Caïssa-Eenhoorn keurig in middenmoot

Caïssa-Eenhoorn kan ondanks de 4½-5½ nederlaag tegen DSC positief terugblikken op de bondscompetitie 2018-2019. De rentree in de landelijke eerste klasse wordt gevierd met een klassering in de middenmoot. Hoewel de ploeg in de slotwedstrijd minimaal 3½ bordpunt moet verzamelen om veilig te zijn, is het tiental van teamleider Tom Balla nooit in de problemen geweest. Daar hebben de goede start en de cruciale thuiszege op ASV voor gezorgd.

Martijn Monteban noteert zijn uitslag en heeft met zijn zege op Ioana-Smaranda Pădurariu Caïssa-Eenhoorn in veilige haven gebracht.

Komend seizoen begint Caïssa-Eenhoorn voor de tiende keer als eersteklasser. En mag zich eigenlijk voor het eerst als enige een Noord-Hollandse hoogvlieger noemen. Als we de Haarlemse buitencategorie (Kennemer Combinatie, HWP) niet meetellen, is het de topploeg van het NHSB-gebied. Purmerend is na een verblijf van achttien jaar naar de tweede klasse gedegradeerd. De Waagtoren (met onder meer topspeler Yong Hoon de Rover) mist op het nippertje het kampioenschap en blijft tweedeklasser. Dat laatste geldt ook voor De Wijker Toren (met Hing Ting Lai) en Santpoort (met grootmeester Harmen Jonkman).

Een aardig detail is dat liefst zeven spelers die in 2004-2005 het eerste seizoen in de eerste klasse hebben meegemaakt, tegen DSC ook actief zijn: Ron Deen, Peter Doggers, Jeroen Edeling, Alexander Geerts, Martijn Monteban, Mark van Ojik en Daan Zult. De zaterdag afwezige Henk-Jan Visser was er veertien jaar geleden eveneens bij, net als Sjors Broersen, Arjon Buikstra en Joseph Molenaar. De meeste als basiskrachten destijds, de anderen als invallers. En in dat rijtje hoort natuurlijk ook Jerrel Thakoerdien, clubgenoot sinds mensenheugenis en zaterdag supporter en assistent-teamleider.

Die homogeniteit, gecombineerd met succesvolle versterkingen (Arlette van Weersel, Misja Dorokhin, Arne Moll, Farhad Mukhtarov, Gilbert Vrancken), heeft veel mooie momenten opgeleverd. Caïssa-Eenhoorn behoort tot de beste dertig clubs van Nederland en dat betekent dat er veel aantrekkelijke wedstrijden zijn en worden gespeeld. Buiten De Kreek en in De Kreek. Zo konden we dit seizoen Nederlands kampioen Sergej Tiviakov welkom heten.

In het slotakkoord van de bondscompetitie is DSC – de ploeg uit Delft speelt met zes titelhouders in de gelederen – een tikkeltje te sterk. Peter Doggers voltooit een evenwichtig rijtje: 0-½-0-½-0-½. Tegen Gert Legemaat komt de Franse ruilvariant op het bord, waar zwart kortstondig dubbelpionnen op de a- en c-lijn aan overhoudt. De stelling wordt snel vereenvoudigd door veel lichte stukken af te ruilen om op de zestiende zet de remise met een handdruk te bezegelen.

 

De topborden stuiten op zware tegenstand. Jeroen Edeling moet al snel een aanval van David van Kerkhof via de open d-lijn afslaan. Die kan hij pareren met 17. Lf1, maar wit kiest voor pionnenruil op b6 en behoudt een goede stelling. Wel kan de Delftse dame naar het witte veld b5 om daar als steunpilaar op de achtergrond te fungeren. Het gaat na een stukoffer van de FM-speler mis voor Jeroen. Dat pakt hij verkeerd aan, waardoor zijn opponent ineens een matdreiging heeft.

 

Invaller Mark van Ojik neemt het met zwart op tegen internationaal meester Joost Michielsen. De oud-speler van Utrecht, waar hij in een kleine honderd meesterklassepartijen actief is geweest, denkt aan aanvalsplannen op de koningsvleugel. Caïssa-Eenhoorns invaller kiest voor het inperken van de paardenactiviteit aldaar in plaats van het winnen van een centrumpion en dat is de beste voortzetting. Als een zwarte pion op e5 wordt bestookt, slaat plotseling de vlam in de pan. De pion is niet te redden en de opengevallen stelling biedt voordelen voor wit die de kleine kwaliteit achter staat en met zijn overgebleven stukken (dame, toren, loper) alsnog zijn sterke aanval op de koningsvleugel krijgt.

 

Misja Dorokhin haalt de Bird-opening (1. f4) uit de kooi. Chiel van Oosterom (IM, oud-meesterklasser bij LSG en Utrecht) antwoordt met synchrone zetten en gaat aanvankelijk gelijk op. Met 20. Lc3 lokt wit de zwarte dame uit haar tent en dat levert hem pionwinst op a5 op. De witspeler kan op drie manieren een ruil op d2 beantwoorden en besluit tot de minst sterke. Dat kost hem zijn voorsprong en uiteindelijk belanden beiden in een dame-eindspel met paard. Na dameruil zit er niet meer dan remise aan. Misja geeft zijn paard om de laatste zwarte pionnen op te ruimen, maar ook zijn overgebleven pionnen zullen het niet redden en na 44 zetten kan de tweede remise worden genoteerd: 1-3.

