Midzomerschaak in Bovenkarspel: 1924-2024

Het Midzomertoernooi in Bovenkarspel – dat momenteel net over de helft is – mag op een vaste schare deelnemers rekenen, maar breekt dit jaar alle records. Tot nu toe zijn liefst 42 schaakliefhebbers actief geweest in het Vereenigingsgebouw Tuf; als je zin hebt, kun je gewoon aanschuiven en er wordt door organisator Nico Weel voor jou een partij gepland. Het oude record (35) stamt uit 2019. Er zijn schakers met Albanese, Oekraïense, Syrische en Muider Schaakkring-roots en Caïssa-Eenhoorn is met elf man opgekomen. Ook niet eerder gebeurd.

De achtste ronde van het Midzomertoernooi is begonnen. Ditmaal zestien partijen. Niet eerder is het zo druk geweest in het Vereenigingsgebouw Tuf in Bovenkarspel.

Er wordt dus in de zomerperiode druk geschaakt in Bovenkarspel en grappig genoeg was dat precies honderd jaar geleden eveneens het geval. We gaan terug in de tijd met het Noord-Hollandsch Dagblad, een voorzetting van het katholieke Ons Blad en geen voorganger van het huidige NHD. In januari 1923 begint de krant met een schaakrubriek. Een van de vaste onderdelen is een probleemstelling en bij de eerste oplossers zitten onder meer J. Groskamp en F. Schouten uit Oosterblokker en N.J. de Boer uit Bovenkarspel. De schaakredacteur – vermoedelijk een speler van VVV uit Alkmaar – organiseert ook meteen een correspondentiewedstrijd tegen hem en negen lezers reageren. Drie stoppen er overigens snel mee, de overige zes spelen een partij waarbij de zetten per post worden opgestuurd. Vier man winnen: de van Hoorn naar Limmen verhuisde G. Meijer, H. en S. Schilder uit de Wogmeer en N.J. de Boer.

Het smaakt kennelijk naar meer, want op verzoek van de lezers komt er een jaar later een correspondentiewedstrijd met partijen tussen de lezers zelf. Die trekt twintig deelnemers. En daar begint het Bovenkarspelse midzomerschaak van 1924. Liefst zeven man uit het Westfriese dorp doen mee: A. de Boer, N. de Boer, P. de Boer, P. Bos, G. Kok, D. Koster en P. Koster. P. de Wit uit Grootebroek heeft zich aangemeld, evenals veel schaakliefhebbers uit Alkmaar en Heerhugowaard. ,,Wij hebben de spelers gepaard naar de meening die wij ons over hun sterkte gevormd hebben’’, schrijft de schaakredacteur bij de start. Er wordt geloot om de kleur. In het Noord-Hollandsch Dagblad van zaterdag 24 mei verschijnen de openingszetten van de tien partijen.

De aankondiging in het Noord-Hollandsch Dagblad van 4 april 1924.

In de schaakrubriek van 24 mei 1924 worden de tien openingszetten vermeld.

Bij het trio De Boer gaat het mogelijk om de broers Adrianus (bijna 19 jaar), Nicolaas (22 jaar) en Petrus (die een dag later zijn 18e verjaardag viert). Ze zijn in het seizoen 1924-1925 lid van de Bovenkarspelse schaakclub Dimda dat tweemaal een vriendschappelijke wedstrijd tegen Caïssa speelt. P. Bos en D. en P. Koster alsmede P. de Wit maken eveneens deel uit van de ploeg, die in Hoorn met 2-4 verliest en in eigen huis met 1-6. Negen van de tien correspondentiepartijen duren meer dan een jaar en alle Bovenkarspelers doen daarom ook in 1925 aan midzomerschaak.

De schakers pakken de borden in een computerloos tijdperk en er worden in die tijd geen cursussen gehouden. Bovendien zijn er weinig schaakboeken en de vraag is of de meeste spelers zich uren bezighouden met theorie en zich verdiepen in de opening, het midden- en het eindspel. Westfriesland heeft nauwelijks schaakverenigingen en al evenmin vriendschappelijke wedstrijden en toernooien. Praktijkspel wordt beoefend in de vorm van onderlinge partijen. Je kunt daarom het niveau van toen niet vergelijken met het niveau van honderd jaar later. Wel komt de schaakredacteur van het Noord-Hollandsch Dagblad met een tip en een waarschuwing. ,,Flink aanpakken en bedachtzaam spelen! Zij die wel eens per correspondentie speelden, weten wel dat er op deze wijze sterker gespeeld wordt dan voor ’t bord, waar valletjes en andere listigheidjes nog wel eens opgeld doen. Laat dit voor de anderen een vingerwijzing zijn.’’

