Nieuwjaarstoespraak

Er worden in de laatste week van het oude en in de eerste week van het nieuwe jaar veel toespraken gehouden: kersttoespraken en nieuwjaarstoespraken. Op de website van Caïssa-Eenhoorn kon u een jaar geleden de eerste geschreven nieuwjaarstoespraak lezen, nu de tweede.

In de laatste weken van 2018 hebben twee koppen in het Dagblad voor West-Friesland mijn aandacht getrokken. ‘Schaakmat in de WK-finale’ opende het verslag van de beslissende wedstrijd tussen de hockey-elftallen van Nederland en België, waarin onze zuiderburen zich bedienden van schaakhockey om de reguliere speeltijd met een korte rokade (uitslag 0-0) te kunnen beëindigen. Niet veel later meldde dezelfde krant: ‘HE-toernooi: verademing tussen het schaakzaalvoetbal.’

Los van het feit dat het met de intelligentie van de nationale sportjournalistiek er niet beter op is geworden, beide termen – schaakhockey en schaakzaalvoetbal – doen me in dit nieuwe jaar denken aan oude tijden. Het is nu ondenkbaar, maar vroeger (heerlijk woord) kon je in bijna elke krant bijna elke dag iets over schaken lezen. Verslagen, uitslagen, rubrieken met partijnotaties en analyses en met probleemstellingen, terwijl in politieke beschouwingen en commentaren werd verwezen naar het schaken.

Eén op de drie mannen in Nederland wist iets van de schaaksport. Ze kenden de loop der stukken, ze kenden de spelregels, ze kenden wereldkampioen Max Euwe. En ze kenden ook de notaris die voorzitter was van de plaatselijke schaakvereniging, de kapper die het tijdens het knippen over het paardoffer van gisteravond had, de winkelier die als penningmeester van diezelfde schaakclub was gevraagd om zitting te nemen in het comité voor de middenstandsweek en oom Jan die in een simultaanwedstrijd van Euwe had gewonnen. In dat twitterloze tijdperk werden de mensen ook wel eens kwaad en waren ze het niet altijd eens met de politieke gang van zaken, maar ik heb het idee dat er toen beschaafder werd gereageerd dan anno 2018. Je zou kunnen stellen dat de afname van de belangstelling voor het schaken in de pas loopt met de afname van de beschaving.

Er zal - vrees ik - in 2019 weinig veranderen. Jeugd en nadenken vormen nog te vaak geen succesvolle combinatie en het Domvolk heeft zichzelf opgesloten in een wereld van on-rust (met streepje). Een gebrek aan rust is nooit goed. Hard werken en druk bezig zijn hoeven niet ongezond te zijn, als er maar voldoende momenten over blijven om een geestelijk stapje terug te doen.

Zo’n moment kan een schaakpartij zijn. Denken aan 1. c4 is niet denken aan de alledaagse sleur van kantoor en school. Denken aan het offer op f7 is niet denken aan wat nog niet af is. Denken aan een mataanval is niet denken aan zorgen over geld, mogelijk ontslag, de zorg voor ouders of schoonouders, de studieproblemen van de kinderen, de ruzie met de buurman. En misschien brengt juist dat ‘niet denken aan’ de oplossingen voor morgen.

 

2 thoughts on “Nieuwjaarstoespraak

Reacties zijn gesloten.