Het derde deel over de verhalen achter de prijzen die door onze clubgenoten Robbert van Dijkhuizen, Joseph Molenaar en Arend Stapel zijn gefotografeerd, gaat over het seizoen 1935-1936. Caïssa wordt kampioen in de hoogste klasse van de Westfriesche Schaakbond.

Drie jaar eerder is de WFSB opgericht. Caïssa (van 15 januari 1922) is tot 1930 de enige schaakvereniging in de regio en neemt ook deel aan de bondscompetitie. KTV (Enkhuizen) en Schaaklust (Andijk) zien dat jaar het levenslicht. In die periode rommelt het binnen de Nederlandsche Schaakbond. De commissaris voor het district Noord-Holland vergeet Caïssa in te delen in de competitie 1931-1932. Het is bovendien, economisch gezien, geen voorspoedige tijd. Kosten maken voor verre uitwedstrijden, weinig Caïssa-spelers zijn er voorstander van.

Resultaat van de ontwikkelingen is dat in de zomer van 1932 de landelijke organisatie een paraplu wordt voor een aantal bonden, onder anderen de Noord-Hollandsche Schaakbond. Caïssa, KTV en Schaaklust voelen veel meer voor regionale wedstrijden en staan – enkele maanden eerder – aan de wieg van de Westfriesche Schaakbond. Caïssa zegt zijn lidmaatschap van de Nederlandsche Schaakbond op.

Op dinsdag 25 oktober 1932 worden de eerste competitiewedstrijden van de Westfriesche Schaakbond gehouden. Twee tientallen van KTV spelen in de Oranjezaal in Enkhuizen tegen twee teams van Caïssa. Eigenaar Ellebroek krijgt de complimenten voor zijn keurige voorbereiding. Groene lakens liggen op de tafels, er zijn uniforme borden waarop alle stukken zijn opgesteld en klokken staan en notatiebiljetten liggen klaar. Beide thuisploegen zegevieren: KTV – Caïssa eindigt in 5½-4½, KTV 2 – Caïssa 2 in 6½-3½. Caïssa wordt toch kampioen, omdat het in Hoorn met 7-3 van KTV wint en Schaaklust tweemaal verslaat. De titel wordt in het seizoen 1933-1934 geprolongeerd, maar Schaaklust voorkomt een trilogie.

En zo komen we aan in de jaargang 1935-1936. De speelzaal van Caïssa is in hotel De Roskam, aan het West en eigendom van de familie Van den Berg. Er is in de huiskamer van het echtpaar een bestuursvergadering – op 10 september – om de jaarvergadering van dinsdag 1 oktober voor te bereiden. Penningmeester Drost laat weten dat het renteloze voorschot van f 35 aan clubgenoot Heideman is terugbetaald. Het batig saldo van de vereniging bedraagt f 75. Bestuurslid Bergsma, bakker van beroep, zorgt voor taart en sigaren om die tijdens de jaarvergadering aan de heer en mevrouw Van den Berg te overhandigen als waardering voor hun medewerking.

Op 1 oktober zijn zeven genodigden aanwezig die zich na afloop aanmelden als lid, waarop een spontane toejuiching volgt. Voorts laat het bestuur weten dat het de arbeidersschaakclub in Hoorn zal vragen zich aan te sluiten bij de WFSB, maar ‘beter ware het tot Caïssa toe te treden daar Hoorn geen plaats voor twee vereenigingen is’.

Het schaakseizoen wordt op 15 oktober met een gongwedstrijd in gang gebracht. Er zijn elf groepen van vier spelers, elke dertig seconden is een gongslag te horen en een partij duurt maximaal veertig minuten. De poulewinnaars zijn J. Bos jr, Jac. Boersma (beiden uit Medemblik), Horjus, Postma (beiden uit Andijk), J. Haring, J. Bergsma, G. Langereis, G. Haring, C. Stam, K. de Vos en dr Drossaart van Dusseldorp (allen uit Hoorn).

Purmerend is op donderdag 24 oktober de sterkste in een vriendschappelijke wedstrijd tegen Caïssa (10½-5½). De Vos ontbreekt, wellicht omdat hij twee dagen later aan 21 borden simultaan geeft in Medemblik. Die happening heeft plaats op initiatief van de Westfriesche Schaakbond met als doel om het oprichten van een schaakclub in het IJsselmeerstadje te stimuleren. Dat lukt; op maandag 28 oktober wordt de Medemblikker Schaakclub opgericht. Niet veel later heet de vereniging A-Z (Aanraken-Zetten) en zal dit seizoen proefdraaien om met ingang van 1936-1937 deel te nemen aan de competitie van de Westfriesche Schaakbond. Ook DIO (Spierdijk) en de Wieringer Schaakclub komen er dan bij, waarmee het deelnemersveld in één klap is verdubbeld.

Want in het seizoen 1935-1936 spelen nog steeds Caïssa, KTV en Schaaklust uit- en thuiswedstrijden tegen elkaar. Schaaklust is op 29 oktober gastheer voor Caïssa dat nog een appeltje te schillen heeft met de Andijkers.

Hieronder het verslag in de Nieuwe Hoornsche Courant van woensdag 30 oktober 1935:

,,De Meiboom te Andijk was gisteravond vol schakers. Nog nooit had in West-Friesland zulk een massakamp plaats en het is een succes voor den Westfrieschen Schaakbond, dat nu onder zijn vaan 68 schakers elkaar partij geven.