Schakend Alkmaar is verder dan schakend Westfriesland. VVV, opgericht in 1906, is een gerenommeerde club. Het doet mee aan de bondscompetitie, speelt regelmatig vriendschappelijke wedstrijden en heeft een rijke ervaring in het organiseren van toernooien. Vijf Bovenkarspelse correspondentieschakers stuiten op een Alkmaarse opponent. Alleen P. Koster wint, terwijl P. Bos remise speelt.

Koster neemt het op tegen J. Raves, lid van APS. Waarschijnlijk gaat het om de schaakclub van het Aloysius-patronaat. Ten behoeve van de opvoeding van jongens na hun lagereschooltijd wilde de Sint Laurentiusparochie een patronaatsgebouw en dat is in het najaar van 1913 geopend. In het seizoen 1923-1924 wordt er een schaakcompetitie voor elf jongeren, die met wit en zwart elkaar treffen, georganiseerd. Raves eindigt op de vijfde plaats. Tegen de Bovenkarspeler zadelt hij zichzelf op met een wat mindere stelling. De stukken van P. Koster zijn actiever en in een toreneindspel met een sterke loper conta een zwak Alkmaars paard levert dat pionwinst op. Zwart snoept nog een tweede pion mee, ruilt de torens en mag een kleine anderhalf jaar na de openingszet in de krant lezen dat zijn opponent op de 31e zet opgeeft.

In het Noord-Hollandsch Dagblad van 3 oktober 1925 is te lezen dat P.A. Koster uit Bovenkarspel zijn partij heeft gewonnen.

P. Bos heeft wit tegen J. Versluis, een onbekende Alkmaarse schaakliefhebber. Bos besluit al snel tot een klassiek loperoffer: op f7. Dat is niet correct, maar hij speelt heel actief en wint na een foutje van zwart de kwaliteit terug. Na een dubieus paardoffer van Versluis staat de Bovenkarspeler zelfs gewonnen. De witspeler blundert op zijn beurt en geeft een paard weg, waarna enkele zetten later tot remise wordt besloten.

De bekendmaking van de remise van P. Bos in de schaakrubriek van 11 september 1925. In het zinnetje erboven worden de twee oplossers van probleem 84 (een eindspelstudie) genoemd.

P. de Boer heeft pech. Hij is gekoppeld aan G. Schilder, een van de betere spelers van APS. De Bovenkarspelse correspondentieschaker wint al in de opening een pion en kijkt tegen een goede stelling aan, als zijn zet 8. d4 geen antwoord krijgt. Zijn opponent is overleden. Ferdinand Laas neemt de plaats van Schilder over, wellicht op verzoek van de schaakredacteur. Laas is een toptienspeler van VVV en een bekende in de Noord-Hollandse schaakwereld. Hij is sterker dan zijn voorganger, al moet de Alkmaarder wel eerst een tweede pionverlies incasseren. De zwartspeler profiteert van een foutje van P. de Boer – die onnodig een pion teruggeeft – en bouwt vervolgens aan een sterke stelling. Het eindspel van wit is zwak en dat kost hem de partij. Een paar maand later viert VVV het 20-jarig bestaan met een vierkampentoernooi en daarin verliest Ferdinand Laas als eersteklassespeler en met klassiek tempo van Koen de Vos, vice-voorzitter van Caïssa.

 

N. de Boer speelt met zwart tegen G. Meijer. Het kan om onderwijzer Gerardus Meijer gaan. De in Hoorn wonende schaakliefhebber wordt begin 1895, dan net 32 jaar, benoemd tot hoofd van de lagere school in Limmen en verhuist naar het bloemendorp. Gedurende een eeuw (globaal de periode 1900-2000) zijn er overigens veel leerkrachten geweest die schaakten. De Bovenkarspeler offert al in de opening een paard voor twee pionnen. Er wordt vlot en veel geruild, waardoor na negentien zetten zwart een loper als enige stuk heeft en Meijer een loper (van de andere kleur) met paard. De Limmenaar trekt vervolgens overtuigend de winst naar zich toe.

