcentrum, Caïssa’s speelzaal aan de Loniusstraat, de aankondiging niet goed gelezen. Toen hij op het moment van beginnen ontbrak, mopperde de teamleider dat er nu kennelijk twee ogen dicht zaten. Maar Jan kwam wel, zoals het clubbladverslag meldde. ,,Jan is een kleurrijk figuur die zijn partijen altijd met veel kreunen en steunen begeleidt en zeker nu hij 10 minuten later (Zijn jullie al begonnen?) dan zijn tegenstander begon. Hij kreeg een pionnenlawine over zich heen, maar wist heel knap met veel kunst- en vliegwerk promotie te verhinderen. En besloot toen maar tot remise, want er moest nog een boot gehaald worden.’’

Dat hoorde ook bij hem: hulpvaardigheid. Caïssa 3 won met 6½-1½, dus de wedstrijd was al beslist. Jan had een hekel aan verliezen en nu hij een partijnederlaag had voorkomen, wilde hij zijn Texelse tegenstander en diens ploeggenoten niet onnodig lang ophouden. Door de remise hoefden ze de veerboot naar Den Burg niet te missen.

Jaren later (herfst 1992) had het eerste team een uitwedstrijd in Den Helder. De club aldaar, MSC, schaakte net als Caïssa op de dinsdagavond. Er werd vertrokken vanaf Het Kontaktcentrum, waar een van de basisspelers ontbrak. Telefonisch contact bleek onmogelijk. Jan was in de speelzaal druk bezig als jeugdbegeleider, droeg zijn taken over aan Leni Poeze en ging als invaller mee naar de marinestad. Waar hij een keurige remise behaalde en het Hoornse achttal won.

Het waren de jaren met afgebroken partijen. De betrokken teamleiders onderhandelden regelmatig over de resultaten, soms werden de partijen naar de bond gestuurd en volgde er een arbitraire uitslag. Zo eindigde een bondswedstrijd van Caïssa 4 in een gelijkspel, nadat de Hoornse teamleider de afgebroken partij van Ronald van Gent had opgegeven. De invaller had een stuk minder, maar twee pionnen meer boden enige compensatie. Jan mokte er lang over na, dat er niet verder werd gespeeld. Later begreep hij het onderhandelingsspel. Bij Schaaklust 2-Caïssa 4 (1984-1985) stond hij tegen De Kroon minder, maar de Andijkse schaker zag niet direct winstkansen. Jans partij was een van de vier die werden afgebroken. De thuisploeg ging akkoord met het Hoornse voorstel van drie remises en een nederlaag voor Jan. Caïssa 4 won op die manier met 3½-4½, al kostte het enige moeite om hem te overtuigen van het voordeel van de beslissing. Maar het lange mokken bleef uit.

In het begin van datzelfde seizoen 1984-1985 zag Jan bij de indeling voor de bondsteams zijn naam in Caïssa 3. Dat vond hij niets; hij wilde terug bij de ‘oude hap van het vierde’, zoals hij zijn schaakvrienden in dat team noemde. Met een ruil werd zijn verzoek uitgevoerd. Op de jaarvergadering van augustus 1984 was een van de agendapunten een andere organisatievorm van het open Hoorns kampioenschap. Uit de notulen: ,,Het is met name dit punt dat de meeste tongen los maakt en er volgt dan ook een vaak heftige, soms verhitte discussie, waarin gelukkig de komische, maar toch wel serieus bedoelde opmerkingen van Jan Tuinstra voor een bevrijdende lach zorgen.’’

Niet voor niets werd hij gistermiddag in het Uitvaartcentrum Hoorn getypeerd als een ‘ruwe bolster met een heel witte pit’. Hij gaf vaak zijn mening prijs en had tegelijkertijd het hart op de goede plaats. Met zijn karakter gaf Jan kleur aan het verenigingsleven.

Voor Jan Tuinstra was het noteren van schaakpartijen niet de meest geliefde bezigheid. Dat is jammer, want er zijn weinig partijen van hem bewaard gebleven en Jan haalde in zijn lange carrière bij Caïssa en later bij Caïssa-Eenhoorn een behoorlijk niveau. Overigens heeft dat slechte noteren ook een keer voordelig uitgepakt. In een uitwedstrijd van Caïssa 4 tegen MSC 4 viel de vlag van Jans tegenstander voor de 36e zet. Door zijn belabberde notatie kon Jan niet aantonen dat er nog geen 36 zetten waren gespeeld, maar de Helderse spelers maakten er geen punt van en gingen van zijn eerlijkheid uit. De Hoornse ploeg won dat duel met minimaal verschil.

Op 25 november 2014 speelde hij zijn laatste partij bij Caïssa-Eenhoorn. Dat was in de derde ronde van het interne bekertoernooi, met wit tegen Co Buysman. Daar zitten karakteristieke elementen in. Een niet alledaagse opening (a3 op de tweede zet), een goed offensief en gemiste kansen, drie aspecten die kenmerkend voor hem zijn. De zwartspeler ontsnapte met remise dankzij driemaal dezelfde stelling. Jan had toen niet meer de kracht om met de verlenging door te gaan. Hij heeft zo’n negenhonderd partijen voor onze vereniging gespeeld en we hadden hem graag de duizend vol zien maken.