Coronagedicht

Eenzaam maar niet alleen,
lieve koningin, waar ga je heen?

Gekluisterd aan uw woning,
al maandenlang naast de koning.

Ook uw raadsheren lopen niet hard,
de één op wit, de ander op zwart.

Waar blijft het paard met zijn machtige sprong?
Iedereen wil verder leven: oud en jong.

We zijn geketend door het schaakverlet
en als de toren in een hoek gezet.

We voelen ons een pion op het coronabord
en wachten af hoe de toekomst wordt.