Overdenkingen van een schaakliefhebber

Een nieuw seizoen, een nieuwe rubriek. In de laatste week van elke maand staan op de website van Caïssa-Eenhoorn de ‘Overdenkingen van een schaakliefhebber’. Geen wedstrijdverslag of partijanalyse, maar een verschuiving van het nadenken boven het bord naar het nadenken over andere onderwerpen.

dsc_0293

Al een aantal jaren houd ik mij bezig met de geschiedenis van het regionale schaken. Maar die schaakhistorische zoektocht blijft niet beperkt tot Hoorn of Westfriesland. Het hele gebied van de Noordhollandse Schaakbond hoort daar ook bij, omdat spelers, clubs, wedstrijden en ontwikkelingen binnen de NHSB-grenzen met elkaar te maken hebben. Bovendien zijn er tot op zekere hoogte weinig verschillen tussen de schaakbeleving in het Overveen van zo’n tachtig jaar geleden en Venhuizen in diezelfde periode; om maar eens twee ver uiteen gelegen dorpen te noemen. De sfeer bij een ‘schaakvereeniging’ in Julianadorp zal niet veel anders zijn geweest dan de sfeer bij een club in Berkhout.

Is er zo vlak voor het begin van alweer een nieuw seizoen in een kleine honderd jaar veel veranderd? De afgelopen dagen heb ik mij verdiept in de schaakclub Rolland dat van 1937 tot en met 1968 heeft bestaan. Aan de zuidkant van Overveen (Haarlem-West) ligt het Ramplaankwartier, vernoemd naar de regentenfamilie Ramp. Die had een paar honderd jaar het huis Rolland – dat in de nabije omgeving stond – in bezit. De buurtvereeniging Ramplaankwartier telde enkele leden die schaakliefhebbers waren en op 14 oktober 1937 richtten zij de schaakclub Ramplaankwartier op; tijdens de jaarvergadering van 7 september 1939 werd de naam in schaakclub Rolland veranderd.

Een paar maanden voor die naamsverandering had secretaris Kos in de ‘Officieele Mededeelingen Buurtvereeniging Ramplaankwartier’, een rubriek in het Bloemendaalsch Weekblad, het volgende geschreven.
Aan alle bewoners van het Ramplaankwartier!
,,Ons schoone spel heeft een band gelegd van gastvrijheid, vriendschap en onderlinge waardeering tusschen alle schaakspelers der wereld.’’
W. A. T. Schelfhout.
Bovenstaande woorden vielen mij op in een schaakrubriek (HD). In verband met onze ledenwerfcampagne achtte ik het nuttig deze waarheid eens verder onder de aandacht te brengen. Dat hetgeen de heer Schelfhout geschreven heeft niet alleen maar een fraaie leuze is, kan een ieder schaker begrijpen, mits… men geen absolute thuisschaker is. Er valt toch immers direct uit te concludeeren dat een dergelijke band tusschen een zeer groot aantal menschen niet gevormd kan worden, wanneer alleen tegen buurman A of vriend B eens een partij schaak gespeeld wordt!
Men zou hier of daar eens kunnen aanbellen en vragen of mijnheer misschien idee heeft een partijtje schaak te spelen, maar u voelt wel dat zoo iets niet gaat. Nu is dat ook heelemaal niet noodig, immers door lid te worden van een club, welke het schaakspel op de meest aangename manier beoefent, bent u daar waar u wezen wilt. En die club is er inderdaad, n.l. de schaakclub Ramplaankwartier.
In de eerste plaats vindt u daar een sfeer van vriendschappelijkheid tusschen een aantal menschen van zeer uiteenloopenden aard en leeftijd. In de tweede plaats is het u nu mogelijk wat voordien moeilijk te verwezenlijken was, n.l. het spelen tegen al deze personen. Om dien kring nog grooter te maken, worden zoo nu en dan wedstrijden georganiseerd tegen andere clubs, waardoor we dus weder een stapje dichterbij komen.
Om dan niet te vergeten de ‘spanning’, welke nu eenmaal in iederen wedstrijd een groote rol speelt. Of dat nu onderling is dan wel met z’n allen tegen eenzelfde aantal van een anderen vereeniging. Daarnaast doet zich nog het feit voor dat ge door al die verschillende partijen uw spelpeil zeker hooger opvoert. En wat is nu per slot van rekening prettiger dan een bepaalde sport zoo goed mogelijk te kunnen beoefenen.
U ziet dus dat er zich vele aanlokkelijke zijden bevinden aan het lidmaatschap van de schaakclub. Ons parool is ‘Ieder schaker uit onze buurt in de schaakclub Ramplaankwartier’.
Wanneer u door middel van uw ontspanning een steentje bij kunt dragen om te komen tot de doelstelling van werkelijke waardeering en vriendschap in de omgeving waarin wij wonen, dan meen ik toch niet te veel te zeggen door te beweren dat in dit feit op zichzelf al een groote verdienste zit opgesloten. Wenscht u dus de a.s. competitie mee te spelen, verzuimt u dan niet hiervan opgave te doen. Laat uitstel geen afstel worden. Doe het nu, want wie bij Ramplaankwartier schaken gaat komt nooit te vroeg, doch steeds te laat!

Verander de naam van de wijk in Bangert en Oosterpolder en Ramplaankwartier in Caïssa-Eenhoorn en we kunnen deze vlammende tekst zo weer gebruiken.
Wie bij Caïssa-Eenhoorn schaken gaat,
komt nooit te vroeg doch steeds te laat.

P.S.: Die zomerse ledenwerfcampagne van Ramplaankwartier was overigens succesvol. In juni 1939 telde de club zo’n tien leden, in september 1939 waren dat er 25.

 

1 thought on “Overdenkingen van een schaakliefhebber

  1. Beste Co,
    De tekst van het Rampplankwartier is me uit het hart gegrepen.
    De sfeer die daar wordt beschreven heerst ook bij het lente toernooi van de veteranen die ieder jaar in Hoorn -al 15 jaar- wordt georganiseerd. Hier gaat het om praktisch alle schaakclubs in West-Friesland. Er zijn 88 deelnemers waarvan een groot deel minstens 5 jaar al meedoet. Een ontmoeting van vrienden en bekenden in een uiterst gezellige en ontspannen sfeer. Men kijkt nu al reikhalzend naar het toernooi in 2018.

Reacties zijn gesloten.