 

Op een laat moment hebben drie Heerhugowaarders zich opgegeven voor de correspondentiewedstrijd en P. Beers wordt de opponent voor A. de Boer. Met wit kiest de Bovenkarspeler voor het Evans-gambiet, waaruit blijkt dat hij wel iets weet van schaakopeningen. Het stond ook in het repertoire van wereldtoppers als Adolf Anderssen, Paul Morphy, Wilhelm Steinitz en Johann Zukertort. De Westfriese vervolgt echter niet met het gebruikelijke 7. d4, maar met 7. d3. Het voordeel van ontwikkelingsvoorsprong valt weg en aansluitend rekent hij een loperoffer niet goed door en verliest snel veel materiaal. En daarmee de partij.

 

De een na kortste Bovenkarspelse correspondentiepartij spelen G. Kok en de onbekende Alkmaarder Ch. van Weijnsbergen. Op 5 juni 1925 is de zwartspeler twee zetten van mat verwijderd. Daar ziet het lange tijd niet naar uit. De Dimda-schaker zet zijn wat passief reagerende opponent op de damevleugel onder druk, maar houdt hem zelf in de race door de stelling op de andere flank een open karakter te geven. Van Weijnsbergen slaat toe, als zwart een onverdedigde loper op e7 heeft. In enkele zetten staat Kok in een eindspel met dame en toren verloren.

 

D. Koster stuit met Nicolaas Termaat op een talentvolle deelnemer. De jonge Alkmaarder – hij zal op 21 september 1924 zijn vijftiende verjaardag vieren – is op weg om een van de beste VVV-spelers te worden en geniet later nationale en internationale bekendheid als componist van probleemstellingen. Tegen de Bovenkarspelse schaker komt hij goed weg, want al snel staat zwart verloren. Wit mist echter het sterke Df3 die hij verschillende keren kan spelen. Daarna geeft Koster kort achter elkaar twee stukken weg en hoewel het verzet pas in de krant van 23 oktober 1925 wordt gestaakt, is de partij qua zetten (24) de op een na kortste van de tien correspondentiepartijen.

 

Voor één Bovenkarspeler blijft het midzomerschaak niet beperkt tot het spelen van een correspondentiepartij. N. de Boer houdt zich – net als A. en P. de Boer – ook bezig met de schaakproblematiek en verdiept zich in het componeren van problemen. Verschillende composities verschijnen in 1924 in het Noord-Hollandsch Dagblad. Zijn beide naamgenoten sturen alleen oplossingen in.

Anno 2024 wordt die tak van de schaaksport in Westfriesland nauwelijks beoefend en houden de schaakliefhebbers in de regio zich vooral met de praktijk bezig: het spelen van partijen. Nadat eerdere activiteiten in Andijk (het viertallentoernooi van Schaaklust) en in Hoogkarspel (het oliebollenschaak van Torenhoog) flink in de belangstelling stonden, sluit Bovenkarspel daar bij aan. ,,We redden het maar net met de klokken’’, waren historische woorden van Nico Weel op de openingsavond van het Midzomertoernooi, toen hij schrok van de hoge opkomst. Liefst vijftien partijen moest hij plannen en dat deed hij, en doet hij nog steeds, in samenwerking met een computer. Er zijn handgeschreven kaarten (voor iedere speler één), maar de stand van zaken is op een laptop te zien. De te vroeg overleden Vincent Duin, jaren betrokken bij de organisatie, kan zijn enorme kennis op dit terrein niet meer inzetten.

Onze vereniging werd vaak mondjesmaat vertegenwoordigd in het Westfriese dorp. In de jaren voor corona hebben Joey, Seréyo en Roy Bekkink, Jeroen Brandsma, Erwin Brouwer, Bas Dudink, Sam Sival, Wouter Strating, Frank Tieken, Arnold van der Wolff en schrijver dezes wel eens – of meerdere keren – meegedaan. Een elftal namen in pakweg een kwart eeuw en nu in één klap elf namen: Nizar Alayoubi, Boris en Harry de Best, Co Buysman, Sjoerd Kelder, Abel Romkes, Rik Slaman, Renzo Snel, Alex Swart, Arnold van der Wolff en Jamal Zyat.