De geheel bezette kolfbaan bood een keurigen aanblik toen om ruim acht uur voorzitter Horjus de gasten welkom heette en zijn groote voldoening uitsprak, dat Caïssa met zoovelen gekomen was. Ook oud-voorzitter Uiterdijk was er trotsch op, dat Schaaklust zooveel vreemde schakers kon ontvangen en partij geven. Hij memoreerde den wedstrijd om het wereldkampioenschap en hoopte, dat onze nationale kampioen Euwe wereldkampioen zou worden. Als dan om tien uur de heer Uiterdijk het bekend maakte, dat dr. Euwe de dezen avond gespeelde partij gewonnen heeft, davert het applaus op, even later gevolgd door de mededeeling, dat namens de Andijker en Hoornsche schakers een felicitatietelegram naar den overwinnaar dr. Euwe gezonden wordt.

De wedstrijd tusschen de beide Westfriesche schaakrivalen kenmerkte zich als van ouds door groote spanning.

Het ging in den beginne vrij gelijk op, doch de punten kwamen nog maar schaars binnen. Met het eerste tiental ging het in de opening niet bijster vlot, er waren verschillende spelers, die alle zeilen moesten bijzetten om niet achter te komen. Dr. Drossaart van Dusseldorp maakte spoedig remise, daarna verloor De Vos de kwaliteit en Prikkel gaf toen geen kans meer. De Haringen kwamen daarna met remise; winstpunten voor Caïssa kwamen niet vlot. Van Bergsma echter begon de victorie, daarna volgde Velzeboer en als even daarna Ursem zijn partij ook nog uit het vuur weet te sleepen, zijn we voor het eerste niet bevreesd meer, te meer waar bij de nog aan den gang zijnde partijen geen achterstand is, Stam zelfs zeer goed staat en bij de beslissing voor Stam gewonnen werd verklaard. De partijen Homan-Van der Leek en A. Erkens-Gutter eindigden in remise, zoodat het eerste tiental won met 6½-3½ en daarmede dus revanche genomen heeft voor de nederlaag in het vorige seizoen.

Het tweede tiental kon het niet bolwerken en weer bleek de grootere kracht der Andijkers. Zij werden echter niet zoo in de pan gehakt als vorig seizoen en verloren met 4-6. Voorwaar een goed resultaat. Het oude tiental plus de reserves brachten het tot een gelijk spel. Er schuilen onder de nieuwe leden goede schakers en vele pas aangekomenen zullen wij spoedig omhoog zien komen en het tweede tiental versterken.’’

De totaal uitslag van dezen wedstrijd, Caïssa 17½, Schaaklust 16½ punt, bewijst, dat beide clubs elkaar goed partij gaven en met belangstelling zien wij de returnmatch tegemoet.

De arbitrage was in handen van dr. Drossaart v. Dusseldorp en H. van der Holst. Caïssa had aan de even borden wit.’’

Wat die partij om het wereldkampioenschap betreft, het is de twaalfde in de tweekamp tussen titelverdediger Aleksandr Aljechin en uitdager Max Euwe. De Nederlander verkleint met zijn overwinning zijn achterstand tot 6½-5½ en zal half december de wereldtitel veroveren. Dat inspireert het Hoornsch Revue-Gezelschap – dat tussen beide wereldoorlogen veel succes heeft met toneel- en muziekvoorstellingen – om de revue ‘Helder op’ aan te passen. Er zal een nieuwe scene worden gespeeld. ,,Het geheele toneel zal herschapen zijn in één groot schaakspel’’, staat in de Nieuwe Hoornsche Courant. De kersverse wereldkampioen krijgt een uitnodiging om de voorstelling van dinsdag 28 januari 1936 bij te wonen. Er gaan bovendien invitaties naar Caïssa en schaakclubs uit de omgeving van Hoorn. In de recensies wordt overigens niets over de aanwezigheid van Euwe geschreven.

Ondertussen gaat Caïssa na de jaarwisseling door met winnen. KTV wordt de grootste concurrent, maar is op 6 januari in hotel De Valk niet bij machte het de thuisploeg moeilijk te maken. Van het Hoornse tiental is Jac. Haring (inderdaad, de grootmeester in het componeren van probleemstellingen) de enige die verliest door in het eindspel onnodig zijn pionnen te verspelen. Er zijn voor Caïssa vijf winstpartijen, bij vier remises.

Een dikke maand later, op 11 februari, moet Caïssa in dezelfde speelzaal een gelijkspel toestaan aan Schaaklust. Dat betekent dat in de slotwedstrijd, bij KTV, 5-5 voldoende is voor de titel. De koploper doet meer dan dat en zegeviert opnieuw: 4-6. Als kampioen krijgt Caïssa een lauwertak.

Op de lauwertak rechts staat onderaan vermeld: 'WFSB 1e prijs 1e TIENTAL 1935-'36'. De lauwertak links heeft Caïssa gewonnen dankzij de tweede plaats een seizoen eerder.

De volgende spelers – in bordvolgorde – zorgen voor het succes: W. Hart 3-1, K. de Vos 4-2, P. Velzeboer 4-3½, J. Bergsma 4-3, J. Haring 3-1½, F. Homan 4-2½, C. Stam 3-2, C. Ursem 3-2½, G. Haring 3-2, A. Erkens 4-1½; invallers: dr C. Drossaart van Dusseldorp 1-½, B. van Wees 2-1, H. Andreae 1-½, W. Aaij 1-1.