Begin 1940: zelf schaakspel maken

Oorlogen beginnen nooit plotseling. Steevast is er een aanleiding, waardoor een leider (altijd een man) zijn eigen volk in de ellende stort. Het traditionele oorlogsschaakverhaal op de website van Caïssa-Eenhoorn gaat ditmaal over de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog.

Kort na de afkondiging van de mobilisatie zijn soldaten, omwille van hun ontspanning, welkom bij Caïssa. Bericht uit de Nieuwe Hoornsche Courant van 8 september 1939.

Als eind 1935 Max Euwe wereldkampioen wordt door titelhouder Aleksandr Aljechin te verslaan, zorgt dat in Nederland voor een enorme belangstelling voor het schaken. Dat enthousiasme vermindert nauwelijks, als de Amsterdammer in 1937 de revanchematch tegen Aljechin verliest en de wereldtitel weer in Russische handen komt. Zo speelt Caïssa mee in de competitie van de Westfriesche Schaakbond. Die is met zes ploegen in 1932 van start gegaan, telt vier seizoenen later veertien teams en op het hoogtepunt (1938-1939) achttien tientallen.

In 1938 is de Rooms-Katholieke Westfriesche Schaakbond opgericht, door onder meer ODI uit Zwaag. De RKWFSB heeft voor de vijf, zes verenigingen (met elk tien of iets meer leden) een clubcompetitie en er is een schaakdag, waarop om het persoonlijk kampioenschap wordt gespeeld. De Nederlandsche Arbeiderssportbond (NASB) profiteert eveneens van de Euwe-manie. Hoorn krijgt op 9 april 1936 de schaakgroep Het Rode Paard; binnen de NASB wordt niet van clubs of verenigingen gesproken, maar van voetbal-, zwem-, biljart-, gymnastiek-, dam- en schaakgroepen. Het bestuur met voorzitter Van Hinte, secretaris Van Kalken en penningmeester Hoeksema kan meteen 25 liefhebbers verwelkomen. Er is een clubcompetitie, ‘bondswedstrijden’ tegen schaakgroepen uit Enkhuizen en Venhuizen en vriendschappelijke ontmoetingen, onder meer tegen Denk en Zet uit IJmuiden. De Hoornse schakers krijgen in de media en van de bond veel waardering voor hun toernooi op 24 en 25 april 1937.

Het NASB-weekblad Arbeiderssport van 1 mei 1937 besteedt veel aandacht aan het dam- en schaaktoernooi van 24 en 25 april in de Krententuin in Hoorn. In het kader in het midden de notatie van beste schaakpartij (Van Praag - Van Hoorn op de zaterdag).

Langzamerhand naderen de donkere dagen. Het leger van nazi-Duitsland valt Tsjechoslowakije en Polen aan en richt daarna zijn pijlen op het westen van Europa. De eerste terreurdaden zijn in 1938 en 1939 en bij de regeringen in de nog vrije landen groeit het besef dat er iets dreigends in aantocht is. Als het schaakseizoen 1939-1940 van start gaat, wordt de mobilisatie afgekondigd. Twee dagen later, op 30 augustus, is in Hoorn de opening van het Protestantsch Militair Tehuis, een initiatief van het bestuur van de Nederlandsch Hervormde Kerk. Het lokaal van de Vrijzinnig Christelijke Jongerenbond, aan de Ramen, is om die reden verbouwd. Uit de Nieuwe Hoornsche Courant van 31 augustus: ,,Men heeft hier de beschikking gekregen over een gezellig lokaal, waarvan bij het binnentreden de met bloemen versierde tafeltjes reeds vriendelijk aandoen. Op allerlei wijze is hier voor de noodige ontspanning gezorgd: er liggen stapels boeken en tijdschriften, men kan er kaarten, dammen en schaken, terwijl er ook gelegenheid is om het sjoelen en zelfs tafeltennis te beoefenen.’’ Het PMT is dagelijks van 18.30 tot 21.30 uur open.

De mobilisatie brengt een kleine driehonderdduizend soldaten in beweging en de Nederlandse schaakverenigingen merken dat; net als de andere sportclubs. Caïssa overigens in positieve zin. Hoorn wordt door de komst van het 19e depotbataljon weer een – zij het tijdelijke – garnizoensstad en eind 1939 is Piet Seewald daar als korporaal gelegerd. De sterke schaker van het Alkmaarse VVV meldt zich bij Caïssa, maar heeft niet altijd verlof om zijn partijen in de competitie van de Westfriesche Schaakbond te spelen. Uiteindelijk kan hij in drie wedstrijden worden opgesteld; driemaal aan het eerste bord. Ook R. Schieven en H. van der Weiden doen enkele keren mee. De WFSB-derdeklasser Aartswoud daarentegen heeft slechts negen man beschikbaar en op 23 februari 1940 voor de thuiswedstrijd tegen Caïssa 3 slechts acht spelers. De negende partij krijgt een papieren remise, zodat de uitslag (4-5) net als bij de andere duels van de Aartwouders negen bordpunten telt. Knap is overigens het halfje dat de Hoornse kopman Daaf Keetbaas van David Noë afsnoept. ,,Een woord van hulde komt zeker Keetbaas toe, die tegen den sterke Noë een remisepunt uit de wacht sleepte. Kerel, ga zoo voort, we nemen de pet voor je af!’’, aldus het verslag in de Nieuwe Hoornsche Courant van de volgende dag.