 

Alexander Geerts verslaat Lisa Hortensius en brengt zijn seizoentotaal op vier bordpunten, zijn hoogste ooit in de eerste klasse en zijn hoogste als eersteteamspeler sinds 2001, toen uitkomend in 2B. In een Scheveninger rokeert de witspeelster lang en besluit haar opponent om helemaal niet te rokeren. Zwart zorgt voor druk op de half open c-lijn, terwijl een Delfts paard op a4 in de problemen zit. Wit kan het stuk op het nippertje redden, maar haar verdediging vertoont zwakke plekken (veld c3, gepende pion op c2, voor de koning geen ontsnappingsroute naar b1). Na een ruil van de meeste witte stukken stuit Alexander nog even op pittige tegenstand. Met 28. … b3 belandt hij op de weg naar succes en even later beseft de DSC-speelster dat ze de partij niet kan redden.

 

Aankomend clubkampioen Gijs Leene maakt zijn debuut in Caïssa-Eenhoorn 1. Dit en vorig seizoen heeft hij drie invalbeurten gemaakt in CE 2 en daaruit 2½ punt gepakt. Intern is Gijs, bij onze club actief vanaf het najaar van 2016, de man in vorm en zijn progressie duurt voort. Maar schaken in de landelijke eerste klasse is van een andere orde. In een gelijkwaardige stelling verliest hij, spelend aan het tiende bord, zijn a-pion en meteen trekt Ted Barendse ten aanval. Tussen de bedrijven door wordt veel geruild en in een toreneindspel met een Delfts paard contra een Hoornse loper staat zwart op basis van zijn pionnenmeerderheid gewonnen. Een uiterste poging tot een mataanval mislukt, omdat het paard precies op tijd het belangrijkste veld (h8) kan verdedigen. Er promoveert een pion op a1 en niet veel later heeft de zwartspeler de matzet te pakken: 2-4.

 

Farhad Mukhtarov brengt de spanning terug met een keurige en geduldige zege op Bob Voogt. Na negentien zetten beschikken beide spelers over het zware materiaal en lopers van ongelijke kleur en is het vooral manoeuvreren naar de beste velden. De witte pionnen op de damevleugel zijn meer opgeschoven dan de zwarte en dat is voor de Caïssa-Eenhoorn-speler een belangrijk pluspunt, als er een promotierace volgt tussen zijn a- en de Delftse b-pion. Het geven van de kwaliteit helpt zwart niet. De b-pion valt, de a-pion kan alleen ten koste van dameverlies worden tegengehouden.

 

Het om en om scoren door beide tientallen wordt voorgezet door DSC dat via Joost van Ruitenburg succes heeft. Wit heeft tegen Ron Deen de Trompowsky-aanval ingezet, als Trompowsky-liefhebber en Caïssa-Eenhoorn-supporter Fred Avis binnenloopt. De aanval zelf levert niets op, want Ron geeft sterk tegengas. Zwart kan zelfs licht voordeel verkrijgen door zijn dubbelpion op de f-lijn op te lossen met 21. … fxg4, maar dat gebeurt met 23. exf4 en dan is de balans hersteld. Als een Hoorns pionnenoffensief op de damevleugel wordt gestuit, begint het er zorgelijk uit te zien. De Caïssa-Eenhoorn-speler komt evenwel knap terug, al blijft de positie van zijn koning problematisch. Een loper op f8 staat in de penning en veld g7 wordt afgedekt door een witte pion. Als Ron gaat forceren, kan zijn opponent de kwaliteit geven voor een mat in twee: 3-5.

 

Alleen bij hele gekke uitslagen, in de orde van grootte van 8-2, 9-1 of 10-0, kan Caïssa-Eenhoorn degraderen, als het zelf drie of minder bordpunten pakt. Bij 3½ is de ploeg veilig en teamtopscorer Martijn Monteban verschaft zekerheid over het eersteklasserschap. Ioana-Smaranda Pădurariu biedt overigens taai tegenstand. Na twintig zetten zijn alle torens van het bord verdwenen alsmede een bord en loper van beiden en is de stelling volledig in evenwicht. De dames worden geruild en nog altijd is de afloop onzeker. Dat verandert als Martijns koning iets eerder naar het centrum gaat dan de witte monarch. De strijd verplaatst zich naar de damevleugel, waar de witspeelster een fractie minder geduld heeft en met 49. b5 de controle van veld c5 overdraagt aan haar opponent. De uitkomst is funest voor de DSC-speelster. Zwart kan afwikkelen naar een stelling met zijn paard plus vrijpion op de b-lijn contra een machteloze loper. Aan dat ongelijke gevecht begint ze niet.

 

Aan het eerste bord mag Daan Zult proberen een gelijkspel uit het vuur te slepen. Tegen Dennis Ruijgrok bereikt hij snel voordeel. Op de koningsvleugel heeft wit problemen met een goede positie voor zijn dame en dat kost hem de kwaliteit. De lange rokade van zijn opponent helpt de DSC-speler om terug in de partij te komen. Een zwarte loper op e7 mist zo een verdediger en door een paardvork verspeelt Daan het stuk. In een eindspel van toren tegen twee lichte stukken moet de Caïssa-Eenhoorn-routinier vechten voor remise. Hij plaatst zijn koning op een mooi centraal veld, terwijl de toren op de h-lijn kan verhinderen dat een vrijpion op h6 opschuift. Na een flink aantal schaakjes van Daan wordt de vrede getekend. De uitslag brengt Caïssa-Eenhoorn in de eindstand op een keurige zesde plaats.