Of in dat elftal de winnaar zit? Die kans is niet zo groot. De ranglijst van het Midzomertoernooi, op alle woensdagavonden in juni, juli en augustus wordt gespeeld, krijgt via een speciale midzomerformule vorm. Bij een opponent met dezelfde rating is de midzomerscore 0,5. Winst levert zes midzomerpunten op: 10 x 0,5 plus het punt voor het winnen van de partij. Verlies betekent 10 x -0,5, ofwel min vijf midzomerpunten. Bij verschil in rating verandert de midzomerscore. Zo wint Bert Spil (1893) in de zesde ronde van Henri Stouten (1754), bij een midzomerscore van 0,313. Bert verdient 4,13 punt (10 x 0,313 plus het partijpunt), Henri verliest 3,13 punt. Spelers met een lage(re) rating kunnen bij succes zo een flink aantal midzomerpunten veroveren en kost een nederlaag tegen een sterke deelnemer bijna niets.

In tegenstelling tot de schaakredacteur van het Noord-Hollandsch Dagblad, die eenmalig een indeling moest maken, bepaalt wedstrijdleider Nico Weel wekelijks de partijen. Toch zit er regelmatig weinig verschil tussen 1924 en 2024. De Bovenkarspelse organisator heeft op de eerste zes woensdagavonden naar de ratings gekeken en let vanaf de zevende ronde ook op de ranglijst. Spelers van redelijk gelijke sterkte treffen elkaar alsmede jong en minder jong. Zo is Nicolaas Termaat van honderd jaar geleden Dion Brandt nu. Het talent van Degoschalm/Revanche begint de achtste ronde als koploper en neemt plaats tegenover Ed Hornick, die met vier uit vijf (drie winstpartijen, twee remises) een prima toernooi draait. Het is in het Vereenigingsgebouw menig keer drukker dan op een clubavond van Caïssa-Eenhoorn en in een zaal met 32 spelers spelen ze de op een na langste partij; alleen Bert Spil – Sjoerd Kelder is, als de twee klaar zijn, nog bezig. Net als een eeuw geleden zegeviert de jongste. Dion is een toreneindspel ingegaan met een paard extra en laat zich niet gek maken door de lastige zetten van de Hoogkarspelse routinier. De twee halen net niet de honderd zetten. Als Dions e-pion promoveert, wordt hij door Ed gefeliciteerd.

Het grote verschil tussen 1924 en 2024 is het napraten. Wellicht hebben de drie De Boeren bij elkaar gezeten om een zet of de stelling te bespreken, in het Vereenigingsgebouw gebeurt dat door meer deelnemers. En als ze aan de bar zitten, kunnen ze meteen het zomerbiljarten van de spelers van ’t Moddermannetje volgen. Schakers en biljarters onder één dak: ook honderd jaar geleden geen ongewone combinatie.

Tenslotte nog drie partijen van het Midzomertoernooi 2024 en daarna een aantal foto's genomen tijdens de achtste ronde. Allereerst de partij Bert Spil - Peter van Waert van 26 juni j.l., een waar spektakelstuk. Daar moet je niet over schrijven, dat moet je  gewoon naspelen. Een week later komt schrijver dezes goed weg tegen clubgenoot Boris de Best, maar is daarna heel tevreden over het resultaat van een loperoffer. En tenslotte Dion Brandt - Ed Hornick, de topper van afgelopen woensdagavond.

 

Dion Brandt wil de benen strekken tijdens de marathonzit tegen Ed Hornick. De topper tussen de nummers 1 (Dion) en 2 van de ranglijst trekt de nodige belangstelling.

Zwartspeler Ed Hornick is aan zet. Hij heeft een toren op c8 staan. Het paard van Dion Brandt  als extra stuk bezet veld f4.

De stelling na 55. … h4. Wit zal Ta2 spelen.

Op weg naar de ontknoping. Kort na torenruil zal Dion Brandt 82. e7+ spelen en drie zetten later promoveren.

Halverwege de avond zijn al flink wat partijen afgelopen. Op de voorgrond is Peter Stam (KTV, links) aan zet tegen Nizar Alayoubi (Caïssa-Eenhoorn).

Nizar heeft een paard voorsprong genomen. Peter denkt na over hoe hij de problemen kan oplossen.

Organisator Nico Weel kan weer een uitslag in de laptop invoeren.

Een Caïssa-Eenhoorn-derby in Bovenkarspel. Bert Spil piekert, Sjoerd Kelder kijkt en Dirk Mantel volgt met grote belangstelling de clubstrijd.

Sjoerd is aan zet, zo blijkt uit de klok.

Welkom bij de langste partij van de achtste ronde.

Dit artikel is begonnen met een foto van een volle zaal en eindigt met een foto van een lege zaal. Nou ja, bijna lege. Alleen Bert Spil en Sjoerd Kelder zijn nog bezig.