Een winters probleem opgelost

Een week geleden was op de website van Caïssa-Eenhoorn ‘een winters probleem’ van de Hoornse apotheker Bartholomeus Markx geplaatst. Het ging om een zelfmat in elf zetten uit 1930, maar er waren meerdere – en kortere – oplossingen mogelijk. De bijzondere compositie werd door Henri Weenink, redacteur van de probleemrubriek in het Tijdschrift van den Nederlandschem Schaakbond, gebruikt in de editie van juli 1930.

 

Hierboven staat het zelfmatprobleem van Bartholomeus Markx nogmaals. De basisgedachte is zetdwang. Als zwart aan zet is, kan hij alleen … Kg3 doen. Het idee is om toe te werken naar een patstelling voor zwart, waarbij wit aan zet is. Als hij de zwarte pion op b6 heeft geslagen, moet zwart met Pb6# antwoorden. Voorwaarde is wel dat de witte koning niet naar e6 kan vluchten. Vanuit die gedachte kwam de medio 1930 net naar Hoorn verhuisde Markx tot de volgende oplossing: 1. Dg5 h6 2. Pd2 hxg5 3. Pf1+ Kh1 4. Pg3+ Kh2 5. Pf5 g4 6. Lg1+ Kh1 7. Pg7 g3 8. Lxb6+ Kh2 9. Lg1+ Kh1 10. Lh2+ Kxh2 11. Pe6 Pb6#.

In het Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond van oktober 1930 besteedde Henri Weenink veel aandacht aan het zelfmatprobleem. Veel schaakliefhebbers hadden diverse oplossingen ingezonden en de redacteur stelde dat er liefst 23 sleutelzetten waren. Het probleem was een onderdeel van een zogeheten zeeslang-zomerwedstrijd en de eerste prijs bij de compositie van Markx ging naar Evert Jan van den Berg uit, jawel, Hoorn. Hij kwam tot de volgende zettenreeks: 1. Td1 Kg3 2. Lg1 Kh4 3. Lf2+ Kg4 4. Lf3+ Kf5 5. Le1 e4 6. Lxe4+ Kg4 7. Lf5+ Kxf5 8. Td2 Kg4 9. Td4+ Kf5 10. La5 bxa5 11. Pxa5 Pb6#.

Frappant zijn enkele overeenkomsten tussen Henri Weenink en Evert Jan van den Berg. Beiden zijn aan de gevolgen van tuberculose overleden, eerstgenoemde op 39-jarige leeftijd, de Hoornaar (die later naar Apeldoorn verhuisde) op 37-jarige leeftijd, Alletwee hadden bijzondere aandacht voor het probleemschaak in het algemeen en aparte stellingen in het bijzonder. En ze zijn ook alletwee medewerker van het Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond geweest.

Overigens kan in de Hoornse oplossing zwart op de tweede zet ook … Kg4 spelen. Uitgaande van 1. Td1 Kg3 2. Lg1 Kg4 kom ik tot een zelfmat in tien zetten: 3. Lh2 Kh4 4. Tf1 Kg4 5. Tf7 Kh4 6. Txh7 Kg4 7. Te7 Kh4 8. Te6 Kg4 9. Dg6+ Kh4 10. Pxb6 Pxb6#. Minder elegant en fraai dan de inzending van Evert Jan van den Berg, dat wel.

De kortste ingezonden oplossing was een achtzetter: 1. Tf1 Kg3 2. Lf2+ Kg4 (of … Kh2) 3. g3 Kh3 4. Th1+ Kg4 5. De6+ Kg5 6. Le1 h6 7. La5 bxa5 8. Pxa5 Pb6#.