Overdenkingen van een schaakliefhebber (7)

In de laatste week van elke maand staan op de website van Caïssa-Eenhoorn de ‘Overdenkingen van een schaakliefhebber’. Geen wedstrijdverslag of partijanalyse, maar een verschuiving van het nadenken boven het bord naar het nadenken over andere onderwerpen.

Westfriezen omarmen al vele jaren de schaatssport. De vlam van de 23e Olympische Winterspelen is nog nauwelijks gedoofd of iedereen warmt zich op aan de gedachte van schaatsen op natuurijs. Terwijl de bonden dezelfde naam hebben (KNSB), kan de schaaksport de Westfriezen maar matig bekoren.

Afgelopen woensdag zijn acht Westfriese schaakverenigingen bij elkaar gekomen om te brainstormen over de toekomst van het schaken in het vierkant Hoogwoud-Medemblik-Enkhuizen-Hoorn. Aan een vierkanten vergaderingstafel in De Kreek in Zwaag hebben bestuursleden van Aartswoud, Caïssa-Eenhoorn, Degoschalm, De Groene Zes, KTV, De Pionier, Schaaklust en Torenhoog in een oriënterend overleg met elkaar van gedachten gewisseld. Elkaars pluspunten en verbeterpunten zijn genoemd, ideeën gelanceerd en er is een driemanscommissie gevormd om stappen te zetten die moeten leiden tot een opwaardering van de schaaksport in Westfriesland.

Schoolschaken en jeugdschaken zijn belangrijke punten, maar ook de waarde van de schaaksport voor de samenleving die door velen niet wordt gezien. De meeste schaakclubs in de regio hebben weinig leden. Bovendien stijgt de gemiddelde leeftijd. Is vergrijzing een nadeel voor de schaaksport? Zeker niet. Als je een jaar of veertig hebt gewerkt, mag je het rustiger aan gaan doen en dan is de schaakzaal een mooie omgeving. Inspanning door ontspanning. Goed voor de geest vooral, in een tijd waarin de samenleving wordt gewaarschuwd voor een toename van mensen met dementie.

In de recente jaren, en ook dit seizoen weer, hebben enkele ouderen Caïssa-Eenhoorn verrijkt. Ze hoeven niet aan een schaakloopbaan, gestuurd door ratinggetallen, te denken. Het gaat gewoon om een partijtje in een plezierig gezelschap om vervolgens bij de bar na te kaarten of over iets anders te praten. Of een potje te vluggeren, dat mag natuurlijk ook.

Een maand geleden namen honderden ouderen deel aan het Tata Steel-toernooi. De schaaktempel van Nederland, sporthal De Moriaan in Wijk aan Zee, is in de tweede helft van januari altijd fraai aangekleed. Opvallend in beeld ditmaal waren de in de Noordzee stekende pieren, waartussen enkele schepen varen die buitengaats gaan. Enorme schaaktorens zijn op de verste punt gebouwd. Het doet denken aan een haven in de Griekse oudheid. Bij binnenkomst vielen op de muur rechts een aantal citaten op. Het tweede was van oud-wereldkampioen Viswanathan Anand: ,,Chess is like a language. The top players are very fluent at it.’’

Dit jaar spreken we schaak in de theaterzaal van De Kreek. Niet alleen de topspelers zijn er goed in, de spelers van Caïssa-Eenhoorn eveneens. De uit Syrië afkomstige Nizar Alayoubi maakt sinds kort deel uit van de Hoornse schaakfamilie. Hij spreekt nauwelijks Engels en heeft het te midden van onze clubgenoten naar zijn zin. De dinsdagse schaakpartijen – eerst in de zaal, later aan de bar – bevallen hem. Meerdere malen bedankt hij Caïssa-Eenhoorn voor de geboden gastvrijheid.

Nizar woont in Wognum, maar in de gemeente Hoorn wonen mensen van zo’n honderd nationaliteiten. Terwijl schaken een wereldsport is, valt het daarom op dat niet een van hen bij onze club speelt. Hoe kan dat? Ik denk dat in Hoorn in alle sectoren (de zorg, politiek, verenigingsleven, bedrijven) veel te weinig aan de schaaksport wordt gedacht. Ouderen zijn opgegroeid in een tijd dat Max Euwe een bekende naam was en Jan Timman zijn opmars naar de wereldtop had ingezet. In een tijd dat de kranten bijna elke dag berichtjes over het schaken vermeldden. In een tijd dat de schaakclubs tientallen leden meer hadden. Misschien zijn juist de ouderen nodig om ervoor te zorgen dat de Westfriezen ook de schaaksport gaan omarmen.