Het geheime dagboek van Peter Baas

In de loop der jaren heb ik van clubgenoten, oud-clubgenoten en overige schaakliefhebbers veel historisch schaakmateriaal gekregen. En elke keer ben ik aangenaam verbaasd over de grote interesse van de gever voor het schaken. Welkom in ‘het geheime dagboek van Peter Baas’.

Het geheime dagboek van Peter Baas.

Het is alweer enige tijd geleden dat Gerrit van der Hoff me aanschoot met de vraag om Peter te bellen. Peter stond op het punt van verhuizen en vaak gaat dat gepaard met opruimen. Hij wilde wat schaakboeken en andere schaakspullen wegdoen en had Gerrit gevraagd of Caïssa – Peter was zo’n tien jaar, tot de zomer van 1981, van de club lid geweest – belangstelling had. In dat gesprek viel mijn naam.

Peter woonde op fietsafstand en na een gezellig uurtje kreeg ik enkele dozen mee. Tot de opvallendste schaakspullen behoorden een stuk of vijftien ringbanden van driekwart A4-formaat met daarin vele honderden velletjes met vaak gestempelde diagrammen. Overal was ieder stuk nauwkeurig op een veld gestempeld. Het werd me snel duidelijk: Peter moet een groot schaakliefhebber zijn geweest.

Ook ik ben de afgelopen dagen aan het opruimen geslagen (mijn werkkamer moest leeg zijn om daarin een nieuwe vloerbedekking te leggen) en heb de ringbanden onder de loep genomen. Een flink aantal vellen met diagrammen heb ik gebundeld tot ‘het geheime dagboek van Peter Baas’, vrij naar de televisieserie ‘Het geheime dagboek van Hendrik Groen’. Daarin wordt overigens geschaakt. Een groot aankondigingsverhaal in het Noordhollands Dagblad werd gesierd met een foto van Hendrik die met Evert (gespeeld door André van Duin) bezig is met een partijtje. Het was de reden om de serie – over bewoners van een verzorgingshuis – te volgen en in vrijwel elke aflevering halen Hendrik en Evert de schaakstukken te voorschijn, alsmede twee glazen die met rode wijn worden gevuld. Eenzaamheid is ver weg en de twee vrienden zullen ook niet dement worden.

De ringbanden – die jaren in een boekenkast stonden – zaten vol met uit Schakend Nederland geknipte diagrammen met openings-, middenspel- en eindspelstellingen. Ook diagrammen uit de schaakrubrieken van Hein Donner en Wim Andriessen in verschillende landelijke dagbladen. En vele honderden gestempelde diagrammen, waarbij het witte materiaal rood is gekleurd. Het gaat om de beslissende laatste zetten van partijen van internationale toppers, die bovendien bij het diagram zijn geschreven en regelmatig met notities erbij. Verder ook de theorie voor de drie fases van een partij en fragmenten uit partijen van Caïssa-spelers.

De ontdekkingstocht naar de geheimen van die ringbanden met naar schatting in totaal enkele duizenden velletjes bracht me bijvoorbeeld bij de 26e ronde (24 februari) van de clubcompetitie 1975-1976, met onderstaand diagram uit de partij Peter Baas – Fred Avis. Als opmerking is geschreven: ,,Wit speelde in deze stelling de zet Pg5?! en hoopte op … Pd5??, waarna mat volgt door Te8+ en het gebeurde.’’

Het is niet de oudste partij. Die werd op 14 januari 1975 gespeeld door Gerrit van der Wolff (wit) en Bert Buitink jr. Dit diagram is niet gekleurd – was het ook de tijd van zwartwit tv? – en een aardig detail is dat de koning van Gerrit op z’n kant ligt, alsof hij hem heeft omgelegd. Dat hoefde niet, want na een geforceerde dameruil kan de witspeler in een pionneneindspel de pionnen op de damevleugel opruimen en is promotie van zijn a-pion niet te verhinderen.

Aardig is ook de stelling bij de eerste keer afbreken van de partij Peter Baas – Bert Buitink sr (op dinsdag 1 november 1977). In een dame-eindspel staat Peter twee pionnen achter en bij zijn aantekeningen geeft hij aan dat wit de mogelijkheid van eeuwig schaak heeft. Zijn opponent voorkomt die, maar vier dagen later bij een stelling in de derde zitting kan Peter pat forceren.

Wit denkt aan Dg8+, maar zwart is aan zet. 

Wit is aan zet en speelt Dxf5.

Tenslotte nog een leuk diagram uit de partij P. Baas – P. Baas, waarbij Peter met wit tegen een achterneef met dezelfde naam speelt. Zwart mist een valletje, waarna de oud-Caïssa-schaker dankzij een tijdelijk torenoffer drie pionnen wint.

En zo komt de clubhistorie tijdens huiselijke werkzaamheden opeens volledig tot bloei.