Overdenkingen van een schaakliefhebber (3)

In de laatste week van elke maand staan op de website van Caïssa-Eenhoorn de ‘Overdenkingen van een schaakliefhebber’. Geen wedstrijdverslag of partijanalyse, maar een verschuiving van het nadenken boven het bord naar het nadenken over andere onderwerpen.

dsc_0293

Welgeteld 43 dagen voor de verjaardag van Sinterklaas worden ‘meer dan 1200 ideeën voor op je verlanglijstje’ in de brievenbus gestopt. Het is het Speelboek van Intertoys. In de inhoudsopgave staat dat het hoofdstuk ‘Spelletjesgekken’ op pagina 84 begint.

Meteen doorgebladerd. En doorgebladerd. En doorgebladerd. Op pagina 95 zie ik een schaakbord; de enige keer in de speelgoedgids van 180 pagina’s. Op de bovenkant van de ‘200 Spellendoos’ zie je ook borden voor dammen, mens-erger-je-niet en een voor mij onbekend spel.

Het geeft de plaats van het schaken in de – jonge – samenleving goed weer. Er zijn eerst honderden andere vormen van spel en als 4096e (64 x 64) wordt de schaaksport genoemd. Er is ooit een tijd geweest dat een op de vier Nederlanders wel iets van schaken wist. De naam van Euwe of Timman, de naam van de plaatselijke schaakvereniging waarvan de oudste broer of de buurman lid was, de regels. Je mag nu blij zijn als een op de vierhonderd Nederlanders iets zinnigs over schaken kan zeggen.

Maar de herfst is voor mij nooit de tijd geweest om somber te zijn. Integendeel, de clubcompetitie is pas weer begonnen, de eerste bondswedstrijden dienen zich aan en de eerste toernooien ‘schreeuwen’ om deelnemers. Het is na enkele zomerse maanden van geringe schaakactiviteit plezierig om op de dinsdagavond tegenover een clubgenoot te zitten, om tegen De Waagtoren te spelen en om op het Chrysantentoernooi veel bekenden te ontmoeten.

Sombermans blijft thuis en denkend aan de jeugd zie ik het enthousiasme van jongens en meisjes op de Jules Verneschool, Wereldwijzer en De Stormvogel, drie Hoornse scholen waar ik de afgelopen tijd – met de hulp van clubgenoten – een aantal keren iets met schaken heb gedaan. De Stormvogel staat honderd meter bij mij vandaan en tegenwoordig is er regelmatig een vriendelijke begroeting en een praatje met de schaakleerlingen, als zij op het schoolplein bezig zijn en ik met de hond langs loop. Het lijkt erop dat we vrienden voor het leven zijn geworden en ik ben daar blij mee. Dat geldt ook voor de herinnering die ik van de schaakkinderen van de Jules Verneschool heb gekregen. Een grote foto van een schaakbord met 'Bedankt!' erop, geplastificeerd, met hun portretten op acht witte velden. Daar kan geen hoofdprijs in een loterij tegenop.

Toch hoop ik dat veel ouders pagina 95 niet overslaan. En dat er in menig huiskamer op het heerlijk avondje een schaakbord met stukken wordt uitgepakt.