Op vrijdag 4 maart 2011 heeft Caïssa 5 een uitwedstrijd tegen Vredeburg 2. De afgelopen donderdag overleden Rob Bouwman is eerstebordspeler, maar wil zijn taak als jeugdleider niet verzuimen en zegt af. Het kost teamleider Gerrit van der Hoff veel moeite om een invaller te vinden en uiteindelijk gaat de 15-jarige Robbert van Dijkhuizen mee naar Limmen. Daar zit een zekere symboliek in. Rob heeft – net als Robbert later – zich ontelbare uren ingezet voor de jeugd van onze vereniging.
Zijn eerste kennismaking met de Hoornse schaakvereniging is in het najaar van 1989. Op 2 september is in het winkelcentrum De Huesmolen een verenigingsmarkt en de kraam van Caïssa trekt veel belangstellenden. Drie dagen later merkt de club het resultaat. Op de eerste avond van het nieuwe seizoen wordt een snelschaaktoernooi voor teams gehouden en wedstrijdleider Gerard Groot ziet veel nieuwe gezichten. Rob is een van de nieuwkomers en krijgt een plaats in de ploeg van De Ingesloten Dames. Met vijf uit vijf kroont hij zich, met Fred Avis, tot topscorer van de avond.
Aan de eerste clubronde, op 12 september, doen drie herintreders mee en zes debutanten. Rob begint zijn Caïssa-carrière tegen Rob Thijssing. Het is de eerste van in totaal 460 partijen. Daar komen ook nog eens 126 partijen voor de bondscompetitie bij. De vereniging heeft een groot schaakliefhebber in huis; Rob mist in dat eerste seizoen slechts twee dinsdagavonden.
Hij wordt meer dan een schaakliefhebber. Rob ontpopt zich ook als een clubman. Als in 1991 Caïssa 4 een teamleider nodig heeft, steekt Rob zijn vinger op. Hij schrijft verslagen voor het clubblad en is nog voor de millenniumwisseling nauw betrokken bij de jeugdafdeling. In september 1997 is het aantal jongens en meisjes gestegen van 22 naar 35 en de club heeft behoefte aan trainers. Rob neemt de Stap 2-kinderen onder zijn hoede.
Het blijft niet bij het werken met de leerboeken. Hij gaat de jeugd begeleiden bij regionale en nationale kampioenschappen, zoals het NK voor E-teams – tot en met 10 jaar – in Naaldwijk.
En er zijn evenementen in de eigen omgeving. De NHSB-jeugdkampioenschappen in Hoorn, het Westfries jeugdkampioenschap gedurende de laatste dagen van het jaar, het Deen-jeugdtoernooi van Caïssa, later het Bischoff-toernooi van Caïssa-Eenhoorn, Rob is steeds betrokken bij de organisatie. In de zomer van 2012 gaan Caïssa en HSV De Eenhoorn samen, maar al ruim voor de fusie ziet hij het belang van een goede samenwerking tussen de beide jeugdafdelingen.
Rob Bouwman is een ambassadeur voor het jeugdschaken in Hoorn en als schaker een lastige opponent. Hij scoort vaak vijftig procent – en soms iets hoger – en eindigt bijna steeds in de bovenste helft van de ranglijst, met de veertiende plaats in 2003 als hoogste klassering. Gaandeweg worden de resultaten minder belangrijk en gaat het hem gewoon om het spelletje. Halverwege de jaren negentig helpt hij Dirk Beemster mee bij zijn befaamde rapid-, snelschaak- en teamtoernooien. Dirk is oprichter van de Hoornse donderdagmiddagschaakvereniging De Vuurtoren en steeds vaker komt ook Rob, tussen half twee en vijf uur, langs. Rob ontdekt de sfeer van het NHSB-lenteveteranenkampioenschap, dat jarenlang in verpleeghuis Lindendael wordt gehouden. In 2011 maakt hij daar zijn debuut en zal zeven keer meedoen.
Voor een schaker is een van de leukste manieren om te overzomeren het Rapid 1620-toernooi. Het is mijn mooiste herinnering aan Rob, de bedenker van deze unieke achtkamp. Tussen het einde van een clubseizoen en het begin van het volgende gaapt een gat van zo’n drie maanden (juni, juli, augustus) en in 1992 komt Rob op het idee van het 1620-toernooi. De opzet is eenvoudig: een dubbelrondige achtkamp voor clubgenoten van ongeveer gelijke sterkte. In eerste instantie staat het getal voor de postcode – hetgeen betekent dat de schakers dicht bij elkaar wonen – en later geldt het ook min of meer voor hun rating. Rob nodigt de deelnemers uit en stelt het programma samen, rekening houdend met vakantiedata. Alle partijen worden bij de witspeler thuis gespeeld, meestal ’s avonds. Het tempo bedraagt 25 minuten en per duel hebben beide schaakliefhebbers de witte en zwarte stukken. Uiteindelijk gaat het om het totaal aan bordpunten, dat is beslissend. Maar het belangrijkste is: acht plezierige schaakavonden in een schaakloze periode. Acht! Jazeker, want na het toernooi plant Rob steeds een gezellig slot, vaak in een restaurant, om die ene prijs (voor de winnaar) uit te reiken.
Gezelligheid, sfeer, ze staan voorop, al vindt hij wel dat er ergens om gespeeld moet worden. In het jeugdseizoen 2011-2012 strijden in het voorjaar de kinderen van Stap 3, 4 en 5 om de clubtitel. Jeugdtrainer Rob stelt een extra prijs beschikbaar. Als een jongen of meisje een partij van een hogere Stap-speler wint, verdient hij of zij een zakje chips. Heel verrassend wordt Marijn Smith – of all names – kampioen; een Stap 3-speler. Het wordt een ‘duur’ kampioenschap voor Rob.
Ik heb goed herinneringen aan Rob. Zoals Co schrijft hij was een drijvende kracht achter het jeugdschaken.