De populariteit van de schaaksport in Nederland komt tot uiting in De Wacht, het ‘weekblad voor de gemobiliseerde weermacht en het Nederlandsche volk’. Het eerste nummer is op 18 november 1939 uitgegeven, het laatste verschijnt op 11 mei 1940. Een schaakrubriek – ‘veldslagen op de 64 velden’ – is een vast onderdeel van het blad. Daarin staan steeds drie probleemstellingen en wekelijks komen de oplossers in aanmerking voor eerst vijf en later tien prijzen van een gulden. Hoornse winnaars zijn er niet.

De Wacht van 4 mei 1940, het een na laatste nummer. Hieronder de pagina met de schaakrubriek.

Er wordt in den lande hard gewerkt om de militaire defensie in orde te maken. Daarbuiten speelt ontspanning een rol en veel clubs dragen hun steentje bij. In Hoorn worden diverse evenementen en activiteiten afgelast, omdat talrijke verenigingen niet meer kunnen beschikken over hun speel- en/of trainingszaal. Die zijn ter beschikking gesteld aan de soldaten. Burgers hebben een comité gevormd dat actief wil zijn op het gebied van hun ontwikkeling en ontspanning. Johannes de Ruyter de Wildt, net gestopt als lid van Caïssa, maakt daar deel van uit. Of hij er een rol in heeft gespeeld is niet bekend, maar de Hoornse schaakclub wordt in het Westfriesch Dagblad van 6 september 1939 als een van de eersten genoemd die zijn medewerking verleent. ,,De schaakclub Caïssa stelt haar zalen voor de militairen open.’’

Het bericht in het Westfriesch Dagblad van 6 september 1939.

Daar wordt ook gebruik van gemaakt. De Hoornse vereniging houdt op 19 december een gongwedstrijd en mede door de komst van onder meer korporaal Seewald, vaandrig F. Meulenbeld, P. Huits (2e compagnie) en B. Vinke (6e compagnie) is het met 48 schakers flink druk in de speelzaal in De Valk. Uit de Nieuwe Hoornsche Courant van de volgende dag: ,,Als de laatste gongslag van de 3e en slotronde luidt en de militairen ons na de prijsuitreiking allen op tijd verlaten hebben (er was voor deze gelegenheid avondpermissie verleend), kunnen we op een geslaagden avond terugzien; immers, de strijd tegen het horloge was gewonnen; de kerstkransen, kazen, worsten, enz. hadden gretig handen gevonden en aan de ledenlijst kunnen weer eenige namen toegevoegd worden.’’

De winter van 1939-1940 is overigens de strengste in de laatste honderd jaar. Half december doet de vorst zijn intrede en gedurende acht weken daalt de temperatuur tot ver onder nul. Vooral na de jaarwisseling vriest het stevig en er zijn veel schaatsactiviteiten. Hardrijden, schoonrijden, speciale wedstrijden voor soldaten, sleetje duwen voor gehuwden, wedstrijden van scholen en veel kinder- en jeugdactiviteiten. Op zondag 7 januari houdt de IJsbond Hollands Noorderkwartier weer de Dorpentocht. Ondanks gladde wegen, mist en regen trekt het evenement zo’n 3500 schaatsliefhebbers, inclusief duizend militairen die in garnizoenen in West-Nederland verblijven. De toertocht van 72 kilometer gaat van start in Purmerend (hotel De Doelen) en voert via Ilpendam, Monnickendam, Marken, Volendam, Edam, Oosthuizen, Hoorn, Avenhorn, Oudendijk, Beets en Oosthuizen naar Purmerend. Vijfhonderd deelnemers halen de finish niet; de meeste stoppen in Hoorn. Op een smalle sloot bij het Weeltje is een stempelpost, bij een bruggetje naar de Westersingel. De baan is daar slecht, er zijn veel valpartijen.

Er wordt in die barre periode gewoon geschaakt. Caïssa moet op dinsdag 9 januari voor de WFSB-competitie naar Enkhuizen. Door regen en vorst zijn de wegen glad. Toch arriveren het eerste en derde team van de Hoornse club om 20.30 uur in de Oranjezaal, een uur na vertrek, om tegen KTV te spelen. De militairen ontbreken, waardoor bij Caïssa min of meer gedwongen Cornelis Bos, Daaf Keetbaas, Cor Moeijes sr en Jan Molenaar hun debuut in het eerste tiental maken. Ze zitten aan de laagste borden en winnen allevier. Caïssa zegeviert met 4-6. Het derde tiental telt slechts vijf spelers die tegen een zestal van KTV 2 4½ bordpunt veroveren. De vier niet gespeelde partijen worden als vier remises beschouwd, waardoor de Hoornse ploeg met 6½-3½ aan de goede kant van de score staat.

Over de schaaksport wordt in regionale en landelijke kranten – met dank aan Max Euwe – veel geschreven. Soms op een bijzondere manier. In veel gezinnen kan men de eindjes nauwelijks aan elkaar knopen. En als je dan een schaakliefhebber bent zonder bord en stukken, wat doe je dan? De Nieuwe Hoornsche Courant van 10 februari 1940 heeft de oplossing: zelf een schaakspel maken. In de vorm van een verhaaltje wordt uitgelegd hoe je, al figuurzagend, dat kunt doen. Eenmaal klaar kan een vader zijn kinderen het schaken leren. Daar heeft hij niet lang de tijd voor, want nog geen drie maanden later staat de wereld in brand.

Uit de Nieuwe Hoornsche Courant van 10 februari 1940.